Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSonja van de Velde Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Begeleiden van authentieke, complexe opdrachten in het groene onderwijs Dag 3 Naam trainer(s)
2
Programma 3-daagse Introductie op de opdracht Dag 1 ● Oriëntatie fase – probleemformulering, projectplan ● Informerende fase – projectplan Dag 2 ● Verwerkingsfase – uitvoeren projectplan Dag 3 ● Afrondende fase - eindproduct
3
Big Picture: van voorbereiding tot afronding Afrondende fase Uitvoerende fase Voorbereidingsfase Oriëntatie /informerende fase Situationele factoren Learning Outcomes Feedback & Assessment Leer- en begeleiders- activiteiten Visie: wat willen we neerzetten? Groep als doel of middel Beoordeling van groepsopdrachten Organiseren van feedback en begeleiding Intro: duidelijk zijn over wat ze gaan doen en hoe en de beoordelingscriteria Doel: Opdracht/probleem formulering helder krijgen aan welke vragen en doelen tijdens de authentieke/complexe opdracht wordt gewerkt Doel: Van onderzoeksvraag of projectdoelstelling naar plan van aanpak Doel: Uitvoering plan van aanpak, deelresultaten beoordelen, bijstellen en samenvoegen richting eindproduct. Doel: Evaluatie en afronding
4
Terugblik dag 2 Trainer vult aan n.a.v. evaluatie dag 1 en 2
5
Programma dag 3 1. Big Picture: van voorbereiding tot afronding 2. Presentatie 2 producten - Terugblik op invulling opdrachten 3. Beoordeling van a&c opdrachten - Opdracht 1-5 4. 5. Begeleidingsstijlen - Opdracht 6 (begeleidingstijlen test) 5. Bespreken incidenten studentbegeleiding via intervisie 6. Evaluatie 7. Feestelijke afsluiting
6
Presenteren opdracht Opdracht 1 ● Elk team presenteert eindproduct in 7.5 min.(max 10)
7
Beoordeling Opdracht 2 ● Binnen het team worden de individuele cijfers verzameld. ● Er wordt besproken op basis waarvan het cijfer is bepaald.
8
Wat beoordeel je en wanneer is het goed?
9
Situationele Factoren Leer- en docent -activiteiten Learning Outcomes Feedback & Assessment Alignment
10
Beoordelen a.d.h.v. observaties Opdracht 3 ● Beoordeel individueel wat je hebt gezien en gehoord over de uitgevoerde opdracht of het opgeleverde product van het andere team. ● Vergelijk de individuele beoordelingen binnen je eigen team. ● Bespreek afwijkingen in beoordeling met elkaar.
11
Beoordeling m.b.v. competenties Opdracht 4 ● Bepaal op welke drie competenties je de andere groep wilt beoordelen. ● Formuleer gedragsindicatoren bij deze 3 competenties (competenties van eigen opleiding of werkblad 3.1). ● Bespreek met elkaar of de gedragsindicatoren helder zijn: hebben jullie hetzelfde beeld?
12
Situationele Factoren Leer- en docent -activiteiten Learning Outcomes Feedback & Assessment Alignment
13
Formatieve vs Summatieve Assessment Summatief: terugkijkend en cijfer Formatief: vooruitkijkend, op ontwikkeling en groei gericht en meestal zonder cijfer. ● Meerdere manieren, maar feedback is een belangrijk onderdeel.
14
Summatieve beoordeling groepsopdracht Structureer de groepstaak zo dat er zowel individuele input nodig is als groepswerk om de taak te volbrengen. Zorg dat de individuele en de groepsbijdragen apart ergens terugkomen, zodat ze beoordeeld kunnen worden. Niet alle onderdelen hoeven beoordeeld te worden en niet elk onderdeel hoeft met de groep gemaakt te worden. Zorg dat wel alle onderdelen die een directe relatie hebben met je LO’s een onderdeel zijn van de beoordeling. Ben vooraf transparant over hoe de beoordeling zal plaatsvinden, verschillende onderdelen van de beoordeling en het gewicht per onderdeel. Geef duidelijke criteria mee (checklist). Berust erin dat je beoordeling nooit volledig objectief zal zijn.
15
Voorbeeld: formatieve beoordeling groepsopdracht Deelnemers geven elkaar feedback aan de hand van duidelijke criteria. Deelnemers stemmen op beste groepsproduct. Bijvoorbeeld: Welk groepje heeft de beste groepsopdracht gemaakt? Lijn 1 – 10, groepsnamen op de lijn leggen/hangen. Bespreken waarom x beter was dan y en y beter was dan z. Jij geeft mondelinge/schriftelijke feedback aan de hele groep op product en/of proces. Duidelijk een link tussen de criteria en wat ze hebben laten zien.
16
Reflectie beoordelen - Beslissingen Wat ga ik beoordelen en wanneer is iets goed? ● Inhoud/product ● Groepsproces Wie ga ik beoordelen? Groep Individu Soort beoordeling? ● Summatieve assessment (cijfer)? ● Formatieve assessment (feedback gericht op ontwikkeling)? Wie gaat beoordelen? ● Docent, Peers, Opdrachtgever, Expert, Student zelf Welke beoordelingsinstrumenten beschikbaar/nodig?
17
Feedback Wat heb je gezien, gehoord: Gebeurtenis Wat doet de gebeurtenis met jou en hoe interpreteer je dit: Gevolg Check bij die ander of deze Interpretatie klopt Geef aan wat je graag als Gewenste situatie zou willen. ● Spreek je wens uit en geef duidelijke alternatieven. ● Overleg samen of maak concrete afspraken.
18
Formatieve teambeoordeling Opdracht 5 Team 1 geeft team 2 een cijfer namens de hele groep en licht dit cijfer toe d.m.v. feedbackregels en geeft aan hoe het nog beter kan. Team 1 geeft feedback + discussie team 2: 7.5 min. Team 2 geeft feedback + discussie team 1: 7.5 min.
19
Lunch
20
Situationele Factoren Leer- en docent -activiteiten Learning Outcomes Feedback & Assessment Alignment
21
Begeleidingsstijlentest Stap1: vul de begeleidingsstijlentest in Stap2: reflecteer Stap 3: wissel met teamgenoten uit wat jullie sterkste kanten zijn. Vergelijk jouw sterke kanten met die van collega’s en vraag wat zij in die fase doen m.b.t. begeleidingsinterventies. Stap 4: vul met je groepje een draaiboek in vanaf de start van een groepsopdracht tot het eind. Geef hierbij aan welke concrete begeleidingsinterventies je in welke fase van de groepsopdracht kunt inzetten (gebruikmakend van de tips van collega’s).
22
Waar zit jij? Maak de begeleidingsstijlentest WEINIG VEEL veel ondersteuning weinig sturing veel ondersteuning veel sturing weinig sturing weinig ondersteuning weinig ondersteuning veel sturing STUREND GEDRAG S3 S2 S4 S1 ONDERSTEUNENDGEDRAGONDERSTEUNENDGEDRAG
23
Het ontwikkelingsniveau van de student hoge lage hoge wisselende lage hoge ONTWIKKELD hoge enige 4 3 2 1ontwikkelingsniveau competentie betrokkenheid IN ONTWIKKELING
24
WEINIG VEEL veel ondersteuning weinig sturing veel ondersteuning veel sturing weinig sturing weinig ondersteuning weinig ondersteuning veel sturing STUREND GEDRAG S3 S2 S4 S1 O N D E R ST E U N E N D G E D R A G IN ONTWIKKELING hoge lage hoge wisselende lage hoge ONTWIKKELD hoge enige ontwikkelingsniveau: competentie betrokkenheid Wanneer, welke begeleidingsstijl?
25
GROEPSONTWIKKELINGSFASEN 4 3 2 1 PRODUKTIVITEIT OPLOSSING ONVREDE ORIENTATIE COMPETENTIE BETROKKENHEID HOOG LAAG
26
PRODUKTIVITEITOPLOSSING ONVREDEORIENTATIE COMPETENTIE BETROKKENHEID HOOG WEINIG VEEL veel ondersteuning weinig sturing veel ondersteuning veel sturing weinig sturing weinig ondersteuning weinig ondersteuning veel sturing STUREND GEDRAG S3S2 S4 S1 O N D E R ST E U N E N D G E D R A G
27
Incidentmethode uitleg Fase 1. Introductie en keuze van het incident Alle deelnemers schrijven één gebeurtenis op die zij in willen brengen en kiezen één incident om verder te bespreken. 2. InformatieDeelnemers stellen nadere vragen over de gebeurtenis 3. Situatie- analyseDeelnemers analyseren de gebeurtenis 4. OplossingenDeelnemers schrijven oplossing op, deelnemers lezen oplossing voor en incidentbrenger vertelt hoe hij/zij zelf gereageerd heeft. 5. DiscussieIncidentbrenger en groep bespreken oplossingen en reflecteren op leermomenten.
28
Afronding Wat wil je meenemen? Invullen persoonlijk actieplan
29
Bedankt en feestelijke afronding Naam trainers
30
Extra slides De volgende slides zijn optioneel
31
Fasen in een groepsproces en begeleiding
32
Mogelijke werkvormen voor afronding Stand up and share: 1 a 2 groepsleden aan totale groep. Na eerste ronden, wordt alleen om aanvullingen gevraagd. Korte presentatie en beantwoorden van vragen uit de groep Gesimuleerde consultantspresentatie met externe experts of studenten van een jaar daarvoor Teamrotatie: team a gaat naar team b en deelt ideeën en team b stelt vragen. Daarna rollen omdraaien. 1 persoon vliegt uit naar een ander team en komt terug en rapporteert Poster presentaties Uitleg bij standpunt/invalshoek. Centrale vraag wordt vanuit verschillende invalshoeken bekeken en beantwoord. Studenten staan in hoeken voor bepaalde invalshoek en leggen die uit aan rondlopende studenten
33
Tip: Mogelijke werkvormen groepsbeoordeling Test taking teams 1. De groep bestudeert samen een onderwerp/onderdeel 2. Individuen maken over dit onderwerp een toets 3. De groep maakt samen de toets voor een groepscijfer Totale cijfer : 2/3 individuele cijfer en 1/3 groepscijfer Groepsmatrix Onderwerpen zijn aangegeven. Studenten krijgen verschillende kleuren pennen of post-its en schrijven in de ‘cellen’ hun bijdrage aangaande de onderwerpen. Zo zijn de verschillende bijdrage te lezen. Dit kun je ook doen met stellingen en een paper. Dialoog dagboek verticale lijn. Aan een kant schrijft student A zijn ideeën over een stuk tekst, college, taak of ervaring en rechts doet dat door te reageren met vragen, suggesties en eigen ideeën.
34
vier supportstrategieën mediërend ondersteunen d regulerend facilitair gerichtheid op decentrale onderdelen gerichtheid op centrale sturing
35
Expert rol (vakdeskundige of specialist) Wat houdt de expert rol in? stelt een diagnose, analyseert de inhoud/het probleem en geeft de juiste oplossingsrichting(en) aan In de expertrol bepaal je de doelen die bereikt moeten worden, het kader waarbinnen gewerkt dient te worden en overleg je hierover nauwelijks met de student. Focus vooral gericht op het vakinhoudelijke resultaat Interactie met student gericht op het verwerven en verwerken van de nieuwe vak inhoud de terugkoppeling vooral betrekking op de taakuitvoering
36
Adviseur rol (begeleider of facilitator) Wat houdt een adviseur rol in? Analyseert een bepaalde werk- of probleemsituatie waarmee een student/team wordt geconfronteerd; Komt op grond van analyses van de situatie tot een oplossingsrichting: het advies. In de adviseur rol Bepaal je samen met de student/de groep de doelen; ondersteunen bij het oplossen van het probleem of bij het bereiken van het doel. Focus Leerproces van student, zowel vakinhoudelijk als opvattingen en meningen en de daarbij behorende attitudes. De terugkoppeling is gericht op het signaleren en bespreken van inconsequenties in de analyse en op de voortgang die de student demonstreert in het hanteren van bepaalde vaardigheden.
37
Coach rol (docent of mentor) Wat houdt de coach rol in? Gericht op het persoonlijk functioneren, de persoonlijke ontwikkeling van de student in de authentieke situatie. Verschil met de adviseur is dat de coach voor de analyse uitgaat van de persoonlijke reflecties, impulsen en opvattingen van de student. In de coach rol Laat je de doelen vooral door de student/de groep bepalen; samen verkennen en verhelderen van de vraag wat het probleem met hem doet. Focus Vooral gericht op de verbetering van het persoonlijk handelen van de student. De interactie gericht op de verheldering van het eigen handelen, van bewustwording van eigen kwaliteiten, opvattingen, vaardigheden en gedrag in een bepaalde werksituatie.
38
Begeleiden op 3 niveaus
39
Opdracht 7 en 8: uitvoeringsfase (trainer en deelnemersactiviteiten) 10 minuten: terugblik naar opdracht TB Geef aan of je in alle fasen actief geweest bent (zie flap) Welke rol (coach, adviseur of expert) heb voornamelijk je aangenomen? Is je rol gelijk gebleven of is die gewijzigd gedurende de opdracht? 15 minuten: uitvoering in algemeen draaiboek Zet dit in het draaiboek: Wie doet wat, wanneer en waarmee voor wat betreft de deelnemerstaken (in volgorde) en de trainerstaken bij die deelnemerstaken in de uitvoeringsfase
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.