De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Noordgeest van Ricus van de Coevering

Verwante presentaties


Presentatie over: "Noordgeest van Ricus van de Coevering"— Transcript van de presentatie:

1 Noordgeest van Ricus van de Coevering
Haar naam was Ama. Noordgeest van Ricus van de Coevering Jeroen Dera

2

3 Edward ofosu

4 Joseph conrad – Heart of darkness (1899)
She walked with measured steps, draped in striped and fringed cloths, treading the earth proudly, with a slight jingle and flash of barbarous ornaments. She carried her head high; her hair was done in the shape of a helmet; she had brass leggings to the knee, brass wire gauntlets to the elbow, a crimson spot on her tawny cheek, innumerable necklaces of glass beads on her neck; bizarre things, charms, gifts of witch-men, that hung about her, glittered and trembled at every step. She must have had the value of several elephant tusks upon her. She was savage and superb, wild-eyed and magnificent; there was something ominous and stately in her deliberate progress. And in the hush that had fallen suddenly upon the whole sorrowful land, the immense wilderness, the colossal body of the fecund and mysterious life seemed to look at her, pensive, as though it had been looking at the image of its own tenebrous and passionate soul.

5 De ‘ander’ Edward Saïd, Orientalism (1978): De oosterse ‘ander’ wordt ondergeschikt gemaakt aan het westerse zelf – de ‘ander’ is primitief, irrationeel, sensueel, feminien; de ‘westerling’ is progressief, rationeel, democratisch, masculien. Gayatri Spivak: geen ‘Other’, maar ‘subaltern’: diegene die buiten de hegemonische orde valt.

6 Ethische representaties van het niet-westerse (1)
Homi Bhabha, The Location of Culture (1994): Tegen ‘essentialist claims for the inherent authenticity or purity of cultures which, when inscribed in the naturalistic sign of symbolic consciousness frequently become political arguments for the hierarchy and ascendary of powerful cultures’. We moeten de ander begrijpen vanuit diens (en onze) hybridity.

7 Ethische representaties van het niet-westerse (2)
Édouard Glissant, Poétique de la relation (1990) - In de koloniale situatie is identiteit ‘atavistisch’: de ‘Ander’ is deel van een dualisme; het ‘zelf’ creëert een tegenbeeld op basis van afkomst en territorium. - In de geglobaliseerde wereld is identiteit ‘gecreoliseerd’: het contact tussen atavistische identiteiten heeft tot hybriditeit en fluïditeit geleid. Glissant spreekt in dit opzicht van unité-diversité en stelt de relaties tussen gecreoliseerde identiteiten centraal.

8 Edward ofosu

9 De twee lijnen in dit college
Noordgeest en de ‘ander’

10 Ricus van de coevering (asten, 1974)
Opgeleid als docent economie en wiskunde Debuut Sneeuweieren (2007) ‘Schrijver van Nu’ Academica Debutantenprijs 2009 Noordgeest (2014) Nominatie BNG Literatuurprijs Nominatie Gouden Strop

11 Noordgeest: De receptie (1)
Trouw, Jann Ruyters: positief. De kracht van de roman ligt “in de zorgvuldige en spannende opbouw van het verhaal, die maakt dat je snel door wil lezen, maar ook in Van de Coeverings geheel eigen kalme toon van vertellen, en in zijn prachtig subtiele schets van de personages.” NRC Handelsblad, Sebastiaan Kort: “Dit is zorgvuldig proza dat perfectionisme verraadt. Narratief gezien is het een kunstige puzzel; aan scènes is duidelijk lang gewerkt en de details verraden dat de schrijver zich flink in het onderzoek heeft gestort om ook de details te laten kloppen.” Eindhovens Dagblad, Britte Koopen: “Het personage is zo overtuigend beschreven dat je hem als lezer het liefst bij zijn kraag wilt pakken en wakker schudden. De combinatie van afkeer en medelijden die de auteur weet op te roepen, zorgt er voor dat de roman blijft boeien. Tot op het laatste moment. Van de Coeverings tweede roman heeft lang op zich laten wachten, maar: Rome is ook niet in één dag gebouwd. Is er dan ook een minpunt te vinden bij deze roman? Jazeker, hij is te kort! Van zo’n prachtig boek wil je als lezer graag veel langer genieten.”

12 Noordgeest: De RECEPTIE (2)
Tzum, Guus Bauer: “Noordgeest is een goede roman over ambities, over hoe ver iemand gaat om zijn waanbeelden waar te maken, om de verloren familie-eer te redden. Een echte degelijke Nederlandse roman, maar nogmaals, helaas, helaas, geen universeel verhaal. Het einde is echt te melodramatisch. Hopelijk leeft de derde roman van deze schrijver weer van de suggestie. Prachtige eilanden van zwijgen zoals in Sneeuweieren. Dat krijg je met die hoge verwachtingen, maak die maar eens waar.” Recensieweb, Johan Bordewijk: “Krap aan 200 bladzijden en dan al die overbodige uitweidingen, platte personages en een gebrekkige stijl: Noordgeest is in alle opzichten een wel erg dun verhaal.”

13 Noordgeest, de receptie (3)
De focus in de receptie ligt sterk op de constructie van het verhaal, op de overtuigingskracht van de personages, op de stijl. Wat intussen goeddeels achterwege blijft, is de ideologie die uit de roman spreekt.

14 Noordgeest: een opvoering
“Willem hoorde het dreunen van een diesel en liep naar het raam. Een rondvaartboot schoof tussen de oude gevels voorbij. Terwijl hij naar het flitslicht keek, vroeg hij zich af op hoeveel foto’s hij onbedoeld stond afgebeeld.” (7) “Toen het dreunen van de diesel van een rondvaartboot klonk en Thomas het flitslicht van de toeristen zag, schoof hij de gordijnen dicht.” (208)

15 De blik van willem noordgeest (1)
De leugen “Ama is een dief” herneemt een prototypisch vooroordeel over West-Afrikaanse immigranten. Male gaze leidt tot Ama als subaltern object: “Hij sloot zijn ogen en probeerde te slapen, maar in plaats daarvan zag hij in gedachten Ama naast een emmer op de keukenvloer neerhurken. Schort voor, slippers aan. Ze tilde de dweil als een konijn bij zijn nekvel uit de emmer en kwakte hem op de grond. Hij liep om haar heen, zijn schoenen lieten smerige voetstappen na. Met een bezweet gezicht dweilde ze de vloer, het puntje van haar tong tussen haar tanden. Hij kon tussen haar benen kijken en zag de rode stof van haar slipje.” (20)

16 De blik van willem noordgeest (2)
“Toen hij zag hoe de arts met duim- en wijsvinger Annigjes ogen sloot, besefte hij pas dat het koude water ter hoogte van zijn kruis was blijven staan, zoals álles in zijn leven sindsdien stil was blijven staan.” (28) “Hij vroeg of ze in zijn marmeren bad met de vergulden [sic] kranen wilde baden. (…) Terwijl zij baadde, ging hij naar beneden, naar de drogisterij in de lobby, waar hij deodorant, lippenstift en oogschaduw voor Ama kocht. In de modezaak ernaast kocht hij schoenen met een hakje en een zonnebloemgele jurk. (…) In de jurk kwamen haar vormen nog beter uit – haar stevige borsten, slanke taille, mollige heupen en bovenbenen – en hij kon niet ontkennen dat ze hem mateloos opwond, misschien ook vanwege haar armoede, die haar zo machteloos maakte.” (49-50)

17 De blik van willem noordgeest (3)
“Het idee dat Ama met hem mee zou gaan, wond hem op; zo’n mooie jonge Ghanese meid achter de zware eikenhouten deur van zijn grachtenpand.” (54) “… Thomas was geen jochie meer, maar een man – en voor een man was het makkelijker om te begrijpen wat er tussen hem, Willem Noordgeest, en de Ghanese meid Ama Mensah was voorgevallen.” (177)

18 De blik van willem noordgeest (4)
“Donkere mannen in kleermakerszit in het zand keken hem vies aan. Ze vroegen zich zeker af wat een blanke hier in zijn eentje te zoeken had. Waarom gingen ze de straat niet vegen in plaats van zo doelloos rond te hangen? vroeg hij zich huiverend van de zinloosheid van hun bestaan af.” (30) “Even stond het Willem tegen om als rijke blanke in zo’n terreinwagen eten naar die kinderen te gooien – alsof hij op safari was en de aapjes voerde, - maar al snel kon hij erom lachen omdat de kinderen er zelf zo blij van werden.” (36)

19 De blik van willem noordgeest (5)
Tijdens de excursie naar het fort: “Het viel Willem op hoeveel geweld er kennelijk voor nodig was om een mens tot slaaf te maken.” (36) “Het gegeven dat zijn land zo machtig geweest was en dat zijn voorouders in het bijzonder zo’n belangrijke rol in de geschiedenis gespeeld hadden, vervulde hem met trots, maar tegelijkertijd voelde hij zich opgelaten, bijna schuldig over het onmetelijke leed dat hier was aangericht.” (37) Dit ‘schuldgevoel’ leidt tot de wens iets ‘goeds’ te doen; om Ama mee naar Nederland te nemen.

20 De blik van Willem noordgeest (6)
“Hij was al maanden bezig om de romp van het schip op schaal na te bouwen. Het grootste slavenschip dat ooit gebouwd was – en wel op de rederij van zijn voorouders, waar het in van stapel was gerold.” (79) “Willem pauzeerde even en zei toen: ‘Wanneer is het genoeg? Wanneer heb je zo’n morele schuld afbetaald? Is het ooit genoeg? Thomas, we zouden álles zijn kwijtgeraakt!’” ( ) “‘Vind je ‘t niet mooi?’ vroeg Rosa en ze trok de zoom weer naar haar knieën. ‘Mooi, mooi, laat ik het zo zeggen. Je wordt er zo’n gebruiksartikel van.” (66)

21 Personages als correctief (1)
“Annigje vroeg nuchter wat er aan was, op zo’n schip. Hij had er talent voor als geen ander, vertelde hij trots. De officieren, matrozen en gezellen voelden het; als Noordgeest aan dek kwam, werd het stil. Van nature overmacht, charisma, navigatietalent. Door zijn aders stroomde het talent van zijn voorouders. ‘Noordgeest, mompelde ze, ‘hm, nee, daar heb ik nooit van gehoord.’ (95) “De grachtenkamer, zei Willem, waar door de eeuwen heen de gasten ontvangen werden voordat ze in de achterkamer aan tafel gingen. Industriëlen, bankiers, burgemeesters, slavenhandelaren – en waar gesproken werd over de staat van het land, terwijl zwarte dienstmeisjes de asbakken leegden en de glazen bijvulden. (…) Er moest nog veel gebeuren voordat het bewoonbaar was, zag Annigje wel, maar ze was vaak genoeg in zo’n pand geweest, bij zakenrelaties en opdrachtgevers van haar vader, om te weten hoe romantisch het kon worden.” ( )

22 Personages als correctief (2)
“’Kortom, wij hebben wat bereikt. En vertel eens, Rosaline, dankzij wie wonen we na lange tijd weer hier, in huize Noordgeest aan de gracht?’ Hij zette trots zijn vuist in zijn zij, als toonbeeld van macht, zoals zijn voorouders zich zo graag lieten portretteren. ‘Tssss,’ deed Rosa. En na een korte stilte zei ze: ‘Gadverdamme, Thomas!” Thomas wuifde met zijn hand de lucht haar kant op en begon weer te grinniken. Willem rook het nu ook.” ( )

23 Personages als correctief (3)
“Integendeel, ze voelde steeds sterker dat ze niet terug wilde, omdat het leven hier interessanter vond dan daar. De vrijheid, het buiten zijn, de mensen, de warmte, het beviel haar.” ( ) “De volgende dag had ze een schoolbord en krijtjes gekocht, een paar tafels en stoelen, boeken, schriften en schrijfgerei.” (168) ‘Helpen’ betekent voor Willem: één exemplarisch leven meenemen naar Nederland. De ‘ander’ blijft een subaltern. ‘Helpen’ betekent voor Rosa: iets opbouwen in Ghana. De ‘ander’ wordt gecreoliseerd.

24 Personages als correctief (4)
‘Kom hier!’ Hij sprong opeens uit bed, greep haar om haar middel en duwde haar op bed. Het bootje schommelde, terwijl hij op haar ging liggen en haar broekje naar beneden trok. Ze probeerde hem weg te duwen, maar hij was te sterk. Ze voelde hem steken en schuren tussen haar benen en schreeuwde dat het pijn deed, waarna hij wat voorzichtiger werd. (129) Over Badu: “Ze kende niemand die zo vriendelijk en hoffelijk was als hij.” (164)

25 Symboliek als correctief (1)
“Noordgeest”: de speaking name als archetype. De kennismaking van de lezer met Ama: “De geur van mottenballen steeg op zijn kast, ze werd er misselijk van. Toen ze de piepende deuren wilde sluiten, zag ze onderin een kartonnen doos staan. Ze vouwde hem open en ontdekte tot haar verwondering dat er spullen van Ama in zaten, de hulp in de huishouding, die een jaar geleden uit huis was gevlucht.” (11) “Hij had de sloten laten veranderen, want Ama had de sleutel nog. Ze mochten Ama nooit meer binnenlaten, had hij gezegd.” (15)

26 Symboliek als correctief (2)
“Voor de originele zeventiende- en achttiende-eeuwse kunstwerken die eens in het bezit van de familie Noordgeest waren geweest, hadden zij vanzelfsprekend het geld niet. In plaats daarvan lijstten ze oude prenten en kaarten in en hingen hier en daar een reproductie van een Hollandse meester op.” (107) Noordgeests dood vloeit direct voort uit afname van zijn longcapaciteit: voor onderdrukkers als hij is geen lucht meer beschikbaar.

27 Symboliek als correctief (3)

28 Symboliek als correctief (4)
“En telkens als hij zou thuiskomen, zou hij iets meebrengen dat aan zo’n reis herinneren kon. Een curieus voorwerp waar hij een verhaal bij te vertellen had. De gedroogde vrucht van een platonia uit Paraguay bijvoorbeeld, of een vergulde lotuskelk uit Egypte, of het bontje van een oosterse prinses.” (75)

29 Symboliek als correctief (5)
Willem lijkt aan te spoelen aan de kust van Elmina: “Hij zou voor het eerst voet aan land in Ghana zetten, schoot door zijn hoofd – en het laatste wat hij zag, voordat hij zijn bewustzijn opnieuw verloor, was een breed strand met palmbomen en een wit fort op een rots.” (29-30) Vanaf dat moment is Willem gedoemd met een stok te lopen.

30 Ama als correctief “Een katoenen rok en een blouse, een paar slippers en een paar sandalen, een enkelbandje van houten kralen, een beduimeld dichtbundeltje van Aquah Laluah, Ama’s favoriete Afrikaanse dichteres, en een paar kanten slipjes.” (11) “Hij glimlachte naar haar en zag dat ze een dichtbundel van Kwesi Brew las.” (31) “Hij vroeg of het mooi was, wat ze las. Ama keek glimlachend naar hem op, knikte, en zei dat de strekking van het gedicht was dat alles verandert.” (39) “De zwarte man naast Rosa las een roman.” (145)

31 Kwesi brew – ‘The mesh’ We have come to the cross-roads And I must either leave or come with you. I lingered over the choice But in the darkness of my doubts You lifted the lamp of love And I saw in your face The road that I should take.

32 Noordgeest als niet-hybride roman (1)
Ama en de ‘savage wild’: “Ama had eens verteld over een mooie jongen uit haar geboortedorp. (…) Op een avond werd hij door het dorpshoofd gestraft omdat hij diens dochter zou hebben verleid. Ama hoorde hem schreeuwen en kermen en toen ze ging kijken, zag ze hem tegen een boomstam aan staan met zijn handen en voeten samengebonden en een krans van takjes en stro rond zijn hals. Ze kon door de vlammen zijn gezicht niet zien.” (12) “Daar ergens in de duisternis moest Ghana liggen.” (23) Versus: “Hij zag zichzelf nu van bovenaf, tot aan zijn middel in het water. Hij begon een fel licht uit te stralen.” (29)

33 Noordgeest als niet-hybride roman (2)
“De damp steeg op naar de takken van de baobab en hij legde zijn hoofd in zijn nek en keek naar de blaadjes. Hij vroeg zich af wat er zich in duizend jaar onder zo’n boom allemaal had afgespeeld en welke verhalen er verteld waren. Er overkwam hem iets wonderlijks. Terwijl hij tegen de stam zat, scheen er een warmte in zijn lijf te stromen, een geruststellende warmte, door de wortels uit de aarde opgezogen en via de bast aan hem doorgegeven – hij verzonk in een gelukzalige sentimentele roes.” (46) “Hij wilde haar een hand geven, maar zij omhelsde hem even. Ze rook naar vuur, as en zand – de geboorte van de aarde.” (48)

34 Noordgeest als niet-hybride roman (3)
‘Maar meteen naar huis, begrepen?’ zei hij op strenge toon. (67) “Nadat hij zijn pyjama had aangedaan, ging hij in bed liggen, onder de zware dekens.” (89) “Thomas ging voor de spiegel staan. Hij stroopte zijn mouw op en maakte een spierbal. Het werd tijd dat hij zijn vader naar de waarheid vroeg.” (159)

35 Noordgeest als atavistische roman (1)
“Ze voelde de warme droge wind door haar haar en rook de geur van kerosine nog, maar ook een andere geur, die ze niet kon thuisbrengen: kruidig, zacht, zoetig, de geur van Accra, Ghana of heel West-Afrika misschien.” (150) “Rosa had op televisie weleens programma’s gezien over hulp aan derdewereldlanden en ook kritische geluiden gehoord over de arrogante houding van het Westen om altijd maar beter te weten wat voor anderen het beste is. Maar ze had er zelf plezier in en ook de kinderen werden er vrolijk van, dus waarom zou ze het níét doen? En of het werkelijk helpen was, moesten anderen maar bepalen.” (168) “Mofika knikte en sloeg The Pearl van John Steinbeck open.” (169)

36 Noordgeest als atavistische roman (2)
“Ze had er eerst een tijdje als assistente gewerkt en was toen op het idee gekomen om tassen te gaan maken naar modellen van bekende westerse merken zoals Coco Chanel, maar dan in Ghanese kleuren. De kinderen aan wie ze les gaf, konden die verkopen op het strand of op de boulevard – en nu en dan reed een chauffeur een palet [sic] naar het fort op de rots, waar veel toeristen kwamen.” (190)

37 Ama als subaltern, willem als slachtoffer
Ama is in de tekst niet alleen symbolisch, maar ook letterlijk de ‘ander’: er is voor haar geen handelingsruimte. Willem is een onderdrukker, omdat hij a) zelf een onderdrukte is en b) er een lijn van onderdrukking door zijn bloedbaan loopt.

38 Saskia pieterse, ‘de emancipatie van de lezer’ (2014)
“Zijn er, vergelijkenderwijs, toonaangevende recente Nederlandstalige romans te noemen waarin een personage voorkomt met een niet-Westerse familiegeschiedenis, en waarin dat gegeven louter dat is: een gegeven? Ik heb geen compleet overzicht over de hedendaagse romans en durf hier geen al te stellige uitspraken over te doen, maar ik zou niet veel titels kunnen noemen. Voor zover ik het kan overzien worden tegenwoordig juist die romans geselecteerd voor literaire prijzen en met loftuitingen overladen, die allochtone personages gebruiken als een vehikel om beladen onderwerpen zoals de weinig florissante toestand van de multiculturele samenleving, Westerse zelfhaat en/of Westerse superioriteitsgevoelens, aan de orde te stellen. Ogenschijnlijk laten bekroonde en dus veelbesproken Nederlandstalige romans zich volop uit over globalisering, multiculturaliteit, immigratie en etnische spanningen, maar het is wel spijtig dat de Westerse personages opvallend vaak degenen zijn met de complexe gevoelens hierover, terwijl de personages die als ‘de Ander’ gemarkeerd zijn, doorgaans slechts een instrument zijn om het thema de roman binnen te dragen.”


Download ppt "Noordgeest van Ricus van de Coevering"

Verwante presentaties


Ads door Google