Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdTheophiel Beckers Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
2. Reacties met overdracht van elektronen
Bepalen van het oxidatiegetal van een element Algemeen: Som van de oxidatiegetallen van al de aanwezige atomen is steeds gelijk aan de rechtsboven vermelde lading. ES: men leest het OG af uit de symbolische voorstelling SS: men berekent het OG Steeds geldt: O = -II H = +I F = -I elementen uit groep IA = +I elementen uit groep IIA = +II elementen uit groep IIIA = +III
2
Enkelvoudige stoffen (ES) = 1 symbool:
Cl2 Cl- Na+ Al O2- S8 Ne OG: -I +I -II / Samengestelde stoffen (SS) = minstens 2 symbolen: SO42- OG = -2 1.OG(S) OG(O) = -2 +VI -II 1.x (-II) = -2 x = + 6 OG = -1 HSO3- 1.OG(H) + 1.OG(S) + 3.OG(O) = -1 +I -II 1.(+I) + 1.x + 3.(-II) = -1 +IV x = + 4
3
De verbrandingsreactie De verbranding van aardgas
Ca3(PO4)2 OG = 0 3.OG(Ca) + 2.OG(P) + 8.OG(O) = 0 +II -II 3.(+II) + 2.x + 8.(-II) = 0 +V 2.x = 10 x = + 5 De verbrandingsreactie De verbranding van aardgas In het dagelijks leven verwarmen veel gezinnen hun huis met de warmte die vrijkomt bij de verbranding van aardgas. De chemische formule van de hoofdcomponent in aardgas is en wordt genoemd Bij de volledige verbranding van aardgas ontstaan CH4 methaan koolstofdioxide (CO2) en water (H2O)
4
Het blauw kobaltdichloridepapiertje ....
Waarnemingen Het blauw kobaltdichloridepapiertje .... Na toevoeging van kalkwater ontstaat in de erlenmeyer .... kleurt roze een neerslag Besluit en bijbehorende reactievergelijking Reactievergelijking voor de volledige verbranding van aardgas: CH O2 2 CO H2O 2 Voor elke verbrandingsreactie geldt: is een reactie van brandstof met zuurstofgas O2 telkens vorming van oxiden (MO of nMO) steeds vrijstelling van warmte-energie en lichtenergie
5
Vul aan: CH4 + 2 O2 CO2 + 2 H2O +IV -II +I -II OG: -IV +I daalt -II
Reactievergelijking voor de volledige verbranding van methaan: CH O2 CO H2O +IV -II +I -II OG: -IV +I daalt -II Het OG van O van (in O2) naar (in H2O). Men zegt dat zuurstof gereduceerd wordt of dat zuurstof de oxidator is. stijgt -IV +IV Het OG van C van (in CH4) naar (in CO2). Men zegt dat koolstof geoxideerd wordt of dat koolstof de reductor is. +I Het OG van H blijft ongewijzigd op (in CH4 links en H2O rechts van de reactiepijl).
6
De verbranding van magnesium
We verbranden een reepje grijs magnesiumlint en stellen vast dat: Het magnesiumlint brandt op met een fel wit licht Er blijft witte as over De verbranding gaat gepaard met een vlam/vuur Dit verbrandingsproces stellen we voor in volgende reactievergelijking: O neemt 2 elektronen op 2 Mg O2 2 MgO OG: +II -II Mg geeft 2 elektronen af
7
2 Mg O2 2 MgO OG: II -II Tijdens de verbrandingsreactie het OG van Mg van 0 (in Mg) naar +II (in MgO). Men zegt dat magnesiummetaal geoxideerd wordt. Magnesium is de reductor. Tijdens de verbrandingsreactie het OG van O van 0 (in O2) naar ‑II (in MgO). Men zegt dat zuurstof gereduceerd wordt. Zuurstof is de oxidator. stijgt daalt
8
Positief OG = tekort aan elektronen
Negatief OG = teveel aan elektronen OXIDATIE OG stijgt REDUCTIE elektronen afgeven OG daalt wordt geoxideerd elektronen opnemen is reductor wordt gereduceerd is oxidator
9
Verbranding van Mg = REDOXREACTIE
De redoxreactie Definitie Mg wordt geoxideerd en gelijktijdig wordt O gereduceerd Verbranding van Mg = REDOXREACTIE O wordt gereduceerd O neemt elektronen op O is een oxidator OG ↓ reductie 2 Mg + O2 2 MgO OG: +II -II Mg wordt geoxideerd Mg geeft elektronen af Mg is een reductor oxidatie OG ↑
10
Schrijven van de elektronenoverdracht bij reductie en oxidatie
1. 2. (+2e-) reductie 1. Aantal e- opgenomen/afgestaan 2. Rekening houden met index 2 Mg O2 MgO 1 2 3. Elektronenbalans in orde brengen OG: II -II oxidatie 2. 1. (-2e-) Reductie = vermindering van OG O + 2e- O2- Oxidatie = stijging van OG Mg - 2e- Mg2+ II II In een zuurstofmolecule zitten 2 atomen: O (2e-) O2- In een magnesiummolecule zit 1 atoom: Mg (2e-) Mg2+ 2. 2. 2 1. 1. 1
11
Redoxreacties in het dagelijks leven
Indeling van redoxreacties Analysereacties Zuivere stoffen kunnen onder invloed van energie ontbinden in 2 of meer andere stoffen met andere eigenschappen. AB A + B Synthesereacties Twee of meer enkelvoudige zuivere stoffen verbinden tot een samengestelde zuivere stof met andere eigenschappen. (zie hoger) A + B AB Substitutiereacties Een reactie tussen 2 samengestelde zuivere stoffen of tussen een samengestelde zuivere stof en een enkelvoudige stof, waarbij het ene element wordt vervangen door het andere en omgekeerd. AB C AC B AX BY AY BX
12
Voorbeeld van een analysereactie:
AB A B Vorig schooljaar deden we de proef van Hofmann waarbij water ontbindt in ..………… en door middel van waterstofgas (H2) zuurstofgas (O2) elektriciteit
13
Water diwaterstof + dizuurstof
Reactievergelijking: Water diwaterstof dizuurstof 2 H2O 2 H O2 Oxidatie ; O staat e- af OG: +I -II Reductie ; H neemt e- op Het OG van het element H …….. tijdens de reactie. Men zegt dat H in H2O de ………... is. Het OG van het element O …….. tijdens de reactie. Men zegt dat O in H2O de ………… is. daalt oxidator stijgt reductor
14
1. 2. (-2e-) 2 H2O H2 + O2 2 1 OG: +I -II 2. 2. (+1e-)
Voorstelling van de elektronenoverdracht 1. 2. (-2e-) oxidatie 1. Aantal e- opgenomen/afgestaan 2. Rekening houden met index 2 H2O H O2 2 1 3. Elektronenbalans in orde brengen OG: +I -II reductie 2. 2. (+1e-) Reductie = vermindering van OG H e- H Oxidatie = stijging van OG O e- O +I -II In een waterstofmolecule zitten 2 atomen: H (1e-) H In een zuurstofmolecule zitten 2 atomen: O (2e-) O 2. 2. 2 2. 2. 2
15
4 Fe + 3 O2 + H2O 2 Fe2O3 . H2O(roest) Oxidatie ; Fe staat e- af
Voorbeeld van een synthesereactie: het roesten van ijzer Het roesten van ijzer in vochtige lucht gebeurt volgens onderstaande reactie: 4 Fe O H2O 2 Fe2O3 . H2O(roest) Oxidatie ; Fe staat e- af OG: +I -II +III -II +I -II Reductie ; O neemt e- op stijgt +III Het OG van Fe van (in Fe) naar (in Fe2O3). Ijzer wordt Ijzer is de geoxideerd reductor Het OG van O van (in O2) naar (in Fe2O3). Zuurstof wordt Zuurstof is de daalt -II gereduceerd oxidator +I Het OG van H blijft ongewijzigd op
16
1. 6. (+2e-) 4 Fe + O2 Fe2O3 3 2 OG: +III -II 2. 2. (-3e-)
Voorstelling van de elektronenoverdracht 1. 6. (+2e-) reductie 1. Aantal e- opgenomen/afgestaan 2. Rekening houden met index 4 Fe O2 Fe2O3 3 2 3. Elektronenbalans in orde brengen OG: +III -II oxidatie 2. 2. (-3e-)
17
Oxidatie ; Mg staat e- af
Voorbeeld van een substitutiereactie: lampje van een reddingsvest De stroom voor het lampje van een reddingsvest wordt geleverd door het optreden van volgende redoxreactie: Mg CuCl MgCl Cu OG ↑ Oxidatie ; Mg staat e- af OG: +I -I +II -I OG ↓ Reductie ; Mg neemt e- op oxidator: reductor: Cu in CuCl2 Mg
18
2. 1. (+1e-) 1 Mg + CuCl2 MgCl2 + Cu 2 1 2 OG: +I -I +II -I 1. 1.
Voorstelling van de elektronenoverdracht 2. 1. (+1e-) reductie 1 Mg CuCl2 MgCl Cu 2 1 2 OG: +I -I +II -I oxidatie 1. 1. (-2e-) 1. Aantal e- opgenomen/afgestaan 2. Rekening houden met index 3. Elektronenbalans in orde brengen
19
De spanningsreeks van de metalen
20
Typische eigenschap van metalen
= elektronen afgeven = positieve ionen vormen = geoxideerd worden = reductor zijn
21
Metalen kunnen worden gerangschikt in een spanningsreeks
Na Au Mg Zn Hg Fe Cu
22
De volgorde wordt bepaald door te vergelijken hoe gemakkelijk
- een metaalatoom elektronen afgeeft, - een -metaalion wordt gevormd, - een metaalatoom wordt geoxideerd.
23
De spanningsreeks van de metalen
1. Vaststellingen vanuit het practicum Fe-nageltje + CuSO4-oplossing Cu-draadje + FeSO4-oplossing Waarneming: Waarneming: Er wordt een roodkleurig laagje afgezet op de nagel Het Cu-draadje blijft ongewijzigd Reactie: Reactie: Fe Cu geen reactie Fe + Cu2+ Fe2+ + Cu OG: II II OXIDATIE REDUCTIE reductor: = Fe oxidator = Cu2+ BESLUIT: Fe is de sterkste reductor
24
BESLUIT: Zn is de sterkste reductor
Fe-nageltje + ZnSO4-oplossing Zn-staafje + FeSO4-oplossing Waarneming: Waarneming: Het nageltje blijft ongewijzigd Er wordt een ijzer-laagje afgezet op het Zn-staafje Reactie: Reactie: Fe + Zn2+ geen reactie Zn + Fe2+ Zn2+ + Fe OG: II II OXIDATIE REDUCTIE reductor: = Zn oxidator = Fe2+ BESLUIT: Zn is de sterkste reductor
25
BESLUIT: Zn is de sterkste reductor
Zn-staafje + CuSO4-oplossing Cu-draadje + ZnSO4-oplossing Waarneming: Waarneming: Er wordt een roodkleurig laagje afgezet op het Zn-staafje Het Cu-draadje blijft ongewijzigd Reactie: Reactie: Zn + Cu2+ Zn2+ + Cu Cu + Zn2+ geen reactie OG: II II OXIDATIE REDUCTIE reductor: = Zn oxidator = Cu2+ BESLUIT: Zn is de sterkste reductor
26
Welk metaal (Fe, Cu of Zn) is in combinatie met de ionen van de andere twee metalen telkens de reductor en wordt dus telkens zelf geoxideerd? Zn Welk metaal (Fe, Cu of Zn) is in combinatie met de ionen van de andere twee metalen nooit de reductor en wordt dus nooit zelf geoxideerd? Cu Welk metaal (Fe, Cu of Zn) is dus de sterkste reductor? Zn Welk metaal (Fe, Cu of Zn) is dus de zwakste reductor? Cu Rangschik de metalen (Fe, Cu en Zn) volgens dalend reducerend vermogen. Zn > Fe > Cu
27
2. Vaststellingen vanuit toepassingen
a) Vernietigend natriummetaal Uit bovenstaand knipsel blijkt dat natriummetaal zeer hevig reageert met water volgens de reactie: 2 Na H2O 2 NaOH H2 OG: I -II I -II +I OXIDATIE REDUCTIE geoxideerd reductor Na wordt ………………. , is de ………….. . H in H2O wordt ………………. , is de …………… . gereduceerd oxidator
28
Mg wordt ………………. , is de ………… . Fe3+ wordt ………………… , is de …………… .
b) Beschermend magnesiummetaal Magnesiummetaal wordt in staven aangebracht op de ijzeren romp van een schip. Dit voorkomt roestvorming omdat magnesiummetaal gemakkelijker wordt aangetast dan ijzermetaal omdat de volgende reactie geldt: 3 Mg Fe3+ 3 Mg Fe OG: III II OXIDATIE REDUCTIE geoxideerd reductor Mg wordt ………………. , is de ………… . Fe3+ wordt ………………… , is de …………… . gereduceerd oxidator
29
Rangschikking van de metalen in een elektrochemische spanningsreeks
Na Au Mg Zn Hg Fe Cu
30
Internationale afspraken
* Reductoren rechts, oxidatoren links * De volgorde wordt bepaald door te vergelijken hoe gemakkelijk het metaalatoom elektronen afgeeft: - sterke reductoren rechts boven, - sterke oxidatoren links onder.
31
Bovenaan in de reeks Zwakke oxidator Sterke reductor
Ca Na Mg Al Zn Fe Sn Pb H Cu Ag Hg Au Ca2+ Na+ Mg2+ Al3+ Zn2+ Fe2+ Sn2+ Pb2+ H+ Cu2+ Ag+ Hg2+ Au3+ Sterke reductoren zijn de metalen die gemakkelijk elektronen afstaan graag -ion zijn
32
Onderaan in de reeks Zwakke reductoren
Ca Na Mg Al Zn Fe Sn Pb H Cu Ag Hg Au Ca2+ Na+ Mg2+ Al3+ Zn2+ Fe2+ Sn2+ Pb2+ H+ Cu2+ Ag+ Hg2+ Au3+ Zwakke reductoren de metalen die moeilijk elektronen afstaan graag atoom zijn Sterke oxidator Zwakke reductor
33
Merk op: Aan een zwakke reductor is een sterke oxidator gekoppeld
Aan een sterke reductor is een zwakke oxidator gekoppeld
34
Te onthouden Een spontane redoxreactie treedt op bij een dalende lijn van de reductor naar de oxidator, tussen metaalatomen hoger in de spanningsreeks en metaalionen lager in de spanningsreeks Zn Redox Cu2+
35
Te onthouden Een spontane redoxreactie is onmogelijk bij een stijgende lijn van de reductor naar de oxidator, tussen metaalatomen lager in de spanningsreeks en metaalionen hoger in de spanningsreeks Zn2+ Cu Redox
36
OG: +I –II +I +I +VI –II +I +VI –II +I –II neutralisatie
Samenvatting Bij ionverbindingsreacties wordt het OG gewijzigd / niet gewijzigd tijdens de reactie Bij redoxreacties wordt het OG gewijzigd / niet gewijzigd tijdens de reactie Opgaven 2 NaOH + H2SO4 Na2SO H2O OG: I –II +I I +VI –II +I +VI –II I –II neutralisatie Fe HCl H FeCl2 substitutie OG: I -I II -I CaCO HCl CaCl H2O + CO2 OG: +II +IV -II I -I II -I I -II IV -II gasontwikkeling
37
synthese 4 Na + O2 2 Na2O OG: I -II NaCl + AgNO3 AgCl NaNO3 neerslag OG: I -I I +V -II I -I I +V -II 2 AgCl 2 Ag + Cl2 analyse OG: I -I SnCl FeCl3 SnCl FeCl2 substitutie OG: II -I III -I IV -I II -I FeCl NaOH Fe(OH) NaCl neerslag OG: +III -I I -II +I III -II +I I -I
38
Het OG van O blijft ongewijzigd op ……… (in Fe2O3 en CO2).
Vul volgende tekst aan wat betreft de winning van ijzer uit ijzererts 2. 2. (+3e-) reductie REACTIE: Fe2O C Fe CO2 OG: 2 3 4 3 +III -II +IV -II oxidatie 3. 1. (-4e-) daalt +III Het OG van Fe ……… van ……… (in Fe2O3) naar …… (in Fe). IJzer wordt ………………… . IJzer is de …………… . gereduceerd oxidator stijgt +IV Het OG van C ………… van …… (in C) naar ……… (in CO2). Koolstof wordt ………………… . Koolstof is de ……………. . geoxideerd reductor -II Het OG van O blijft ongewijzigd op ……… (in Fe2O3 en CO2).
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.