Inleiding Atmosfeer College 11

Presentatie over: "Inleiding Atmosfeer College 11"— Transcript van de presentatie:

1 Inleiding Atmosfeer College 11
Weersystemen Inleiding Atmosfeer College 11

2 Ontwikkeling van een depressie Het weer bij een depressie
1. Inleiding INHOUD COLLEGE : Inleiding Ontwikkeling van een depressie Het weer bij een depressie Bijzondere depressies Het hogedrukgebied Weersystemen

3 Overzicht weersystemen
1. Inleiding Overzicht weersystemen Globaal: H 9, 10 Synoptisch: H 11 Mesoschaal: H 12 Microschaal: H 13-15 Weersystemen

4 Ontwikkelingsstadia in 3D
2. Ontwikkeling van een depressie Ontwikkelingsstadia in 3D Weersystemen

5 Ontwikkelingsstadia in 3D
2. Ontwikkeling van een depressie Ontwikkelingsstadia in 3D Weersystemen

6 Vorming van depressie door: - omzetting Epot in Ekin door:
2. Ontwikkeling van een depressie Cyclogenese Vorming van depressie door: - omzetting Epot in Ekin door: > dalende koude lucht en stijgende warme lucht > versnelling lucht door horizontale drukverschillen - minder belangrijk: vrijkomen van latente warmte bij wolkenvorming Weersystemen

7 2. Ontwikkeling van een depressie
NOAA ch1 06/06/96 14:12 Weersystemen

8 Fronten 2. Ontwikkeling van een depressie Wat zijn fronten?
Hellende zones, overgang in: temperatuur wind Kenmerken: grote horizontale temperatuurgradiënt gevolg: grote verticale windschering Lengteschalen: langs het front km dwars op het front: km Belang: associatie met bewolking en neerslag snelle lokale veranderingen in het weer vaak bij depressies van de gematigde breedten Weersystemen

9 Fronten Koud Warm 2. Ontwikkeling van een depressie Wat zijn fronten?
Merk op: helling tot ongeveer 400 hPa (mb) front zit direct onder polaire straalstroom Koud Warm Weersystemen

10 Fronten 2. Ontwikkeling van een depressie
Frontogenese: vorming van fronten door stroming die de gradiënten versterkt Weersystemen

11 Deformatie kan leiden tot: - Vorming van fronten (frontogenese)
2. Ontwikkeling van een depressie Fronten Deformatie kan leiden tot: - Vorming van fronten (frontogenese) - Dissipatie van fronten (frontolyse) A. IDEALE FRONTOGENESE B. KRITISCHE FRONTOGENESE C. IDEALE FRONTOLYSE Weersystemen

12 Fronten 2. Ontwikkeling van een depressie Front op weerkaart
Merk op: knik in isobaren (niet altijd aanwezig) ruiming van de wind Weersystemen

13 Ontwikkeling op weerkaart
2. Ontwikkeling van een depressie Ontwikkeling op weerkaart Weersystemen

14 Ontwikkeling op weerkaart
2. Ontwikkeling van een depressie Ontwikkeling op weerkaart Weersystemen

15 Ontwikkeling op weerkaart
2. Ontwikkeling van een depressie Ontwikkeling op weerkaart Weersystemen

16 3D “conveyor belt” (transportband) model
2. Ontwikkeling van een depressie 3D “conveyor belt” (transportband) model Warm conveyor belt - vanaf lagere niveaus in de warme sector > adiabatische afkoeling, condensatie, neerslag. Bovenin stroming met de westenwinden. Dry conveyor belt - Vanaf bovenste helft troposfeer, een deel daalt naar het oppervlak > opklaringen achter het koufront Cold conveyor belt - vanaf het NO van L vóór het warmtefront, gaat naar en rond L en stijgt naar hogere niveaus > wordt onderdeel van de westelijke stroming Weersystemen

17 3D “conveyor belt” model
2. Ontwikkeling van een depressie 3D “conveyor belt” model Weersystemen

18 Vereenvoudigde frontenstructuur
3. Het weer bij een depressie Vereenvoudigde frontenstructuur Weersystemen

19 Vereenvoudigde frontenstructuur
3. Het weer bij een depressie Vereenvoudigde frontenstructuur Bovenaanzicht Zijaanzicht Weersystemen

20 Verschijnselen bij een warmtefront
3. Het weer bij een depressie Verschijnselen bij een warmtefront Weersystemen

21 Verschijnselen bij een koufront
3. Het weer bij een depressie Verschijnselen bij een koufront Weersystemen

22 3. Het weer bij een depressie
Doorsnede in 3D Weersystemen

23 3. Het weer bij een depressie
Depressiebanen Weersystemen

24 Gevolgen zware cyclonen
3. Het weer bij een depressie Gevolgen zware cyclonen Hoge windsnelheid Weersystemen

25 Gevolgen zware cyclonen
3. Het weer bij een depressie Gevolgen zware cyclonen Zware sneeuwval Zware ijzel Weersystemen

26 Gevolgen zware cyclonen
3. Het weer bij een depressie Gevolgen zware cyclonen Grote hoeveelheid neerslag Wateropzet Weersystemen

27 Orografische depressie
4. Bijzondere depressies Orografische depressie Kenmerken: - bij stroming over bergen - afhankelijk van windrichting - vorming lijvore - niet “vast” op plaats Weersystemen

28 Thermisch lagedrukgebied
4. Bijzondere depressies Thermisch lagedrukgebied Kenmerken: - bij sterke instraling - boven droog landoppervlak - geen fronten - convectie - dagelijkse gang Iberisch schiereiland: drukverdeling (boven) en temperatuur gemeten door satelliet (rechts). Weersystemen

29 Thermisch lagedrukgebied
4. Bijzondere depressies Thermisch lagedrukgebied Weersystemen

30 Thermisch lagedrukgebied
4. Bijzondere depressies Thermisch lagedrukgebied Weersystemen

31 Thermisch lagedrukgebied
4. Bijzondere depressies Thermisch lagedrukgebied Weersystemen

32 Thermisch lagedrukgebied
4. Bijzondere depressies Thermisch lagedrukgebied Weersystemen

33 4. Bijzondere depressies
Polar low Weersystemen

34 Polar low 4. Bijzondere depressies Kenmerken: - koude lucht
over “warm” zeewater - volgen de hoogste temp. - geen fronten - convectie met veel sneeuw Weersystemen

35 Soorten hogedrukgebieden
5. Het hogedrukgebied Soorten hogedrukgebieden 1. Dynamische hogedrukgebieden - trekkende hogedrukgebieden - subtropische hogedrukgebieden - blokkerende hogedrukgebieden 2. Thermische hogedrukgebieden Weersystemen

36 Trekkend hogedrukgebied
5. Het hogedrukgebied Trekkend hogedrukgebied Kenmerken: - tussen L in - alleen als rug - tgv warme lucht Weersystemen

37 Subtropisch hogedrukgebied
5. Het hogedrukgebied Subtropisch hogedrukgebied Kenmerken: - op 30o NB / ZB - permanent - boven oceanen - bron passaten Weersystemen

38 Blokkerend hogedrukgebied
5. Het hogedrukgebied Blokkerend hogedrukgebied Kenmerken: - semi-permanent - slingering straal- stroom - weghouden van L Weersystemen

39 Thermisch hogedrukgebied
5. Het hogedrukgebied Thermisch hogedrukgebied Kenmerken: - koude kern > L bovenin - semi-permanent - ZO Aziat. wintermoesson Weersystemen

40 Vorming subsidentie-inversie
5. Het hogedrukgebied Vorming subsidentie-inversie - Lucht daalt droog- adiabatisch (Gd) - Warmt op - Vorming inversie Weersystemen

41 Voorbeelden van inversies
5. Het hogedrukgebied Voorbeelden van inversies Inversies op: 220 hPa: tropopause 850 hPa: subsidentie 1000 hPa: straling Weersystemen

42 Subsidentie-inversie
5. Het hogedrukgebied Subsidentie-inversie Winter: - permanente St, Sc - soms mist - motregen/sneeuw Zomer: - bewolking ochtend - lost op in Cu/helder - droog Weersystemen

43 5. Het hogedrukgebied Koude/warme kern Weersystemen