Download de presentatie
1
NVVP PLACENTA PATHOLOGIE
PETER G.J. NIKKELS EN MIEK G. HAVENITH
2
Deel 1:. Placenta pathologie bij late intra uteriene
Deel 1: Placenta pathologie bij late intra uteriene vruchtdood en perinatale asfyxie. Rijpingsstoornissen van de placenta Deel 2: Ontstekingen van de placenta
3
DEEL 1 PLACENTA PATHOLOGIE BIJ LATE IUVD EN PERINATALE ASFYXIE RIJPINGSSTOORNISSEN VAN HET PLACENTAPARENCHYM
4
Perinatale sterfte Perinatale sterfte betreft ongeveer 1,5% van alle geboorten In Nederland ongeveer 3000 kinderen Doodgeboorte in west Europa ongeveer 2,2-4,4 / 1000 levend geborenen Risicofactoren: Meerlingen, prematuriteit, eerste of tweede zwangerschap, hypertensie of pre-eclampsie van de moeder, congenitale afwijkingen (20-40%) en ontsteking
5
Oorzaken van iuvd Placenta of navelstreng pathologie 62%
Congenitale afwijkingen 17% Intra-uteriene infecties 2% Trauma % Diversen (tumoren, stapelingsziekten) 3% Onverklaard (12/47 geen placenta) 15% Horn et al. Identification of the causes of intrauterine death during 310 consecutive autopsies. European Journal of Obstetrics & Gynaecology and Reproductive Biology 113 (2004), Onderzoek aan universiteitskliniek Leipzig, IUVD van /7 weken.
6
Oorzaken van iuvd Placenta of navelstreng pathologie 62%
Utero-placentaire pathologie 38% Dysmaturiteit van parenchym 23% Ontsteking 14% Navelstreng % (Compressie, bloeding, hematoom) Anders (TTTS, chorangioom etc.) 3% Horn et al. Identification of the causes of intrauterine death during 310 consecutive autopsies. European Journal of Obstetrics & Gynaecology and Reproductive Biology 113 (2004), Onderzoek aan universiteitskliniek Leipzig, IUVD van /7 weken.
7
ZOBAS studie Zinnig Onderzoek Bij Antepartum Sterfte
Placenta en obductie Macroscopie placenta en navelstreng Gewicht Infarcering Intervilleuze trombose Fibrine Microscopie Maturatie van het parenchym
8
Normale ontwikkeling van het placenta parenchym
Placenta: het snelst groeiende orgaan van het menselijk lichaam van 1 tot 5 x 1010 cellen in 38 weken
10
Normale ontwikkeling van het placenta parenchym
EERSTE TRIMESTER In eerste 12 weken uitsluitend mesenchymale villi Ontwikkeling van immature intermediaire villi met twee lagen trophoblast Ontwikkeling van stam vlokken met centraal fibreus stroma Amnion holte Dooierzak
11
Normaal 13 weken
12
Normaal 13 weken
13
Normaal 23 weken
14
Normaal 23 weken
15
Normale maturatie van het placenta parenchym
TWEEDE TRIMESTER Parenchym bestaat uit immature intermediaire villi en er is ontwikkeling van mature intermediaire villi Grootste variatie in villus vorm en diameter Hecht vlokken verliezen losmazig mesenchymaal stroma en langs deze vlokken kan wat fibrinoid materiaal worden gezien
16
Normaal 25 weken
17
Normaal 25 weken
18
Normaal 31 weken
19
Normaal 31 weken
20
Normale maturatie van het placenta parenchym
DERDE TRIMESTER Ontwikkeling van terminale villi Bij 40 weken is 40% van het vlok volume terminale villus Een terminale villus heeft syncytio-vasculaire membranen Hecht vlokken zijn bedekt met fibrinoid materiaal
21
Normaal 35 weken
22
Normaal 35 weken
23
Normaal 35 weken
24
Normaal 35 weken
25
Normaal 40 weken
26
Normaal 40 weken
28
Abnormale rijping van het parenchym
Toegenomen rijping Achtergebleven rijping en dysmaturiteit
29
Toegenomen rijping Utero-placentaire overgangspathologie
Verminderde bloedtoevoer naar placenta door afwijkingen in spiraalarteriën maternale hypertensie of pre-eclampsie. Soms ook afwijkingen in vaten in de vliezen of de decidua (acute atherose) Meerlingplacenta’s (twee of meer) Ontvanger bij tweeling-transfusie syndroom
32
Meerkernige trofoblast
33
spiraalarterie
37
Toegenomen rijping, voorbeeld 1
G3P2, ongecompliceerde obstetrische voorgeschiedenis zwanger van nieuwe partner pre-eclampsie en ernstige IUGR SC bij 28 weken ivm foetale conditie placenta gewicht 184 gram (< p 10) < 5% witte solide haarden op doorsnede
40
NRBC
41
Toegenomen rijping voorbeeld 1
Vorming van terminale villi bij 28 weken Hyperchromasie van trofoblast Toegenomen syncytiale knopvorming (Tenney-Parker) Ernstige tekenen van chronische foetale hypoxie (toename NRBCs) Foetaal gewicht onder de p3
42
Toegenomen rijping, voorbeeld 2
G1P0, pre-eclampsie SC bij 28 weken ivm maternale conditie Placenta gewicht 230 gram (conform p25) 5% witte solide haarden op doorsnede
46
Toegenomen rijping, voorbeeld 2
Vorming van terminale villi bij 28 weken Hyperchromasie van trofoblast Toegenomen syncytiale knopvorming Geen tekenen van chronische foetale hypoxie (geen NRBCs) Foetaal gewicht laag normaal
47
Toegenomen rijping Vorming van terminale villi voor 35-36 weken
Hyperchromasie van trofoblast Toegenomen syncytiale knopvorming Zeer lange en slanke villi Veel ruimte tussen de vlokken
50
Andere afwijkingen bij utero-placentaire overgangspathologie
Infarcten (partiele) solutio (Massale) subchoriale hematomen Intervilleuze thrombi / hematomen
51
Toegenomen rijping voorbeeld 3
Recipiënt van tweeling transfusie syndroom SC bij 30 weken ivm slechte foetale conditie na meerdere malen ontlastende vruchtwaterpunctie
52
recipiënt 30 weken donor
53
Achtergebleven rijping en dysmaturiteit
Minder terminale villi dan verwacht voor de zwangerschapsduur. Vanaf 30 weken zijn terminale villi sporadisch herkenbaar. Bij 40 weken bestaat 40% van de vlokken uit terminale villi. Maternale diabetes Macrosomie zonder diabetes Chronische villitis Terminale villus deficiëntie Congenitale en / of chromosomale afwijkingen Donor in tweeling transfusie syndroom Foetale anemie of lage colloid osmotische druk Foetale decompensatio cordis
54
Achtergebleven rijping voorbeeld 1
G2P1, bekend met DM type 1 Spoed SC bij 38 weken ivm foetale conditie placenta gewicht 590 gram (conform p90) foetaal gewicht 4000 gram (conform p97) pH 7.00
58
NRBC
61
Achtergebleven rijping voorbeeld 1
Achtergebleven rijping met te weinig terminale villi voor 38 weken Groepjes immature villi en hydropische villi Toename van NRBCs Andere DM geassocieerde afwijkingen zijn: Chorangiose fibrinoide necrose van het vlokstroma
62
Achtergebleven rijping voorbeeld 2
G1P0, normale zwangerschap Spontane partus bij 39 weken placenta gewicht 714 gram (>> p90) foetaal gewicht 3710 gram (conform p50-90)
67
Achtergebleven rijping voorbeeld 2
Achtergebleven rijping en verminderde vorming van terminale villi groepjes immature villi en hydropische villi Soms toename van NRBCs histologische afwijkingen bij macrosomie vergelijkbaar met DM
68
Achtergebleven rijping voorbeeld 3
G3P2, ongecompliceerde obstetrische voorgeschiedenis Sinds drie dagen geen foetale bewegingen gevoeld IUVD bij 37 weken placenta gewicht 500 gram (conform p50-75) Geen tekenen van foetale anemie, Kleihauer negatief
72
NRBC
73
Terminale villus deficiëntie / defective placental maturation
IUVD bij 39 weken IUVD bij 40 weken Placenta met normaal gewicht Placenta met laag normaal gewicht
74
Achtergebleven rijping voorbeeld 3
Volledige afwezigheid van terminale villi Diagnose te stellen na een zwangerschapsduur van weken Geen vorming van syncytio-vasculaire membranen Forse toename van NRBCs defective placental maturation / terminale villus deficiëntie Geen groeirestrictie aan het eind van de zwangerschap wel ernstige hypoxie Stallmach et al. Rescue by birth: defective placental maturation and late fetal mortality. Obstet Gynecol Apr;97(4):505-9.
75
Achtergebleven rijping voorbeeld 4
G1P0 Inleiding bij 37 weken ivm maternale koorts en foetale tachycardie placenta gewicht 430 gram (conform p25) foetale gewicht 2615 gram (conform p10-20) TORCH en alle andere kweken negatief
80
CD 68
81
CD 3
82
Achtergebleven rijping voorbeeld 4
Ernstige villitis van onbekende origine (VUE) infiltraat met macrofagen en T cellen destructieve villitis, minder rijp aspect van villi als verwacht Herhalingsrisico tot 27% Soms geassocieerd met perivilleuze fibrine deposities
83
Achtergebleven rijping voorbeeld 5
Multipele congenitale afwijking Geboren bij een zwangerschapsduur van 35 weken
86
Variabele rijping voorbeeld 1
Bichoriale gemelli placenta bij 38 weken Lichte placentadeel zware placenta deel
87
Foetale trombose G2P1 IUGR PROM bij 36 weken na amniocentese
placenta gewicht 330 gram (< p10) Vele kleine grijs-witte haardjes, < 5% van placenta volume
95
Foetale trombose Moeder en foetus hadden een factor V Leiden mutatie
Grote groepen avasculaire villi als gevolg van foetale trombose incidentie van groepen van avasculaire villi in: Normale placenta’s % Placenta’s met navelstreng met te veel windingen 20 % Pre-eclampsie % Macrosomia zonder DM %
96
Andere afwijkingen geassocieerd met IUVD
Massale perivilleuze fibrine deposities Gitter infarct Maternaal vloer infarct Soms geassocieerd met villitis
97
Massale perivilleuze fibrine deposities met VUE
99
Massale perivilleuze fibrine deposities
101
Andere afwijkingen geassocieerd met IUVD
Navelstrengpathologie Windingen Trombose Hematoom Insertie Te kort en te lang Knoop Hemangioom Meconium geinduceerde necrose Volgende vergadering
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.