Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGert de Lange Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
9 maart 2007De Schelp, Vlaams Parlement Nieuwe gegevens over de woningen Kwaliteit, comfort, tevredenheid Marie Le Roy – Brecht Vandekerckhove 1
2
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 2 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 Inhoud 1.Opzet en methodologie RESULTATEN 2.Kwaliteit en comfort van de woning 3.Evolutie woningkwaliteit 4.Verschillen tussen eigenaars en huurders 5.Andere aspecten van de woonsituatie 6.Aandachtspunten voor het beleid
3
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 3 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Onderzoeksopzet Nood aan nieuwe data over de woningvoorraad en de kwaliteit van de woningen in Vlaanderen Belangrijke vraag: Wat is “woningkwaliteit”? Meerdere invalshoeken -interne kwaliteit -externe kwaliteit -comfort -beleving -omgevingskenmerken -…
4
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 4 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Hoe woningkwaliteit meten? 1.Uitwendige woningschouwing met representativiteit op niveau van de arrondissementen (objecieve meting uitwendige kwaliteit) actualisatie AROHM-survey 1994/1995 2.Bevraging van huishoudens: oa. kwaliteit en staat van de woning, comfort, grootte, beleving, … indicatoren kwaliteit en comfort van de woning
5
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 5 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Woningschouwing 2005 -mei 2005 – februari 2006: 8249 woningen uitwendig onderzocht -10% controle-inspecties 3 delen: -Opname woning -Opname woonomgeving -Bouwtechnische opname
6
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 6 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie 1. Opname woning -Bouwperiode -Type woning, type één-/meergezinswoning -Aantal bouwlagen, gevelbreedte, dakvorm -Hoofd- en bijbestemming van het gebouw -Leegstand in het woongebouw -Toegankelijkheid voor rolstoel -Aanwezigheid voortuin, garage/oprit -Functie van de straat -Oriëntatie van de voorgevel
7
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 7 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie 2. Opname woonomgeving Binnen zichtlijn van +/- 150 m -Aanwezigheid van leegstaande en verwaarloosde gebouwen -Kwaliteit van de vergroening -Aanwezigheid van vervuiling, vernieling, graffiti in de publieke en private woonomgeving -Sociale veiligheid (zichtbaarheid van toegang, ramen, …) -Aanwezigheid van verlichting (toegang, straat, fiets- en voetpaden, …) -Verkeersreglementering en parkeermogelijkheden
8
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 8 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie 3. Bouwtechnische opname DAK -Dakbedekking -Gebinte (draagstructuur) -Randen (zijranden, nokken, noorden, killen, verholen goten) -Goten -Afvoerbuizen -Dakdoorbrekingen -Schoorsteen -Dakkapel -Dakvlakraam -Koepel
9
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 9 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie GEVEL -Metselwerk -Voegen -Bepleistering -Balkelementen -Kolomelementen -Balkon -Erker BUITENSCHRIJNWERK -Ramen -Dorpels -Rolluiken -Deuren / poorten -Beglazing
10
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 10 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Opname van gebreken: 4 types 1.Functionele gebreken (ernstig) = gebreken die bedreigend zijn voor het functioneren van het deelelement Vb: – goot: opvangen en afvoeren van regenwater – afvoerbuizen: afvoeren van regenwater – schoorsteen: afvoeren van rookgassen 2.Constructieve gebreken (ernstig) -Interne constructieve samenhang van een bouwdeel Vb: stijfheid, sterkte, stabiliteit, vormvastheid, … -Externe consructieve samenhang Vb: hechting aan ondergronden of andere bouwdelen
11
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 11 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie 3.Materiaalaantasting (serieus) = teniet gaan van materialen Vb: houtrot, corrosie, betonrot, verwering, …. 4.Esthetische gebreken (gering) = gebreken die betrekking hebben op het directe “aanzien” van bouwdelen Vb: vervuiling, mos-/ alggroei, bekladding, afbladderende verf, …
12
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 12 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Gebrek-kenmerken Intensiteit: Stadium van ontwikkeling van het gebrek -Beginstadium * het gebrek kan met moeite vastgesteld worden, valt bij oppervlakkig kijken niet meteen op, verkeert in de initiatiefase, is nog amper ontwikkeld, … -Gevorderd stadium * het gebrek valt meteen op, is direct aanwijsbaar, is het meest bekend in die vorm -Eindstadium * het gebrek kan technisch gezien niet veel verder toenemen Omvang -Incidentieel (<2%) -Plaatselijk (2-10%) -Regelmatig (10-30%) -Aanzienlijk (30-60%) -Algemeen (>= 60%)
13
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 13 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Berekening uitwendige kwaliteit van de woning obv gebreken + kenmerken in computermodel: * Gebreken aan dak en aan gevel wegen zwaarder door dan gebreken aan buitenschrijnwerk * Gebreken aan constructieve deelelementen wegen zwaarder door dan gebreken aan elementen die staan voor afwerking en/of uitrusting. Vijf kwaliteitsklassen (analoog AROHM-survey 1994/1995): -Zonder gebreken -Klein herstel -Lichte renovatie -Zware renovatie -Te vervangen
14
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 14 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Woningschouwing 2005 -Objectieve meting uitwendige woningkwaliteit in Vlaanderen -Ifv vergelijking met AROHM survey 1994/1995: ook persoonlijke evaluatie door de onderzoeker -Uitwendige schouwing, dus enkel de bouwfysische kwaliteit, de “enveloppe” (dak, gevel en buitenschrijnwerk) -Kwaliteit bepaald louter op basis van gebreken zichtbaar vanaf de straatzijde -Geen indicatie over inwendige toestand van de woning -Steekproef obv Rijksregister enkel bewoonde woningen, leegstand niet opgenomen
15
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 15 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Kwaliteit en comfort obv Woonsurvey 2005 A. Indicator “Fysische staat van de woning” volgens methode Huisvestingsmonografie (SEE 2001, Vanneste, Thomas & Laureyssen) In goede staatKleine herstellingen nodigGrote herstellingen nodig Elektrische installatie Binnenmuren Buitenmuren Ramen Dak Dakgoot In- én uitwendige kwaliteit Subjectieve indicator: gebaseerd op inschatting van de bewoners over de staat van de woningelementen
16
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 16 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie B. Indicator “Comfort van de woning” volgens methode Huisvestingsmonografie (SEE 2001, Vanneste, Thomas & Laureyssen) Op basis van aanwezigheid sanitair, centrale verwarming, woonoppervlakte, noodzaak aan herstellingen, … kwaliteit ontoereikend – basiskwaliteit – goede kwaliteit – goede kwaliteit en ruim – zeer goede kwaliteit
17
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 17 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie 3 indicatoren voor kwaliteit en comfort van de woning: -Uitwendige kwaliteit (Woningschouwing 2005): bouwfysische toestand, enveloppe, objectief -Fysische staat (Woonsurvey 2005): binnen- en buitenzijde, subjectief -Comfort (Woonsurvey 2005): kenmerken van comfort en uitrusting, subjectief
18
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 18 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 1. Opzet en methodologie Ruimtelijke analyse A. Administratieve eenheden Arrondissementen (Woningschouwing) & provincies (Woningschouwing en Woonsurvey) B. Ruimtelijke indeling volgens Studiedienst van de Vlaamse Regering grootstedelijk gebied stedelijk gebied buitengebied regionaalstedelijk gebied kleinstedelijk gebied overgangsgebied platteland RSV SVR (APS)/SPRE
19
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 19 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 Nieuwe gegevens over de woningen in Vlaanderen: kwaliteit, comfort, tevredenheid RESULTATEN
20
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 20 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning 2005 persoonlijke evaluatie 2005 bouwtechnische opname Zonder gebreken66,584,0 Klein herstel26,39,4 Lichte renovatie5,85,7 Zware renovatie1,40,8 Te vervangen0,10,2 Totaal100 Bron: Woningschouwing 2005 2.1. Uitwendige kwaliteit van de woningen
21
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 21 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning 2005 persoonlijke evaluatie 2005 bouwtechnische opname Zonder gebreken1.662.3712.100.273 Klein herstel659.080235.994 Lichte renovatie144.157141.383 Zware renovatie34.16920.228 Te vervangen1.9043.803 Totaal2.501.681 Extrapolatie volledige bewoonde woningvoorraad: Bron: Woningschouwing 2005 Opgelet: raming met betrouwbaarheidsmarge
22
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 22 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning Uitwendige kwaliteit van de woningen in Vlaanderen: -2.100.273 woningen: geen noemenswaardige gebreken -+/- 236.000 woningen: lichte gebreken -141.383 woningen ‘lichte renovatie’: één zwaar gebrek, of meerdere zware gebreken van beperkte aard -20.228 woningen ‘zware renovatie’: uitgebreide zware gebreken van verschillende aard en aan meerdere elementen. Een zware renovatie is echter financieel nog verantwoord. -3.803 woningen ‘te vervangen’: zodanig grote gebreken dat ze hetzij onverbeterbaar zijn, hetzij verbeterbaar of herstelbaar, doch in die mate dat de kostprijs van de herstellingswerken in een onredelijke verhouding staat tot de totale waarde van het gebouw na volledige renovatie. Raming verwaarlozing volgens technisch verslag van de VWC, obv data Woningschouwing 1,6% van de bewoonde woningen is verwaarloosd (+/-39.000 woningen)
23
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 23 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning -Uitwendige kwaliteit is lager naarmate de ouderdom van de woning toeneemt (correlatie = 0,48) -Meergezinswoningen uitwendig van betere kwaliteit dan eengezinswoningen (96,7% woningen zonder gebreken of klein herstel vs. 92,6%) Ruimtelijk: -Uitwendige woningkwaliteit verschilt niet significant tussen stedelijk en buitengebied -Minst gunstige resultaten voor het platteland (1,4% te vervangen of zware renovatie) -In Oost- en West-Vlaanderen: aandeel woningen van lage kwaliteit het grootst (> 1,5% te vervangen of zware renovatie)
24
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 24 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 Aandeel woningen ‘zware renovatie’ en ‘te vervangen’ per arrondissement
25
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 25 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning %N goed 65,51.638.003 matig 25,3632.745 slecht 8,4210.521 zeer slecht 0,820.412 totaal 1002.501.681 2.2. Kwaliteit van de woning op basis van bevraging Synthese-index fysische staat van de woning (Binnen- en buitenzijde van de woning) Bron: Woonsurvey 2005
26
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 26 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning -Geen significante verschillen tussen de provincies -Meer goede woningen in buitengebied (70%) dan in stedelijk gebied (60%) -Minst gunstige resultaten in regionaalstedelijk en kleinstedelijk gebied (10,8% slecht/zeer slecht)
27
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 27 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning Vergelijking indicatoren: uitwendige kwaliteit vs. fysische staat uitwendig Zonder gebreken2.100.273 Klein herstel235.994 Lichte renovatie141.383 Zware renovatie20.228 Te vervangen3.803 Totaal2.501.681 Fysische staat goed1.638.003 matig632.745 slecht210.521 zeer slecht20.412 totaal2.501.681 Verschillende resultaten omwille van: -uitwendige kwaliteit vs. in- én uitwendige kwaliteit -objectieve vs. subjectieve meting wat is kleine herstelling / grote herstelling? -verschillende definiëring kwaliteitsklassen
28
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 28 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning 2.3. Comfort van de woning Comfortindicator op basis van bevraging %N Kwaliteit ontoereikend 2,767.545 Basiskwaliteit 23,2580.390 Goede kwaliteit 36,9923.120 Goede kwaliteit en ruim 26,1652.939 Zeer goede kwaliteit 11,2280.188 totaal 1002.501.681 Bron: Woonsurvey 2005
29
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 29 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 2. Kwaliteit en comfort van de woning -Comfortniveau het laagst in Oost- en West-Vlaanderen (+/- 35% basis of ontoereikend) -Minst gunstige resultaten (groot aandeel kwaliteit ontoereikend en basiskwaliteit) in stedelijk gebied, voornamelijk regionaalstedelijk gebied (33%) -Ook lager comfortniveau op platteland (31% basis / ontoereikend)
30
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 30 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 3. Evolutie van de woningkwaliteit Vergelijkingen in de tijd -Uitwendige kwaliteit: AROHM-survey 1994 / 1995 -Fysische staat van de woning obv bevraging: SEE 2001 -Comfortindicator: SEE 2001
31
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 31 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 3. Evolutie van de woningkwaliteit 3.1. Uitwendige woningkwaliteit Resultaten 1994 / 1995: “300.000 slechte woningen in Vlaanderen” Op basis van uitwendige onderzoek: 259.000 slechte woningen. correctiefactor 1,17 = verhouding tussen % slechte woningen volgens het inwendig onderzoek en hetzelfde % volgens het uitwendig onderzoek factor bepaald op basis van onderzoek uit 1978, enkel voor de provincie Oost-Vlaanderen. 2005: geen correctiefactor gebruikt
32
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 32 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 3. Evolutie van de woningkwaliteit 1994/1995 persoonlijke evaluatie 2005 persoonlijke evaluatie 2005 bouwtechnische opname Zonder gebreken43,366,584,0 Klein herstel25,026,39,4 Lichte renovatie19,95,85,7 Zware renovatie10,61,40,8 Te vervangen1,10,10,2 Totaal100 Uitwendige woningkwaliteit, 1995 - 2005
33
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 33 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 3. Evolutie van de woningkwaliteit SEE 2001Woonsurvey 2005 goed 57,665,5 matig 29,125,3 slecht 11,78,4 zeer slecht 1,60,8 totaal 100 3.2. Synthese-index fysische staat van de woning, 2001-2005
34
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 34 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 3. Evolutie van de woningkwaliteit 3.3. Comfortindicator, 2001-2005 SEE 2001Woonsurvey 2005 Kwaliteit ontoereikend 5,72,7 Basiskwaliteit 27,823,2 Goede kwaliteit 28,436,9 Goede kwaliteit en ruim 21,026,1 Zeer goede kwaliteit 17,111,2 totaal 100
35
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 35 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 3. Evolutie van de woningkwaliteit 3.4. Conclusie Globale gunstige evolutie van de kwaliteit van de woningen in Vlaanderen, op basis van de drie indicatoren (uitwendige kwaliteit, fysische staat, comfort) MAAR deze resultaten verbergen heel wat verschillen tussen regio’s, tussen woningmarktsegmenten, tussen groepen, …
36
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 36 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 3. Evolutie van de woningkwaliteit Mogelijke verklaringen gunstige evolutie -Trend naar aankoop en renovatie van woningen ten nadele van nieuwbouw -Woonsurvey 2005: bij ongeveer 50% van de sedert 1995 gekochte of gekregen woningen, werden grote werken uitgevoerd -Bouwstatistieken: groot en toenemend aantal vergunningen voor woningrenovaties 1995 – 2005: 163.000 bouwvergunningen voor de renovatie van woongebouwen jaarlijks aantal verbouwingen: van 13.000 naar 18.000 -Renovatie-inspanningen in de sociale huursector
37
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 37 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 4. Verschillen tussen eigenaars en huurders 4.1. Uitwendige woningkwaliteit (Woningschouwing 2005) Geen gebreken + klein herstel Lichte renovatie Zware renovatie + te vervangen totaal Eigenaar 94,64,90,5100 Huurder 92,56,31,1100 “koper”92,86,40,8100 “bouwer”97,52,40,1100 private huurder91,57,11,4100 sociale huurder95,93,90,2100
38
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 38 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 4. Verschillen tussen eigenaars en huurders 4.2. Fysische staat van de woning (Woonsurvey 2005) GoedMatigSlechtZeer slecht totaal Eigenaar 71,222,26,30,3100 Huurder 48,334,514,72,4100 “koper”62,128,09,30,5100 “bouwer”84,513,91,60,0100 private huurder45,935,216,12,7100 sociale huurder56,132,410,21,3100
39
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 39 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 4. Verschillen tussen eigenaars en huurders eigenaarhuurder 2001200520012005 Goed 65,271,247,848,3 Matig26,922,232,934,5 Slecht7,46,316,514,7 Zeer slecht0,40,32,82,4 Totaal100 Fysische staat van de woning: evolutie voor eigenaars en huurders Eigenaars: gunstige evolutie Huurders: weinig evolutie Kloof tussen eigenaars en huurders wordt groter
40
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 40 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 4. Verschillen tussen eigenaars en huurders 4.3. Comfort van de woning (Woonsurvey 2005) Goede tot zeer goede kwaliteit Basis- kwaliteit Kwaliteit ontoereikend totaal Eigenaar 76,022,11,9100 Huurder 68,026,65,4100 “koper”69,827,72,5100 “bouwer”86,313,20,5100 private huurder64,829,16,1100 sociale huurder79,118,22,7100
41
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 41 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 4. Verschillen tussen eigenaars en huurders Algemeen: -Duidelijke kloof tussen eigenaars en huurders -Verschillen meer uitgesproken voor indicatoren op basis van bevraging andere methodologie, andere kenmerken opgenomen belevingsaanpassing: huurders kritischer en meer geneigd te klagen, eigenaars minimaliseren gebreken Uitwendige kwaliteit, fysische staat & comfort van de woningen: -grootste inspanningen ter verbetering van de woningkwaliteit nodig in private huursector -kwaliteit van sociale huurwoningen zeer goed -huishoudens die hun woning kochten, wonen minder goed dan zij die zelf bouwden (vaak nog niet alle noodzakelijke renovatiewerken uitgevoerd).
42
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 42 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 Verschillen tussen groepen Multivariate analyses: samenhang tussen socio-economische huishoudkenmerken en kwaliteit en comfort van de woningen. Verklaarde variantie -2,3% van verschillen in uitwendige kwaliteit van de woning -6,5% van verschillen in fysische staat van de woning -15,7% van verschillen in comfort van de woning Huishoudens met zwakste socio-economische profiel (lagere inkomens, lager opgeleiden, ouderen, alleenstaanden, eenoudergezinnen, …) lopen het grootste risico op een lagere woonkwaliteit (vnl. wat betreft comfort)
43
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 43 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 5. Andere aspecten van de woonsituatie 5.1. Energie-aspecten van de woning -66% van de Vlaamse woningen is uitgerust met isolerend glas, 62% met dakisolatie -5% van alle huishoudens maakt gebruikt van minstens één vorm van alternatieve energie (zonne-, bio-, windenergie, groene stroom) -Vergelijking met ander onderzoek: algemene gunstige evolutie, maar nog steeds beperkt. -Verklaringen: toenemende aandacht en gevoeligheid voor milieu- problematiek, premiestelsel, … -Toepassing energiebesparende maatregelen sterk geconcentreerd in de sterkere socio-economische groepen (meer eigenaars, meer financiële draagkracht, groter bewustzijn, …)
44
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 44 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 5. Andere aspecten van de woonsituatie 5.2. Toegankelijkheid en aanpasbaarheid van de woning -Woningschouwing: 80% van de woningen niet toegankelijk voor een rolstoel -Weinig huishoudens (2 à 4%) deden aanpassingen aan de woning ifv dalende mobiliteit (vb.op het gelijkvloers brengen van slaapkamer, toilet of badkamer) -22% van de Vlaamse huishoudens zegt aandacht te schenken aan ouder worden bij keuze en inrichting van de woning -Multivariate analyse – socio-economische huishoudkenmerken: leeftijd = enige determinerende factor wb aandacht voor aanpasbaarheid van de woning -Binnen de groep ouderen is ook het kampen met fysieke beperkingen bepalend: hoe meer beperkingen, hoe beter de woning is aangepast
45
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 45 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 5. Andere aspecten van de woonsituatie 5.3. Tevredenheid met de woonsituatie -Tevredenheid van de Vlaamse huishoudens met de woonsituatie (woning en woonomgeving) is behoorlijk groot: 93% is tevreden of zeer tevreden 2% is ontevreden of zeer ontevreden -Tevredenheid met de woning is uiteraard groter bij betere woningen -Sterkere socio-economische groepen zijn het meest tevreden, maar bewonen ook de meest kwaliteitsvolle woningen en buurten -Ouderen ook grote tevredenheid met woonsituatie ondanks lagere kwaliteit, omwille van vertrouwdheid met woning en woonomgeving (belevingsaanpassing)
46
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 46 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 6. Aandachtspunten voor het beleid -Prangend gebrek aan objectieve informatie over de inwendige woningkwaliteit onvolledig beeld op de kwaliteit van de Vlaamse woningen -Beleidsinspanningen beter richten op specifieke probleemsegmenten en – groepen: private huursector en huishoudens met zwakker socio- economisch profiel -Verdere opvolging, evaluatie en eventuele verfijning van instrumenten ter verbetering van woningkwaliteit (VWC)
47
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ Pagina 47 Marie Le Roy & Brecht Vandekerckhove - Nieuwe gegevens over woningen - 9 maart 2007 6. Aandachtspunten voor het beleid -Premies ter vergroting van de toepassing van energiebesparende maatregelen in de woningen: blijvende inspanningen leveren om alle groepen te bereiken (informatie + financiële haalbaarheid) grotere algemene toepassing van energiebesparende maatregelen in alle Vlaamse woningen -Bijzondere uitdaging voor de komende jaren: verdere adequate afstemming tussen woonbeleid en vergrijzing van de bevolking via principes van levenslang wonen, toegankelijkheid, aanpasbaarheid via aanbod aan alternatieve woonvormen voor ouderen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.