Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdRuben Jansen Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
WP10 - Analyse van het Vlaams Instrumentarium voor Ruimtelijke Planning en Ontwikkeling Evaluatie SRW - Brussel - 25 januari 2012 pieter van den broeck/kristine verachtert/annette kuhk - asro - k.u.leuven
2
I. opdracht
3
opdracht visienota p. 103: « Is het gebruikte instrumentarium toereikend geweest om de ruimtelijke planning uit te voeren? » « Welke invloed hebben het bestuurlijke en financiële systeem gehad op de realisatie van de doelstellingen en de ontplooiing van de instrumenten en vice versa » bijgevolg een dubbele opdracht: - analyse instrumentarium, wat heeft gewerkt en wat niet? - bijdragen tot aanbevelingen, wat kan werken in de toekomst?
4
hypotheses in het veld 1.ruimtelijke planning is niet (langer) strategisch 2.ruimtelijke planning is niet (langer) uitvoeringsgericht 3.ruimtelijke planning heeft geen maatschappelijk draagvlak
5
herformulering opdracht maar wat betekent ‘werken’? van ‘wat heeft (niet) gewerkt?’ naar ‘waarom heeft het (niet) gewerkt, en voor wie, in welke maatschappelijke omstandigheden?’
6
II. aanpak - instrumenten in hun maatschappelijke dynamiek
7
actoreninstrumenten maatschappelijke context aanpak - institutionalistische analyse
8
relevante sociale groep individuele en collectieve actoren institutionele omkadering instrumenten (structureel georiënteerde strategische calculatie) (structureel ingeschreven strategische selectiviteit) bv vergunningensysteem bv structuurplanning beleidsinstrumenten als onderdeel van een socio-politieke dynamiek administraties, juristen, studiebureaus, … gemeentelijke dienst ro juridisch-administratief complex bv bestemmingsplan
9
actoren maken planningssystemen maar handelen er ook binnen strijd over planningssystemen diverse maatschappelijke dimensies bepalen planningssystemen verschillende planningssystemen actief op hetzelfde moment actoren en planningssystemen binnen verschillende paradigma’s, waardensystemen, ‘planningsculturen’, … planningssystemen in een voortdurende dynamiek aanpak - institutionalistische analyse
10
ambities 1.vergunningensysteem 2.projectplanning (incl. stedenbeleid, regionaal ontwerp) 3.structuurplanning 4.ruimtelijk-sectorale planning milieubeleid, economische planning, mobiliteitsplanning 5.buitenlandse inspiraties analyse actueel beleid: focus op 1999 - 2009 met terugblik naar 1962 - 2009
11
III. producten
12
producten steunpunt rapporten: - globale analyse (focus op structuurplanning) - vergunningensysteem - projectplanning artikels (publicatie in progress) - Spatial planning in Flanders. Serving a by-passed capitalism? - Whose permits? The tenacity of permissive development control in Flanders - The institutions of project planning in Flanders onderzoeksvoorstel in onderzoek - onderzoek relaties planning - recht van eigendom - grondbeleid
13
producten internationale werkgroep vergelijking van planningssystemen - Vlaanderen - Italië - Nederland - UK - Polen - Denemarken - Tsjechië - Griekenland - Finland - Frankrijk boek en special issue van ‘planning practice and research’
14
IV. globale analyse (met focus op structuurplanning)
15
structuur voortgangsrapport 1 I Probleemstelling, onderzoeksvraag, leeswijzer II Theoretisch perspectief en Methode III Institutionalistische analyse van het Vlaams ruimtelijk beleid Algemene socio-politieke dynamiek in Vlaanderen na 1945 Een institutionalistische geschiedenis van het ruimtelijk beleid (1962 - 2009) IVHerformulering van de probleemstelling Spanningsvelden in actueel beleid V Denkpistes voor de toekomst van het instrumentarium voor ruimtelijk beleid
16
analyse institutionalistische geschiedenis We kijken nu naar de geschiedenis van de ruimtelijke planning in Vlaanderen, door sleutelactoren, institutionele dynameken en planningsinstrumenten te identificeren die een rol hebben gespeeld in « the making of spatial planning in Flanders » van 1960 tot vandaag. Deze wisselwerking kan men beschrijven als een opeenvolging van een vijftal episodes. Alhoewel sommige actoren, instrumenten en instituties een grote continuïteit hebben, toch zien we in de verschillende episodes ook nieuwe combinaties ontstaan van actoren, instrumenten en instituties. Op de achtergrond hiervan zijn de grote socio-economische (van productie-economie naar diensteneconomie), socio-politieke (fragmentatie van verzuilde en corporatistische besluitvorming, fragmentatie van het middenveld) en cultureel-ideologische (van sociaal- christelijke democratie naar ideologisch liberalisme, marktdenken en individualisering) transformaties van de Keynesiaanse welvaartsstaat aanwezig.
17
1962-1972: vergunningen, verkavelingen en ontwerp gewestplannen 1972-1983: bestemmingsplanning versus structuurplanning (verband streekstudies) 1983-1991: dominantie van het vergunningssysteem en opkomst van stadsontwerp 1991-1999: structuurplanning, milieubeleid, streekontwikkeling, wijkontwikkeling en mobiliteitsplanning in een gemeenschappelijk kader 1999-2009: herstel van het vergunningensysteem, fragmentatie van de structuurplanning, en projectgerichte vormen van planning institutionele geschiedenis - 5 episodes
18
ZEER VOORLOPIG analyse institutionalistische geschiedenis details per episode 62-7273-8383-91 91-99 99-09
19
analyse institutionalistische geschiedenis Episode 1 (1962 - 1972): verkavelingen en richtplannen In 1962 wordt met de wet op de stedenbouw van 29 maart een nieuw instrumentarium toegevoegd aan de bestaande instrumentgroepen voor ruimtelijk beleid (vergunningen-systeem, sociaal-economische planning, infrastructuur-planning). In het daaropvolgend decennium mobiliseert vooral een groep met eigenaars, bouwsector en de juridische wereld de wet op de stedenbouw om verkavelings-vergunningen (als een vorm van bouwrecht) te verkrijgen. Anderzijds geeft minister van ruimtelijke ordening en openbare werken De Saeger (1965 - 1971, CVP), opdracht tot het maken van voorontwerpen van gewestplannen. Daarmee mobiliseert de minister niet zozeer de ‘bestemmingsplanning’ als instrumentengroep maar veeleer de ‘sociaal-economische planning’.
20
episode 1 1962-1972
21
analyse institutionalistische geschiedenis Episode 2 (1972 - 1983): scheiding van bestemmingsplanning en structuurplanning Met de commotie rond de wildgroei aan verkavelingsaanvragen, het KB van 1972, de opdracht van staatssecretaris Dhoore (CVP) in 1974 tot het opmaken van (ontwerpen van) gewestplannen en de precieze vorm die deze laatste aannamen, wordt de ‘bestemmingsplanning’ onderdeel van het ‘vergunningensysteem’. De overeenkomstige relevante sociale groep van eigenaarsverenigingen, bouwsector en juridische wereld, wordt uitgebreid met administraties voor RO op gemeentelijk, provinciaal (voor beroepen) en nationaal niveau. Vanuit hun handelen binnen de institutionele omkadering rond de ‘sociaal- economische planning’, pleiten meer progressieve groepen (onder andere ACW) voor een ruimtelijke structuurplanning, waarin oorspronkelijk sociale en ruimtelijke planning aanwezig waren.
22
episode 2 1973-1983
23
analyse institutionalistische geschiedenis Episode 3 (1983 - 1991): dominantie van het vergunningensysteem en opkomst van stadsontwerp Ten gevolge van de goedkeuring van het minidecreet (1984) met daarin een versoepeling van het vergunningensysteem, de intrede van een nieuwe Vlaamse regering (1985) en het opheffen van de sociale stadsvernieuwing (1987) verdwijnen vanaf 1984 ‘structuurplanning’ en ‘sociale stadsvernieuwing’ op Vlaams niveau van het toneel. Het vergunningensysteem wordt dominant. Een groep met daarin stedenbouwkundigen, Vlaamse steden, ruimtelijk planners, gevolgd door projectontwikkelaars, (her)ontwikkelen het stadsontwerp als een tweede instrumentarium in deze episode. Daarnaast bouwt de milieubeweging in samenwerking met minister van leefmilieu, natuurbehoud en landinrichting Kelchtermans (1988 - 1992) aan de milieuplanning en kennen de landinrichting en ruilverkaveling stilaan een vernieuwing
24
episode 3 1983-1991
25
analyse institutionalistische geschiedenis Episode 4 (1991 - 1999): structuurplanning en aanverwanten in een gemeenschappelijk kader Een gezamenlijke inspanning van de groep met daarin de Vlaamse planningswereld (academici, studiebureaus, intercommunales, steden en gemeenten enz.), de administratie voor ruimtelijke ordening, de milieubeweging, de verdedigers van langzaam verkeer en openbaar vervoer enz., een aantal schandalen inzake ruimtelijke ordening en milieu, successen in de milieu-, mobiliteits-, natuur- en plattelandsplanning, de verkiezing van twee opeenvolgende centrumlinkse regeringen (CVP met sterke ACW inbreng, SP en VU) en de inbreng van meerdere ministers (waaronder ministers van ruimtelijke ordening Kelchtermans en Baldewijns), leidden tot een gecoördineerde inspanning tot het opmaken van een ruimtelijk structuurplan voor Vlaanderen.
26
episode 4 1991-1999
27
analyse institutionalistische geschiedenis Episode 5 (1999 - 2009): herstel van het vergunningensysteem, fragmentatie van de structuurplanning en projectplanning In deze episode gebeuren vrij grondige veranderingen in betrokken actorengroepen, instrumentaria en institutionele omkaderingen, waardoor de coherenties tussen ‘structuurplanning’, ‘vergunningensysteem’, ‘milieuplanning’, ‘streekontwikkeling’, ‘stedenbouw’, ‘stedenbeleid’ enz. actief in de voorgaande episode wegvallen en diverse spanningen ontstaan. Minister van ruimtelijke ordening Van Mechelen (VLD) stemt het vergunningensysteem opnieuw sterker af op de individuele initiatiefnemer/bouwheer, wat uitmondt in een grondige herziening van de wetgeving inzake ruimtelijke ordening. Het internationaal discours rond de competitie tussen steden om internationale investeringen (en bijbehorende internationale vastgoedbewegingen?) creëert nu ook in Vlaanderen een grote aandacht voor het realiseren van stedelijke projecten.
28
episode 5 1999-2009
29
three planning systems (and more) planning permit systemsocio-economic planning -actors in relevant social group - property owners and associations - owners of property outside designated land use - economic sector - local authorities - rightish political parties - law firms and law schools - building and development sector - state - economic sector - planners -… structuring institutions - napoleontic planning permits - 1962 law - property right in law - structure of housing sector - structure of development sector - discourses on property - polities of political parties - property market - keynesian welfare state 1962
30
three planning systems (and more) structure planningplanning permit systemproject planning actors in relevant social group - planning practitioners - planning schools - flemish planning adm. - leftish political parties - socio-ecological organisations - local authorities - law firms and law schools - building and development sector - urban designers and planners - planning and design schools - building and development sector structuring institutions - socio-ecological ‘may 68’ thinking - federalization of Belgium - environmental policy - international strategic planning - land use planning as enemy - spatial structure plan Flanders - law on spatial planning 1999 - flexible view on ‘legal certainty’ - property right in law - structure of housing sector - structure of development sector - property market - subregional land use plans - city-marketing - design traditions - economic restucturing 1999
31
three planning systems (and more) structure planningplanning permit systemproject planning actors in relevant social group - planning practitioners - planning schools - flemish planning adm. - leftish political parties - socio-ecological organisations - property owners and associations - owners of property outside designated land use - economic sector - local authorities - rightish political parties - law firms and law schools - building and development sector - urban designers and planners - planning and design schools - building and development sector - flemish adm. on urban policy - cities - public policy scientists - economic think tanks structuring institutions - socio-ecological ‘may 68’ thinking - federalization of Belgium - environmental policy - international strategic planning - land use planning as enemy - spatial structure plan Flanders - law on spatial planning 1999 - flexible view on ‘legal certainty’ - codex on spatial planning 2009 - permissive permit rules - property right in law - structure of housing sector - structure of development sector - discourses on property - polities of political parties - neo-liberalism - property market - subregional land use plans - project management and strategic planning - ppp and private sector logic - ‘good governance’, public management - property markets - city-marketing - design traditions - urban policy - social housing formats 2009
32
herformulering van de probleemstelling 1.vergunningenbeleid en eigendomsrecht namen de plaats in van / incorporeerden ruimtelijke planning 2. ruimtelijke planning kwam los van sociaal-economische planning en verschoof naar puur ruimtelijke uitspraken 3.het compromis in het rsv, de druk van de vergunningen, barrières tussen sectoren, de beperkingen van het RUP, de institutionalisering van rollen, de veralgemening van de beleidsplanning leidden tot een verschraling van ruimtelijke planning, een scheiding van planning en uitvoering en een spanning tussen strategisch/uitvoeringsgericht en comprehensief/bestemmingsplangericht 4. het nieuw ruimtelijk-maatschappelijk project doorbrak het compromis van eind jaren 1990 en veroorzaakte fragmentatie spanningsvelden
33
fragmentatie van de ‘structuurplanning+’ samengevat en hypothetisch structuurplanning - gewenste ruimtelijke structuur hierarchie van de wegen ven 60/40 afbakeningen stedelijke gebieden 400.000 bijkomende woningen bijkomende bedrijventerreinen … streekontwikkeling milieuplanning mobiliteitsplanning stedenbeleid huisvesting vergunningensysteem vóór
34
fragmentatie van de ‘structuurplanning+’ institutionele veranderingen binnen de structuurplanning institutionele veranderingen binnen andere instrumentgroepen en frames intrede projectplanning institutionele omslag in vergunningensysteem
35
fragmentatie van de ‘structuurplanning+’ samengevat en hypothetisch structuurplanning - … streekontwikkeling milieuplanning mobiliteitsplanning stedenbeleid huisvesting vergunningensysteem na projectplanning
36
herformulering van de probleemstelling Kortom: ‘Het is duidelijk dat in deze omstandigheden coherentie in het ruimtelijk beleid quasi onmogelijk is, de doelstellingen ervan veelal niet kunnen worden gehaald, het strategisch karakter verder afbrokkelt, de realisatiegraad daalt en het maatschappelijk draagvlak afneemt. De ruimtelijke planning kwam dan ook in mineur aan bod in belangrijke ruimtelijke debatten en projecten (nationale luchthaven, Oosterweel- verbinding, stadsregio’s enz.) en men ging op zoek naar mogelijke instrumentele vereenvoudigingen in bijvoorbeeld de ‘sectorwetgeving’ zonder terug te grijpen naar de oorzaken van de ontstane complexiteit.‘
37
denkpistes vertrek van successen, bottlenecks en verklaringen geïdentificeerd in de institutionalistische analyse knoop aan bij inhoudelijke uitdagingen (spanning onvermijdelijke intensivering versus ecologische voetafdruk, spanning accumulatie van welvaart versus sociaal beleid) pas bestaande instrumenten aan of ontwikkel nieuwe instrumenten al doende samen met de stake-holders uitgangspunten - 1
38
inhoudelijke/ruimtelijke uitdagingen denkpistes uitgangspunten - 2 investeringen in de steden versus toename bebouwde oppervlakte, sociale verdringing en diversiteit projecten in het buitengebied versus druk op en transformatie van de open ruimte processen in de havens versus trage realisatie bijkomende bedrijventerreinen en economische transformaties ontwikkelingen stationsomgevingen, wijzigingen aan de hiërarchie van de wegen, investeringen in openbaar vervoer versus groei van goederenvervoer en recreatief verkeer en toename oppervlakte infrastructuren
39
denkpistes knoop aan bij nieuwe coalities en compromissen, overbrug/overstijg tegenstellingen (ook rsv en planningssysteem waren compromissen) het openen van constructieve debatten is nodig om tegenstellingen te overbruggen tussen: - structuurplanning versus vergunningensysteem - structuurplanning versus stedenbeleid - structuurplanning versus ontwerp - structuurplanning versus (rationele?) scenariobouw * - structuurplanning versus sociale planning -... uitgangspunten - 2
40
V. veranderingen in het vergunningensysteem
41
veranderingen in het ‘vergunningensysteem’ formalisering van het vergunningensysteem in 1962 inschakeling van de gewestplannen in het vergunningensysteem versoepeling van het vergunningensysteem in de jaren 1980 verstrenging van het vergunningensysteem in de jaren 1990 voorgeschiedenis
42
veranderingen in het ‘vergunningensysteem’ vergunning volgens versnelde procedures intern flexibele R.U.P.’s voorbereid door structuurplannen uitdoving van generieke afwijkingen van bestaande plannen afschaffing opvulregel splitsing bevoegdheden gemachtigde ambtenaar naar SA en SI mogelijkheid van beroep door derden preventie van overtredingen mbv registers uitbreiding van strafbaarheid 1999 spelers:links CVP, SP, VU, milieubeweging, MINA en SERV, pers, administratie RO, praktijkplanners en academici, ACW, sommige juristen
43
veranderingen in het ‘vergunningensysteem’ uitbreiding vergunbaarheid uitbreiding generieke mogelijkheden voor zonevreemde constructies generieke afwijkingen van bestaande plannen herintrede opvulregel inperking R.U.P.’s afbouw mogelijkheden handhaving stedenbouwkundig inspecteur tweede beroepstrap bij administratieve rechtscolleges inperking strafbaarheid en herstelmaatregelen 2009 spelers:rechts CD&V, VLD, Vlaams Blok, eigenaarsverenigingen, parlementairen en advocatenbureaus gelieerd aan overtreders, Mijn huis mijn recht, lokale (CD&V) mandatarissen, bouwsector
44
veranderingen in het ‘vergunningensysteem’ de vergunning en administratieve logica’s het recht op eigendom doorwerking van de fordistische socio-economische structuur ruimtelijke structuur van België gewestplannen als individualisering van ontwikkelingsrechten (territoriale) configuraties en ideologieën van politieke partijen juridische wereld en de logica van rechtszekerheid bestuurlijke organisatie en haar verschillende logica’s grondbeleid, grond- en vastgoedmarkt het protest van de jaren 1960 en 1970 ontwerperslogica’s institutionele achtergronden en interpretaties
45
planologen vakwereld, opleidingen, … AROHM - ARP en GA ‘vernieuwd’ SP-A – linkervleugel CD&V, Agalev ACW, middenveld begaan met natuur, milieu en mobiliteit, landbouwsector Administraties land, natuur, bos, economie(?)… Lokale overheden begaan met ruimtelijke planning, stadsprojecten,… AROHM - bouwinspectie AROHM - GA ‘vernieuwd’ parket gerecht * regionalisering België, * uitlopers mei ’68: reactie tegen consumptiemaatschappij, ‘grenzen aan de groei’, meer pluralisme in besluitvorming, * ontwikkeling milieu- en mobiliteitsbeleid, * internationale strategische planning, eindtoestandsplanning als vijand, * RSV met compromis open ruimte – economie en compromis landbouw – natuur, DRO ’99, verstrenging woonuitbreidingsgebieden * administratieve controlelogica, * rechterlijke logica, * verstrenging in handhaving vanaf 1995, herstel onder dwangsom als maatregel, rechtszekerheid via planning – vergunning - handhaving, * afgeschafte opvul- en uitzonderingsregels, grote eigenaars, kleine eigenaars (80 % van Vlamingen), eigenaarsverenigingen overtreders (vereniging: NCWV) bedrijfswereld bouw- en ontwikkelingssectoren lokale overheden en (CVP) burgemeester-parlementariërs VLD, rechtervleugel CVP/CD&V, VB AROHM – GA ‘oude stijl’ advocaten gespecialiseerd in RO raad van state structuurplan als voorbereiding Vernieuwd GP verruimde APA’s en BPA’s RUP (nog zonder adm en jur praktijk) PLA+ en sectorBPA strikte vergunning & strikte handhaving, realisatie herstel recht op eigendom volgens grondwet en burgerlijk wetboek (‘rechtszekerheid’), structuur huisvestingssector (‘iedereen eigenaar’) mechanismen van de bouw- en ontwikkelingssector, discours “baksteen in de maag” CVP kiespubliek en cumulregel grondmarkt en -prijzen gewestplannen (uit handen geven van ontwikkelingsrecht) soepele bouw- en verkavelingsvergunning beperkte handhaving afwijkingsmogelijkheden eenduidige bouwvoorschriften Zakdoek-BPA dynamiek vergunningensysteem 1999
46
planologen vakwereld, opleidingen, … RWO ARP en Ag R-E (GSA) (SP-A – linkervleugel CD&V – Groen!) (ACW, middenveld begaan met milieu, natuur&bos, mobiltieit, landbouwsector, landschap, recreatie in open ruimte,…) hoge raad voor herstelbeleid of handhavingsbeleid mei ‘68 en reactie tegen consumptiemaatschappij en verzuiling, ‘grenzen aan de groei’, meer pluralisme in besluitvorming, regionalisering België, milieubeleid, internationale strategische planning, gewestplanning als vijand, rsv met compromis open ruimte – economie en compromis landbouw – natuur, DRO ’99, verstrenging Vlaamse Codex RO ‘09 administratieve controlelogica, rechterlijke logica, rechtszekerheid vrij gebruik eigendom, verstrenging in handhaving en afschaffen uitzonderingen grote eigenaars, kleine eigenaars (80 % van Vlamingen), eigenaarsverenigingen eigenaars zonevreemde woningen en verenigingen bedrijfswereld overtreders en verenigingen lokale overheden en (CVP) burgemeester-parlementariërs VLD, rechtervleugel CVP/CD&V, VB, … advocaten (en kenniscentra) gespecialiseerd in RO bouw- en ontwikkelingssectoren raad van state structuurplan (in adm en jur keurslijf) flexibele A.P.A.’s en B.P.A.’s, vernieuwde GP RUP (in adm en jur keurslijf) strikte vergunning strikte handhaving Vlaamse Codex RO ’09, zachte aanpak overtredingen, recht op eigendom volgens grondwet en burgerlijk wetboek (‘rechtszekerheid’), structuur huisvestingssector (‘iedereen eigenaar’), mechanismen van de bouw- en ontwikkelingssector, discours “baksteen in de maag”, CVP kiespubliek en cumulregel, discours ‘mijn huis, mijn recht’ (vermenging zonevr - handh) herstructurering welvaartsstaat en ideologisch liberalisme grondmarkt- en prijzen gewestplannen (als uit handen geven van ontwikkelingsrecht) RUP in keurslijf, eenduidige voorschriften soepele bouw- en verkavelingsvergunning generieke afwijkingen Zakdoek-RUP, project-RUP hoogdringendheid planologisch attest – Planbaten en -schade dynamiek vergunningensysteem 2009 Beperkte strafbaarheid Beperkte herstelmaatrgelen Sectoren - Administratief - middenveld - politiek draagvlak sectorale toetsen Agentschap Inspectie parket en gerecht
47
veranderingen in het vergunningensysteem’ Aanhoudende dominantie van eigenaars en eigendomsrecht Het nieuwe vergunningensysteem, in 1999 geïntroduceerd door ‘planners’ en ‘handhavers’, wijzigde slechts een klein deel van de toenmalige institutionele omkadering, met name de logica van rechtszekerheid (dynamisch in plaats van statisch) en de bestuurlijke organisatie. De instituties die het recht op eigendom inbedden in het vergunningensysteem bleven onaangeroerd. Vandaag is het vergunningensysteem door de groep van ‘eigenaars’ opnieuw getransformeerd ifv de maximale bescherming van het recht op eigendom. besluiten - 1
48
veranderingen in het vergunningensysteem’ De onmogelijkheid van collectieve projecten De huidige dominantie van de eigendomslogica in het vergunningensysteem, plaatst de soepele vergunning boven beleidsplannen en bestemmingsplannen en maakt het moeilijk voor de overheid om nog coherentie te brengen in haar ruimtelijk beleid, niet via het vergunningenbeleid noch via planning. Dit zal op termijn het realiseren van collectieve doelstellingen, zij het ecologisch, economisch of sociaal, nagenoeg onmogelijk maken. besluiten - 2
49
veranderingen in het vergunningensysteem’ Complexe relaties tussen planning en vergunningen De impact van de wijzigingen aan het vergunningensysteem op het vermogen om collectief te plannen, tonen aan dat beide systemen met elkaar verweven zijn. Het technische verschil dat op het eerste gezicht bestaat tussen een zogezegd controlegericht systeem (vergunningen) en een zogezegd ontwikkelingsgericht systeem (strategische planning), verbergt een complexe onderliggende institutionele dynamiek van actoren, instrumenten en instituties van beide instrumentgroepen, inclusief allerlei discursieve praktijken van beide partijen en over elk van beide instrumentgroepen. besluiten - 3
50
veranderingen in het vergunningensysteem’ 1.het vergunningensysteem opnieuw verbinden aan een min of meer (in onderdelen) coherent socio-economisch project dat erin slaagt ecologische, economische en sociale doelstellingen enigszins te verenigen. 2.het vergunningensysteem opnieuw aanknopen bij die meerderheid van de juridische wereld die dynamische rechtszekerheid kan verbinden met ruimtelijke planning, dit tegenover specifieke groepen die baat hebben bij een statisch concept van rechtszekerheid 3.teruggrijpen naar de essentie van vroegere debatten omtrent eigendomsrecht en daar bruikbare aanknopingspunten uit distilleren, veeleer dan al te technische discussies terzake te voeren, het recht op eigendom is immers een sleutel voor de doorlopende druk op het vergunningensysteem naar meer soepelheid en generieke rechten. denkpistes
51
VI. opkomst van de ‘projectplanning’
52
opkomst van de ‘projectmodus’ vrijkomende havengebieden, waterfronts, spoorwegemplacementen in de jaren 1980 voorlopers stationsomgeving leuven, stad aan de stroom antwerpen, hoog-kortrijk projecten, projecten, projecten in de jaren 1990 en 2000 internationale iconen ‘projectgerichte wijze van ruimtelijk beleid’
53
drie perspectieven het ‘zeer goede stadsvernieuwingsproject’ de projectmodus en de transformatie van de welvaartsstaat, projecten in de ‘new urban policy’ de ‘relatieve autonomie’ van strategische projecten
54
opkomst van de ‘projectplanning’ projectmodus, procesontwerp, projectmanagement - herstructurering welvaartsstaat: projecten ipv vaste patronen - ‘new urban policy’ gericht op marktgerichte competitie van steden - internationale voorbeelden Frankrijk, Engeland, Spanje, … - Vlaamse iconen jaren 1990 (Leuven, Antwerpen, Kortrijk) - commissies Berx en Sauwens PPS en private logica’s - regeerakkoord 1999 en gemeentelijke bestuursakkoorden 2001 - stadsvernieuwingsfonds - PPS decreet, kenniscentrum PPS ‘projectgerichte wijze van ruimtelijk beleid’
55
opkomst van de ‘projectplanning’ verzelfstandigingen, goed bestuur en public management - rendabiliseren patrimonium, inschakeling private sector, bedrijfseconomische organisatie, uitvoering strategische projecten - ‘good governance’ discours en afbouw overheidstaken - aanpassing nieuwe gemeentewet 1995 - regeerakkoord 1999 - BBB en verzelfstandigingen - strategische planning en de groei van de vlaamse administratie verhandelen en ontwikkelen van vastgoed - vlaamse vastgoedmarkt - specifieke deelmarkten met gemengde overheids- en marktlogica’s ‘projectgerichte wijze van ruimtelijk beleid’
56
opkomst van de ‘projectplanning’ communicatie, werving, conflictmanagement, city-marketing - marketing en communicatie - wijkontwikkeling en sociaal-cultureel werk - city-marketing stedenbouwkundig ontwerp, ontwerpend onderzoek - zuid-europese stedenbouw en iconen - vrijkomende sites door transformatie industriële economie - Vlaamse bouwmeester, architectuurscène, … - vastgoedsector en middenklasse - terug naar de stad discours als antwoord op suburbanisatie ‘projectgerichte wijze van ruimtelijk beleid’
57
opkomst van de ‘projectplanning’ stadsvernieuwingsfonds, stedenfonds, subsidie SP’s - stadsvernieuwing, VFIK, urban en SIF voorgeschiedenis - PPS en uitvoeringsgerichte criteria - veiligheidsbeleid - vorming vlaamse administratie, strategische planning afroming van meerwaarden - codex RO (planbaten, stedenbouwkundige lasten) - mogelijkheden PPS sociale huisvesting - werking sociale huisvestingssector - decreet grond- en pandenbeleid ‘projectgerichte wijze van ruimtelijk beleid’
58
instituties van de projectplanning stedenbouwkundig ontwerp, ontwerpend onderzoek, fysieke realisatie projectmanagement, procesontwerp, strategische planning verzelfstandigingen, ‘goed bestuur’ en publiek management PPS en private logica’s verhandelen en ontwikkelen van vastgoed communicatie, werving, conflictmanagement, city-marketing stadsvernieuwingsfonds, stedenfonds, subsidie SP’s afroming van meerwaarden, compensaties, sociale huisvesting
59
samengevat Met de ‘projectplanning’ is in Vlaanderen een verschuiving naar instrumenten en instituties van een meer fysieke en eigendomsgedreven ruimtelijke ontwikkeling zichtbaar. Dit hangt samen met een generatiewissel in de Belgische en Vlaamse politiek, verschuivingen in het Vlaams stedenbeleid naar meer aandacht voor de private sector en de middenklasse, herstructureringen van de overheid volgens bestuurskundige schema’s, verzelfstandiging en contractualisering van overheidstaken en het oprichten van autonome gemeentebedrijven, de opkomst van de projectmodus en het projectmanagement, de opkomst van evenementgerichte communicatiemethodes enz.
60
samengevat Hiermee werkten in de jaren 1990 en vooral 2000 een aantal internationale fenomenen en discoursen door in dynamieken rond het Vlaams ruimtelijk beleid (selectieve deregulering, benadrukken van stedelijke competitiviteit, aandacht voor city- marketing, aantrekken van vermogende bewoners, neutralisering, ‘post-politizering’ en afbouwen van overheidsingrijpen, herstructurering van het (verzuilde) ‘middenveld’ en de beslissingsmechanismen daarvan enz.). Een diverse groep met daarin ontwerpers, bestuurskundigen, planners, administratie stedenbeleid, kabinet stedenbeleid, vastgoedsector, middenklasse bewoners, steden en gemeenten en autonome gemeentebedrijven vormen de overeenkomstige relevante sociale groep.
61
strategische selectiviteit - hypothese De instituties van de ‘projectplanning’ begunstigen (niet deterministisch) het ontwikkelen van vooral fysieke en eigendoms- en marktgedreven projecten gericht op het aantrekken van de middenklasse en het verhogen van de financiële draagkracht van de steden. Experimentele, meer open projecten als collectieve leerprocessen gericht op zwakkere functies en groepen komen in deze institutionele dynamiek minder gemakkelijk van de grond. De instituties van de ‘projectplanning’ bemoeilijken bijgevolg de in beleid en literatuur vooropgestelde doelstellingen inzake ‘het zeer goede stadsproject’ (Loeckx 2009) of ‘het ruimtelijk en sociaal innovatieve strategische project’ (Van den Broeck J et al 2010).
62
denkpistes PPS voorwaarde vervangen door andere criteria en meerwaarde- afroming bestuurlijke hervormingen: aanpassen aan nieuwe inhoudelijke uitdagingen ingrijpen op grondbeleid en vastgoedmarkt opletten met inkapseling door socio-culturele programma’s, ook confrontatie en niets-doen zijn belangrijk herdefiniëren van implementatie …
63
VII. ruimtelijk beleid en milieubeleid
64
ruimtelijk beleid en milieubeleid band structuurplanning - milieubeweging jaren 1960 – 1970 (deel van een brede sociale beweging tegen fordistisch ‘groei’ paradigma) institutionalisering milieubeleid jaren 1980 - 1990 (groene partij, milieuplanning, milieuadministratie, toename ledenaantal milieuverenigingen) - milieubeleid als wegbereider voor RSV, LIN mondialisering milieuproblematiek en -actie (duurzame ontwikkeling, klimaatswijziging), reacties ‘environmental justice’ doorwerking ‘environmental management’ en ‘ecological modernization’ (impact assessment, verhandeling emissierechten, milieueconomie, milieubeleidsevaluatie, individuele gedragsverandering, milieutechnische natuurbouw) - RO? samengevat en hypothetisch
65
ruimtelijk beleid en milieubeleid vlaams ecologisch netwerk MER afbakeningen gebieden van de agrarische en natuurlijke structuur milieuvergunning europese richtlijnen - passende beoordeling integraal waterbeleid buitengebiedbeleid (wug’s, zonevreemde constr., functiewijzigingen) … raakpunten
66
VII. naar een traditie in institutionalistisch onderzoek en beleidsevaluatie?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.