Die fouten herkennen, en weten te corrigeren.

Presentatie over: "Die fouten herkennen, en weten te corrigeren."— Transcript van de presentatie:

1 Die fouten herkennen, en weten te corrigeren.
En die het plezier in goed roeien weten aan te wakkeren. In tweede instantie willen we een paar instructeurs verder opleiden tot wedstrijd instructeurs

2 Vereisten Stuurdiploma Zeer goede kennis van de commando’s
Zeer goede vaardigheden m.b.t. sturen

3 Programma 3 Theorie avonden 3 Praktische lessen; kleine groepen.
Zelfstandig oefenen In najaar follow-up Hijsbewijs aan te bevelen

4 Programma (Vervolg) Voor wedstrijdcoaches (kleine groep) worden aparte vervolgsessies georganiseerd.

5 Wat is het kenmerk van roeien?
Voortbewegen met rug in vaarrichting? Voortbewegen met twee riemen?

6 Het kenmerkende van roeien is:
Riemen hebben een vast punt waarmee ze aan de romp zijn verbonden: De Dol Er zijn dus ook dollen die bestaan uit een opening in de romp of twee dolpennen

7 Roeiboten

8 En nog meer Roeien

9 Wat is een gig?

10 Cornish Pilot Gig Brachten in Cornwall de loodsen naar de op de ree liggende schepen Belangrijk: snel (Wie het eerste bij het schip is krijgt de opdracht) Zeewaardig: Onder alle omstandigheden de zee op Beperkt tot 6 roeiers om het smokkelen tegen te gaan, maar vroeger ook wel 8

11 Ontwikkelingen in het gigroeien
In 1986 werden de afmetingen en het bouwproces van Cornish pilot gigs vastgelegd Alle nieuwe gigs moesten worden gebouwd conform de specificaties van de Treffry In Cornwall en omstreken zijn 44 pilot gig clubs, en bijna 120 geregistreerde gigs Vanaf 1990 worden er wereldkampioenschappen gehouden op het eilandje ST Mary’s

12 Cornish Pilot Gig Ongeveer ….meter lang Ongeveer ….. m breed.
Gangen bouw Houtsoort: Cornish … Gebaseerd op de ? ……(1838)

13 3 type riemen in gebruik 3 type riemen van Sutton

14 Afmetingen Riemen Macon
Boegriem 3.71m Twee t/m Vijf 3.88m Slagriem 3.80m Gewicht: Iets meer dan 4 kg Nieuwe wedstrijdriemen: stijver dan normaal.

15 Ruimte tussen dolpinnen: 12.8 Cm
Boeg heeft de meeste ruimte bij de inpik Slag heeft meeste ruimte bij de uitpik

16 Efficiëntieverlies tijdens de haal
De hypothenusa geeft de gecombineerde richting van de ontwikkelde kracht aan. De verhouding van de andere 2 pijlen geeft de efficiency van de haal weer. (Hoe langer de horizontale pijl, hoe beter.) De meeste Kracht van de haal wordt ontwikkeld vanaf de inpik tot net voorbij het midden.

17 Samenvatting De totale boog die een blad van een riem maakt is tussen de 90 en 95 graden De Boeg kan het verste naar achteren reiken, 51 graden. De Slag kan het minst ver reiken, 41 graden.(Daarom is het zinloos een hele lange roeier op slag te zetten) De meeste kracht wordt ontwikkeld bij de inpik. (Benen en rug kunnen dan samen het maximum aan kracht ontwikkelen)

18 Samenvatting De minste kracht wordt ontwikkeld bij de uitpik, als alleen de armen nog trekken Maar: Een roeier dient naar het eind toe het gevoel te hebben dat hij nog op volle kracht trek! Bij te weinig kracht op de uitpik of een te lange uitpik (meer dan 37 gr) trekt de boot het blad mee, en remt!! De Slag kan het minst ver reiken, 41 graden.(Daarom is het zinloos een hele lange roeier op slag te zetten) De meeste kracht wordt ontwikkeld bij de inpik. (Benen en rug kunnen dan samen het maximum aan kracht ontwikkelen), tot net voorbij de ortogonaal

19 Wie zit waar? De Slag: Hoeft niet de grootste en sterkste atleet te zijn, maar wel zeer regelmatig, (laat zich ook niet opjagen) en technisch zeer goed. Is wel in staat om krachtig te acceleren. Er is ruimte om de uitpik tot 51 graden te verlengen, maar 37 is voldoende!

20 Wie zit waar? De Vijf Enigszins groter dan de slag.
Beenlengte niet zo belangrijk, wel lichaams-, en armlengte Slag meer “Piston”, 5 iets meer bereik. Dient het ritme van de slag te versterken.

21 Wie zit waar? De Vier: De Drie:
Waarschijnlijk een zware en de sterkste roeier, niet noodzakelijkerwijze de meest “explosieve” (Vglk: Tractor vs Raceauto) Langer bovenlichaam en armen om die kracht te vertalen naar een langere sterke slag. De Drie: In veel opzichten gelijk aan de vier, maar de zwaarste roeier in de boot, om de boeg laag te houden

22 Wie zit waar? De Twee en de Boeg:
Kunnen de langste slagen maken: Lange armen, lang bovenlichaam Snel in de recovery; liever iets te vroeg , dan iets te laat bij de inpik Technisch heel precies

23 Roeitechniek

24 Deel 2 Even een korte herhaling van de belangrijkste punten die we vorige keer hebben besproken Vervolgens gaan we verder met de bespreking van Roeitechniek

25 De Haal Inpik Haal Recovery

26 De Inpik De Inpik Het moment dat het blad in het water geplaatst wordt, is het belangrijkste moment van de haal. Plaatsing moet rustig plaats vinden. Er moet druk achter het blad worden opgebouwd. (Bij glad materiaal wordt gesproken van vasthaken achter een paaltje). Indien te laat, te vroeg, of indien er gehakt wordt, blijft het blad niet in de kolk.

27 De Inpik(2) Vlak voor de inpik moet roeier “sterk” zitten: rug gespannen, schouders laag, armen gestrekt. Benen sterk gebogen. Voeten met de bal van de voet tegen de “stretcher”. Blad helemaal bedekt

28 De inpik Met zeer rechte rug, kin omhoog
Zeer ver naar voren, maar met zeer rechte rug “Sterk” zitten Armen gestrekt Recht of schuin t.o.v as van gig? Positie handen naast elkaar of met ruimte Greep (vingerig) Positie Riem

29 Houding bij de inpik Recht of schuin t.o.v as van gig?
Tegen de kant of naar het midden Positie handen Positie Riem Bij onrustig water voeten wat uit elkaar

30 Hoe ver van de kant? Bij het opschuiven naar de as van de boot, wordt handel (hefboom) korter, en wordt riem (buitenboord) langer Het blad beschrijft een grotere boog, maar de benodigde kracht wordt groter. Beginnende roeiers dichter tegen de kant; gevorderde en sterke roeiers naar de as van de boot Als je verder van de kant zit, moet het kussen ook opschuiven

31 Lengte van de slag Wordt bepaald door:
Lengte van het bovenlichaam en armen van de roeier Het inbuigen en achterover gaan van de roeier. Maar dus ook door de lengte van het buitenboordse deel van de riem. M.a.w., een kleine, maar sterke roeier kan naar de middenas van de gig schuiven, daarmee het buitenboordse deel van de riem verlengen, en dus zijn slag verlengen!

32 Lengte van de slag (2) Wordt bepaald door:
Als de handel 20cm verder door de dol wordt geschoven wordt de maximale lengte van de haal vergroot van ...cm tot … cm Als de handel 20cm verder door de dol wordt geschoven wordt de maximale lengte van de haal vergroot van 448 cm tot 480 cm (2 Pi xR) :(360 :90)=

33 Recht of schuin t.o.v. lengte-as?
De meeste “stretchers”staan enigszins scheef. Tendens naar rechtere positie Langere roeiers kunnen rechter zitten, maar niet helemaal recht Kortere roeiers, schever (verlengen de inpikboog)

34 Recht of schuin t.o.v. lengte-as? (Vervolg)
Uitgangspunt: Inpik belangrijker dan uitpik. Dus mijn voorkeur: Kleinere roeiers tamelijk scheef. Langere roeiers(>175cm) Enigszins scheef Maar: wel maximale druk tot het eind van de haal!

35 De Greep De Handen worden ongeveer 1 ½ handbreedte uit elkaar gehouden (?) De greep moet “vingerig”zijn

36 Positie handen/polsen
Polsen vlak Handen enigszins uit elkaar Buitenhand “vingergreep” Positie handen/polsen N.B. Handen bij elkaar, leidt soms tot opgetrokken schouders, en tot het naar binnentrekken van de riem. Handen te ver uit elkaar, en binnenarm buigt te vroeg, hetgeen tot vermoeidheid leidt.

37 Zo roeien de Amazones Verschillen?

38 Verschillen? Scheveningen, harkt meer, wat m.i. tot meer “hangen” leidt, en tot rechtere armen, dan de greep op de rechter illustratie. Ook de binnenhand is meer een vingergreep, wat “clippen” zal vergemakkelijken. De duim op de knop zorgt voor “doldruk”.

39 De Inpik Blad rustig plaatsen Rug spannen en recht Schouders laag
Armen helemaal gestrekt Handen boven voeten (?) Zit op de rand van je kussen (SB roeier zit rechter dan BB roeier)

40 Inpik Amzones Zitten zeer veringebogen Maar rug wel zeer recht
Schouders laag (beh. Boeg) Armen helemaal gestrekt Handen ver voor de voeten De Vijf laat het hoofd iets zakken

41 De Haal (1) Trap met beide benen Zet dan rug in Kin omhoog
Lichaam oprichten

42 De Haal (2) Houdt rug recht Houd armen gestrekt Blijf trappen
Trek riem niet naar binnen, blijf in de kolk. Blad in de kolk heeft geen schuim

43 De Haal (3) Benen, bovenlichaam, schouders, armen, versnellen door de haal. Gelijke druk met beide benen

44 Vergelijking met de Amazones
Ze lijken de armen al iets vroeger te hebben ingetrokken De Boeg en de Vier liggen erg ver naar achteren. De riemen lopen niet parallel; iets wat ik vaak zie aan stuurboord; Slag heeft minder ruimte voor inpik. Om gelijke uitpik te krijgen loopt de haal iets voor.

45 De Haal (4) Binnenschouder zakt/draait een beetje(?)
Armen zeer laat intrekken. Grootste kracht in buitenarm Blijf versnellen tot het eind Benen helemaal gestrekt

46 Het verloop van de uitgeoefende kracht van de haal
(Heeft betrekking op glad roeien) De gestippelde lijn is de dwarspositie van de riem. Het langste deel van de haal, bevindt zich vóór de Orthogonaal De maximaal uitgeoefende kracht komt ruim voor de orthogonaal (Rode pijl) De totale energie voor de orthogonaal is enkele malen groter, dan die van het laatste deel van de slag. Maar: De boot blijft versnellen ook tijdens het laatste deel van de slag, en zelfs na de uitpik

47 Bootsnelheid Tijdens eerste deel van haal blijft de snelheid verminderen De snelheid van de boot komt pas weer boven het gemiddelde in het laatste deel van de haal De snelheid van de boot neemt toe tot in ver in de recovery. De snelheid van de boot kan aan het einde van de haal dus met minder kracht onderhouden en vergroot worden. Het laatste deel van de haal is dus wel degelijk belangrijk: Zwellen! Hor. lijn: Gemiddelde snelheid Gestippelde lijn: versnelling Blauwe lijn: ontwikkeling van snelheid

48 Eind van de haal Tik het blad er uit met de buitenhand
Draai riem met de binnenhand Geen ruk, niet overeind trekken Handen weg met zelfde snelheid als tijdens de haal De riemen zijn wel heel ver naar binnen getrokken

49 Eind van de haal (2) Deze roeiers hebben naar mijn smaak de riem te ver naar binnen getrokken. De buitenonderarm dient ongeveer over de borst te liggen De binnenelleboog wijst omlaag totdat de armen weer gestrekt zijn Komt de binnenelleboog omhoog dan komt het bovenlichaam te vroeg omhoog (Optrekken)

50 Met deze stijl wordt nog wel geroeid
Laatste deel van de slag, voorbij 37 graden, en dus weinig effectief. Belastend voor de rug, vaak in combinatie met ver naar achter vallen.

51 Naar buiten leunen is een grove fout.
Binnenelleboog komt extreem om hoog: geen druk op het blad Geen controle meer over de riem. Rug rechthouden vrijwel onmogelijk Zeer belastend voor de rug

52 Kenmerkende van de haal is, dat de schouders vrijwel recht naar achteren gaan, en dat pas bij het einde van de haal de binnenschouder enigszins zakt Daarbij wordt dus bewust de lengte van de slag wat verkort, ten gunste van een hoger tempo :compacte haal

53 Vergelijking met Amazones
Amazones lijken wat minder in te draaien Buitenhand komt verder naar binnen (Ligt aan de binnenkant van de borstkas). Beiden gaan bij dit langzame tempo ver naar achteren. A trekken zich niet op!

54 Wintertraining amazones 2011
Wintertraining amazones 2011 Let op: De buitenonderarm wordt plat over de buik/borst gelegd. De buitenhand komt vrijwel op de binnenkant van de ribben De buitenarm geeft op het laatste ogenlik nog een duw. Dan volgt er een duidelijk rustpunt.

55 Recovery Elleboog blijft aanvankelijk omlaag
Handen gaan eerst weg, dan lichaam, dan benen

56 Recovery (2) Handen leiden lichaam voorwaards, armen snel recht
Het bovenlichaam hangt nog steeds naar achteren.

57 Recovery (3) Begin tijdig handen terug te draaien Rug tijdig recht.

58

59 Is ver naar achteren gaan fout?
Het is niet fout, als het maar niet in combinatie wordt gedaan met “handle past”. De handen moeten vóór de schouder blijven. Het gaat wel ten koste van een hoog slagritme. Het kost veel kracht.

60 Is ver naar achteren gaan fout? (2)
De Chillies hebben gekozen voor een compacte haal, zij het dat Scheveningen vorig jaar naar een nog compactere haal zijn gegaan

61 Voorbeeld van een compacte haal

62 Er wordt een relatief korte inpikbeweging gemaakt..
Ze gaan recht naar achter, zonder veel zijdelingse beweging, maar draaien wel hun binnenschouder (een beetje) aan het eind Ze vallen niet ver naar achter, maar 4 van de zes zijn zeer lang! Het ziet er stil uit, maar aan het eind maken ze een tempo van tegen de veertig Ze hebben een heel “vingerige”greep waardoor het clippen misschien wat makkelijker wordt Amazones training 2012

63 Slagtempo Wat is een redelijk slagtempo voor een niet wedstrijdploeg?
26-28 Wat gebeurt er met de snelheid van de boot bij een hoger slagtempo? Wat Is het baantempo van een goede wedstrijdploeg?: 32-34 Wat gebeurt er met de lengte van de halen bij het omhoog gaan van het tempo? Wordt korter.

64 Slagtempo Is een hoger slagtempo dan nuttig?
Zoals je kunt zien op de rechter grafiek neemt voor 2 van de drie roeiers de snelheid toe tot slagen, en begint dan af te nemen. Voor één roeier blijft de snelheid toenemen. Het gemiddelde tempo (met compacte halen) ligt rond tijdens een wedstrijd, en voor mannen misschien wat hoger

65 De essentie van de haal is, dat hij compact is!
Voorbeeld van een niet-compacte haal: Rock

66 Chillies 32 slagen/min. slow motion Chillies training 

67 De Chillies roeien nu met een aangepaste “leaning in” stijl, afhankelijk van hun plaats en/of hun lengte. Sommige gaan vrijwel recht achteruit, sommige leunen met hun binnenschouder wat naar binnen. Consequenties voor het roeien, i.v.m. “rowing past”: Het tweede deel van de slag is korter. Het vereist een wat hoger tempo. Voordeel van een wat hoger tempo. Bij (harde) tegenwind is het moment dat de riem uit het water is, korter, en blijft boot dus beter doorlopen We steken de riemen wat verder door de dollen bij stevige wind in de rug.

68 Beginnende Roeiers

69 Opbouw van Lessen (beginners)
Uitgangspunt: Zo snel mogelijk gaan roeien! Liefst in de Jan Bakker. Boot aan de kant: stootkussens. Slag uitleggen en demonstreren. Laten nadoen Afhankelijk van wind en golven, oefenen in de haven of op de eerste plas.

70 Opbouw van Lessen (Beginners)
Langzaam Roeien. Geen Kracht! Speciaal voor mannen. Aandachtspunten bij eerste les(sen): Een simpele slag Weinig gebruik laten maken van benen. Inbuigen met een rechte rug, kin omhoog,schouders laag, en met gestrekte armen. Blad verticaal bij de inpik. Trekken met gestrekt armen, pas aan het einde buigen Pauze aan het eind van de haal Nog niet te ver naar achteren

71 Opbouw van Lessen (Beginners)
Haal is “rechthoekig”: Tijdens de haal bewegen handen zich evenwijdig aan het water, en ook tijdens de recovery. Demonstreer dat het blad niet onderwater verdwijnt als je het los laat.

72 Zonder druk, drijft blad net onder water

73 Opbouw van Lessen (Beginners)
Haal is “vierkant”: Tijdens de haal bewegen handen zich evenwijdig aan het water, en ook tijdens de recovery. Demonstreer dat het blad niet onderwater verdwijnt als je het los laat. Bij tweede les roeiers van boord laten verwisselen.

74 Opbouw van Lessen (Beginners)
Roeiers bij tweede les van boord laten verwisselen Ideaal: Ervaren Slag mee, die kan demonstreren. Nog beter: Begeleiden in bijboot

75 Opbouw van Lessen (Beginners)
Let Op: Boeg roeier zit zeer hoog, maakt het roeien “anders”. De riemen van Boeg en Slag zijn korter De gig is op zijn smalst op de boeg- en de slagplaats Probeer roeiers van gelijke bouw bij elkaar te plaatsen: Boegpaar/Engine/Slagpaar

76 Fouten en correcties (1)
Fout: Diepen. (Blad gaat te diep onder water) Mogelijke oorzaken: Blad staat niet recht bij de inpik (Leunt naar achteren). Risico: Snoek Gebroken dolpennen. Om dat te corrigeren binnenhand onder de riem, en uit de dol lichten. NB. Als de onderkant van het blad tijdens de recovery een golf raakt, staat het daarna meestal scheef. Correctie: Blad rechtzetten door te verpakken Niet “knijpen” in de riem

77 Diepen (Vervolg) Een riem die met het midden van de hals in de dol rust, ligt met het blad net bedekt in het water Diepen wordt veroorzaakt door de roeier en niet door de riem

78 Fouten en correcties (2) “Vlaggen”
Handen te laag vlak voor de inpik, vaak in combinatie met gebogen rug, en gebogen hoofd/blad dus te hoog (vlaggen): Blad wordt niet geplaatst, in het water gehakt; Ovale haal Correctie: Kettingreactie doorbreken. Niet “nareiken” (Te ver naar voren willen gaan), rug recht/kin omhoog, rustig plaatsen, hoofd “stil”houden tijdens de haal. N.B. Bij aanhoudend diepen , blad iets naar voor kantelen

79 Nareiken & hoofd achterover

80 Fouten en correcties (2)
Fout:met riem over het water scheren. Oorzaak: Naar voor gekanteld blad. Gevolg: ?????. Correctie: Verpakken en blad verticaal!

81 Fouten en correcties (4)
Schouders Optrekken Vaak in combinatie met hoofd achterover gooien. Gevolg: (Vaak) diepen Moeilijk om rug recht te houden Adem inhouden Correctie: Bewust schouders laag houden in recovery: Sterk zitten.

82 Fouten en Correcties(5) Naar buiten vallen tijdens de haal “Leaning Out”.
Een fout die er snel in sluipt bij beginnende roeiers Gevolg: Tweede deel van haal is krachteloos. Belastend voor de rug. Correctie: Roeier recht voor zijn “werk”laten gaan zitten Bovenlichaam gaat vrijwel recht naar achteren Aan het eind van de haal wijst binnenelleboog naar beneden, en ligt buitenelleboog diagonaal over borst (of buik) met de hand dus boven de “binnenribbenkast”. (en vervolgens vertrekken eerst de handen , gevolgd op afstand door het bovenlichaam, en dan pas de knieën)

83 Fouten en Correcties(5/2) Naar buiten vallen tijdens de haal “Leaning Out”.
Oefening: Roeiers iets achterover laten leunen, en in heel hoog tempo, korte slagen laten maken alleen met de armen! (zonder benen) Vervolgens bovenlichaam enigszins inzetten, naar voren, maar niet naar achteren; snelle slagen, geen benen. De bedoeling is om op die mannier geleidelijk aan een “stille”slag te ontwikkelen.

84 Fouten en Correcties(6) Hoofd laten zakken tijdens de haal
Het laten zakken van het hoofd leidt tot een bolle rug. Bij het eerste deel van de haal richt het lichaam zich op, i.p.v. zich naar de boeg te bewegen= kracht- en energieverlies. Correctie: Met rechte rug inbuigen en niet “nareiken” Kin omhoog bij de inpik

85 Fouten en Correcties (7)
“Slingerend” bovenlichaam tijdens de haal Enorm kracht verlies. Moeilijk controle van de riem in het water Kans op rugletsel Correctie: zie ook 5/2. Laten oefenen met veel kortere haal. Op slag zetten

86 Fouten en Correcties (8)
Te veel óp het bankje zitten Gevolg: te weinig druk op de voetensteun, krachtverlies bij haal. Risico: bij misslag achterover vallen. Correctie: Zit mogelijk te dicht op voetensteun. Dus voetensteun verder weg zetten Eén heupknobbel op het bankje, en één er voor. Op slag zetten

87 Fouten en Correcties (9)
Riem naar binnen trekken tijdens de haal. Gevolg: Riem wordt korter. Minder hevel. Maar ook: Blad wordt (gedeeltelijk) uit de kolk getrokken. Correctie: Handen uit elkaar op de riem Duim op de “knop” van de handel houden Kan ook het gevolg zijn van te grote schouderdraai naar binnen waarbij de riem wordt meegetrokken.

88 Fouten en Correcties (10)
Roeiers pikken niet gelijk in. Gevolg: Boot wordt onrustig. Energieverlies. Mogelijk oorzaken De slag heeft een te lange haal. (Tweede deel van haal verkorten) De slag geeft een vals signaal en vlagt. Andere roeiers zijn te vroeg. (Slag dient met zijn blad eerder naar het water te gaan) Let vooral op boeg en 2: die hebben de neiging te laat te zijn Correcties: “Easy-All. Rustpunt, achterin (Bij de “eerste stop”) inbouwen Blind roeien Tellen op de inpik

89 Fouten en Correcties (11)
Er wordt met gebogen armen geroeid Armen worden niet op tijd gestrekt, en zijn gebogen bij de inpik. En strekken zich tijdens het roeien. Kracht verlies Armen worden aan het begin van de slag “ingetrokken”. Kortere haal. Correctie Van uit de “eerste stop” positie eerst de armen laten strekken, en dan pas overeind komen. Alleen met de buitenarm roeien: Hangen. (Zwaaien met de andere hand)

90 Fouten en Correcties(12)
“Door je bankje trappen” (Benen strekken zonder rug in te zetten) Gevolg: Het grootste deel van de kracht van de haal verdwijnt Oorzaak: Roeiers zitten niet “sterk” bij de inpik, en zetten de rugbeweging niet tijdig in. Soms in combinatie met “nareiken”. Correctie Langzaam laten roeien; vóór inpik sterk zitten, met sterk gebogen benen.

91