Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSonja van den Pol Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Hoofd Officier van Dienst (HOvD) Instructie per functie EMRIC en EUMED
2
Inhoud Algemeen Inzetindicaties Wijze van alarmering Ontvangst buitenlandse hulp Inzet buitenlandse hulp Voorlichting Vergoeding kosten Beëindiging inzet
3
Algemeen De HOvD, Dir-CP-Ops en Einsatzleiter zijn in Nederland, België en Duitsland de verantwoordelijke commandanten op het rampterrein. Zij hebben de operationele leiding in handen en staan aan het hoofd van een operationele rampenstaf (NL: COPI, B: CP-OPS, D: TEL). Alleen bij EMRIC 2 en 3 worden operationele coördinatiegroepen opgestart, bij EMRIC 1 vindt een motorkapoverleg tussen de OvD’s plaats.
4
Uitgangspunten inzet buitenlandse eenheden Bijstandseenheden moeten zoveel mogelijk werken als in dagelijkse praktijk. Taalverschillen mogen geen belemmering vormen. De bijstandseenheden moeten zo min mogelijk gebruik hoeven te maken van technische communicatiemiddelen. De bijstandseenheden werken in eigen coördinatiestructuren.
5
Inzetindicaties Na inschatting van de grootte van de calamiteit en het verwachte aantal slachtoffers door de meldkamer of door de hulpverlening ter plekke, kan de meldkamer een beroep doen op hulp van de aangrenzende buitenlandse regio’s.
6
Wijze van alarmering Alarmering van bijstand verloopt uitsluitend op aanvraag van de meldkamer binnen wiens jurisdictie de ongevallocatie valt. Het voor de inzet verantwoordelijke commando kan te allen tijde de alarmering intrekken of de EUMED en/of EMRIC classificatie reduceren nadat de aard en omvang van de calamiteit ter plaatse zijn bepaald.
7
Ontvangst buitenlandse hulp (1) De ingezette hulpdiensten maken voor de onderlinge communicatie in principe en voor zover mogelijk gebruik van eigen apparatuur en de radiofrequentie van de eigen meldkamer om een extra belasting van het radioverkeer op de ongevallocatie te voorkomen. Voor het aanvoeren van hulpdiensten die snel beschikbaar dienen te zijn, kan op basis van besluiten van het voor de inzet verantwoordelijke commando ter plaatse tevens gebruik worden gemaakt van een verzamelplaats of ambulancestation, in de onmiddellijke nabijheid van de ongevallocatie. Deze plaatsen dienen vooraf duidelijk bij de melding te worden aangegeven.
8
Ontvangst buitenlandse hulp (2) De aanvoer van eenheden voor Emric- en/ of Eumed- fase 3 kan uitsluitend op gecoördineerde wijze plaatsvinden via op grotere afstand van de ongevallocatie gelegen verzamelplaatsen. Deze eenheden dienen vanwege de functionele afhankelijkheid van de bijbehorende voertuigen in konvooi te worden aangevoerd. De hulpdiensten uit de buurregio’s staan vanaf het tijdstip van aankomst op de loodspost onder bevel van het voor de inzet verantwoordelijke lokale commando. Het voor de inzet verantwoordelijke commando dient op de loodspost te zorgen voor het registreren en doorsturen van de eenheden.
9
Inzet buitenlandse hulp (1) Buitenlandse bijstandseenheden zullen zich melden en vragen om instructies. Dit kunnen zowel eenheden van de brandweer zijn als eenheden voor spoedeisende medische hulpverlening of voor het verlenen van specialistische taken. De omvang van de bijstandseenheid is afhankelijk van de omvang van de ramp. Deze eenheden moeten een eigen inzetvak of opdracht toebedeeld krijgen. De bijstand is in staat zelfstandig een opdracht uit te voeren.
10
Inzet buitenlandse hulp (2) Inzetopdrachten aan deze eenheden kunnen uitsluitend worden gegeven door het voor de inzet verantwoordelijke commando. Het commando van de bijstandseenheid is verantwoordelijk voor zijn manschappen. Het commando van de bijstandseenheid dient te worden voorzien van locale communicatieapparatuur. Inzet en transport van patiënten mogen niet zelfstandig plaatsvinden zonder het voor de inzet verantwoordelijke commando hierover te informeren.
11
Inzet eenheden brandweer (1) Inzetopdrachten kunnen als volgt worden verdeeld: –Uitvoeren van brandweer-, technische of specialistische hulpverlening afhankelijk van de vraag (Emric 1); –Het afhandelen van een incident in een eigen inzetvak volgens in eigen land gebruikelijke methoden. Het inzetvak wordt ter plekke toegewezen door de leider op de plek incident (Emric 2 en 3). De meldkamer die verantwoordelijk is voor het incident zorgt voor aflossing van de manschappen. Dit geschiedt te allen tijde in overleg met de leider op het rampterrein. Het valt aan te bevelen een ploeg te vervangen door een ploeg afkomstig uit hetzelfde land i.v.m. een naadloze overdracht.
12
Inzet eenheden brandweer (2) Indien sneller aflossing noodzakelijk is dan door de meldkamer wordt voorzien, dient de leider van het inzetvak contact op te nemen met de leider op het rampterrein. Deze zal vervolgens via de meldkamer aflossing regelen volgens bovenstaande afspraken. Indien extra materialen noodzakelijk zijn, danwel brandstof (voor bijvoorbeeld aggregaten) of extra water, wordt dit te kennen gegeven aan de leider op het rampterrein, die dit vervolgens via de meldkamer regelt. De meldkamer kan daartoe contact opnemen met de buitenlandse meldkamer; dit met name bij behoefte aan extra materialen en watertanks.
13
Inzet eenheden medisch Geneeskundige inzetopdrachten kunnen als volgt worden onderverdeeld: –Louter transportopdrachten aan afzonderlijke hulpverleningseenheden; –Stationaire verzorgingsopdrachten ter plaatse voor delen van de ongevallocatie; –Zelfstandige verzorgingsopdrachten, incl. transport. Voor triage wordt stoplichtsysteem “rood-geel- groen” gehanteerd. Gewondenkaarten worden gebruikt als registratiemiddel.
14
Voorlichting De voorlichting geschiedt in ieder land door die dienst(en)/ functionarissen die daartoe zijn aangewezen.
15
Vergoeding kosten Bij Emric en Eumed fase 2 en 3 worden voor de terbeschikkingstelling en inzet van hulpdiensten ten behoeve van grensoverschrijdende hulpverlening worden geen kosten in rekening gebracht op grond van de overeenkomsten zoals die gesloten door de federale overheden van Nederland, België en Nordrhein- Westfalen. De kosten voor burenhulp of specialistische hulpverlening worden verrekend zoals omschreven in de vele overeenkomsten die er bestaan tussen de grensgemeenten in de Euregio Maas-Rijn. De kosten voor het transport van patiënten kunnen op basis van de daarvoor gebruikelijke tarieven aan de patiënten of ziekenfondsen in rekening worden gebracht.
16
Beëindiging van de inzet Het einde van de inzet van grensoverschrijdende hulp wordt door de meldkamer die de hulp heeft aangevraagd, rechtstreeks zowel mondeling als schriftelijk medegedeeld aan de bij de inzet betrokken meldkamers. Ten behoeve van de beoordeling en verdere ontwikkeling van de burenhulp dient elke inzet achteraf te worden geëvalueerd.
17
Afsluiting U heeft het instructieprogramma met succes doorlopen. Voor meer informatie kunt u terecht op www.emric.info.www.emric.info Meer informatie over de hulpverlening in Nederland, België en Duitsland en samenwerkingsafspraken binnen de Euregio vindt u in het rapport 'Grensoverschrijdende hulpverlening in de Euregio Maas-Rijn'.Grensoverschrijdende hulpverlening in de Euregio Maas-Rijn Meer informatie over de samenwerkingsafspraken met betrekking tot grensoverschrijdende hulpverlening vindt u in 'Beter een goede buur, dan een verre vriend'.Beter een goede buur, dan een verre vriend' Klik hier om terug te gaan naar instructie per functie.hier
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.