Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSarah van der Ven Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Procentuele verandering berekenen. Hoe doe ik dat?! T2 JUNI 2016
2
Wat gaan we vandaag doen? De basis van procentrekenen. Uitleg wat is een “procentuele verandering”? Manieren van het uitrekenen van een procentuele verandering. Stappenplan voor het oplossen van een procentuele verandering. Leren door te oefenen.
3
Wat zijn procenten? Wat is: 100%, 50%, 10% en 1% eigenlijk? Hoe ziet dat er uit op een procentstrook? 100 % 50 % 10 % 1 %1 %1 %1 %
4
Wat is “procentuele verandering”? Procenten reken je normaal uit met de formule: wat : waarvan x 100% Nu verandert de prijs van een DVD van 20 euro naar 15 euro. Wat is de procentuele verandering? De verandering / het verschil is 5 euro ten opzichte van de oude prijs van 20 euro. Dit is 5 / 20 x 100% = 25% verschil. De prijs is met 25% gedaald. Je zou dus een nieuwe formule kunnen bedenken en dat is: verschil :waarvan x 100% Je kan het op nog twee andere manieren berekenen
5
DVD van 20 euro naar 15 euro. Wat is de procentuele verandering? De formule die in jullie boek staat is: (nieuw – oud) : oud x 100% Het nieuwe bedrag = 15 Het oude bedrag = 10 (15 – 20) : 20 x 100% = -25% 100 %? Wat is het verschil? 20 euro1 euro15 euro : 20x 15 : 20 x 15 5 euro 75% 25% gedaald
6
Stappen die je moet doorlopen bij het oplossen van een procentuele verandering som 1.Vraag lezen. Herken dat het om procentuele verandering gaat. a.Snap de vraag. i.Kies de juiste formule (= n-o/o x 100%). 2.Zoek “Nieuw” en “Oud” in de tekst/bron. a.Tekst / bron snappen. b.Samenvatten /markeren / aanvinken/ erbij schrijven. c.Weten wat ‘N’ en wat ‘O’ is 3.Kijk of je alle gegevens hebt, zo niet dan uitrekenen. 4.Vul de formule in en reken uit. 5.Sluit je antwoord aan bij de gestelde vraag? a.Controleer of je antwoord hebt gegeven op de vraag.
7
Stap 1 1.Vraag lezen. Herken dat het om procentuele verandering gaat. a.Snap de vraag. i.Kies de juiste formule (= n-o/o x 100%). minder daling afname lager duurder
8
STAPPENPLAN PROCENTUELE VERANDERING BEREKENEN 1.Lees de vraag om te herkennen dat het om procentuele verandering gaat (= n-o/o x 100), zodat je weet wat je moet doen. a.Snap de vraag en herken dat het om een verandering gaat. b.Noteer de formule van procentuele verandering. 2.Ga op zoek naar ‘nieuw’ en ‘oud’ in tekst / bron a.Lees eerst de vraag en dan de tekst / bron b.Belangrijke dingen: samenvatten /markeren / aanvinken/ erbij schrijven c.Weet je nu wat ‘nieuw’ en ‘oud’ is? 3.Kijken of je alle gegevens hebt, zo niet dan uitrekenen. a.Ben je geen appels met peren aan het vergelijken? 4.Vul formule in en reken uit. 5.Controleer of je antwoord aansluit bij de gestelde vraag. Dus: geef ik antwoord op de vraag? Ja? Klaar. Nee? doorloop het stappenplan opnieuw.
9
DOEN Stap 1 1.Vraag lezen. Herken dat het om procentuele verandering gaat. Markeer de vragen die gaan over procentuele verandering met POTLOOD. Dadelijk controleren we of je het goed hebt.
10
DOEN Stap 1 1.Vraag lezen. Herken dat het om procentuele verandering gaat. a.Snap de vraag. i.Kies de juiste formule (= n-o/o x 100%). Overleg met je buurman/ buurvrouw wanneer je iets niet begrijpt. Vraag lezen. Herken dat het om procentuele verandering gaat. a.Snap de vraag. i.Kies de juiste formule (= n-o/o x 100%). Schrijf de formule op.
11
Had je het goed? Welke vragen gingen over een procentuele verandering… Kijk goed na!
12
Stap 2 (niet geheel van toepassing bij eenvoudige sommen) Ga verder met het stappenplan STAPPENPLAN PROCENTUELE VERANDERING BEREKENEN 1.Lees de vraag om te herkennen dat het om procentuele verandering gaat (= n-o/o x 100), zodat je weet wat je moet doen. a.Snap de vraag en herken dat het om een verandering gaat. b.Noteer de formule van procentuele verandering. 2.Ga op zoek naar ‘nieuw’ en ‘oud’ in tekst / bron a.Lees eerst de vraag en dan de tekst / bron b.Belangrijke dingen: samenvatten /markeren / aanvinken/ erbij schrijven c.Weet je nu wat ‘nieuw’ en ‘oud’ is? 3.Kijken of je alle gegevens hebt, zo niet dan uitrekenen. a.Ben je geen appels met peren aan het vergelijken? 4.Vul formule in en reken uit. 5.Controleer of je antwoord aansluit bij de gestelde vraag. Dus: geef ik antwoord op de vraag? Ja? Klaar. Nee? doorloop het stappenplan opnieuw.
13
Stap 2 1.Stap 1 = klaar. 2.Zoek “Nieuw” en “Oud” in de tekst/bron. a.Tekst / bron snappen. b.Samenvatten /markeren / aanvinken/ erbij schrijven. c.Weten wat ‘N’ en wat ‘O’ is per maand / per jaar bruto / netto totaal =... jaartallen etc.
14
DOEN Stap 2 1.Stap 1 = klaar. 2.Zoek “Nieuw” en “Oud” in de tekst/bron. a.Tekst / bron snappen. b.Samenvatten /markeren / aanvinken/ erbij schrijven. c.Weten wat ‘N’ en wat ‘O’ is 3.Kijk of je alle gegevens hebt.
15
DOEN Stap 4 1.Stap 1 = klaar 2.Stap 2 = klaar 3.Stap 3 = klaar 4.Vul de formule in en reken uit. 5..
16
Stap 5 1.Stap 1 = klaar 2.Stap 2 = klaar 3.Stap 3 = klaar 4.Stap 4 = klaar 5.Sluit je antwoord aan bij de gestelde vraag? a.Controleer of je antwoord hebt gegeven op de vraag. Bereken de procentuele stijging van de vraag naar aardbeien. Niet dat je bijv. de procentuele stijging van het aanbod van aardbeien hebt uitgerekend hè!
17
Controleer of je antwoord hebt gegeven op de vraag. Doen deze leerlingen dat? Als de verkoopprijs van een Batavus (fiets) boven de € 1.800 euro komt is er geen vraag meer naar Batavus. Wat gebeurt er met de winst wanneer de verkoopprijs van Batavus € 1.950 is. Antwoord van een leerling: Dan worden er geen fietsen meer verkocht ANTWOORD: Er is dan helemaal geen vraag, dus ze verkopen niks. De winst is daarom nul euro.
18
Bereken het procentuele verschil tussen jongens en meisjes van 17 jaar met een bijbaantje op SG Sint Laurentius. Aantal studenten van SG Sint Laurentius met een bijbaantje. LeeftijdJongensMeisjes 154035 165543 177870 189092 Leerling 1 35 – 40 / 40 x 100% = 12,5% Leerling 2 70 – 78 / 78 x 100% = - 10,3% Er zijn 10,3% minder meisjes van 17 jaar met een bijbaantje ten opzichte van 17 jarige jongens op SG Sint Laurentius.
19
DOEN Stap 5 1.Stap 1 = klaar 2.Stap 2 = klaar 3.Stap 3 = klaar 4.Stap 4 = klaar 5.Sluit je antwoord aan bij de gestelde vraag? a.Controleer of je antwoord hebt gegeven op de vraag.
20
Leren door te oefenen
21
HW: oefenblad 1 Maak oefenblad 1 met behulp van het schema Snap je iets niet? Je mag me altijd mailen! Snap je iets niet? Je mag me altijd mailen! somurt02@soml.nl somurt02@soml.nl
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.