Examenroute Zoetermeer 2016. Startpunt: Zegwaartseweg 27 2722 PP Zoetermeer.

Presentatie over: "Examenroute Zoetermeer 2016. Startpunt: Zegwaartseweg 27 2722 PP Zoetermeer."— Transcript van de presentatie:

1 Examenroute Zoetermeer 2016

2 Startpunt: Zegwaartseweg 27 2722 PP Zoetermeer

3 Hier is de start van de examenroute. Voordat je mag vertrekken, wordt eerst je fiets gecontroleerd en krijg je een theorievraag.

4 We gaan hier linksaf. 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier linksaf. 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

5 We gaan hier linksaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier linksaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? A B We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

6 We rijden over een fietsstraat 1.Wat is een fietsstraat? We rijden over een fietsstraat 1.Wat is een fietsstraat?

7 We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Stop je bij het bord of bij de streep? 3.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Stop je bij het bord of bij de streep? 3.Welke handelingen moet je uitvoeren?

8 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

9 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

10 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

11 We gaan hier linksaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier linksaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

12 We gaan hier rechtdoor 1.Moet je wachten voor het rode licht? 2.Wat doe je als er een auto stilstaat voor het paaltje en zo de doorgang voor jou blokkeert? We gaan hier rechtdoor 1.Moet je wachten voor het rode licht? 2.Wat doe je als er een auto stilstaat voor het paaltje en zo de doorgang voor jou blokkeert?

13 We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

14 We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

15 We gaan hier linksaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier linksaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? A

16 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

17 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

18 We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

19 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

20 We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? 3.Waar moet je op letten als je de bocht om bent gegaan? We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? 3.Waar moet je op letten als je de bocht om bent gegaan?

21 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

22 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

23 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

24 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

25 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

26 We gaan hier rechtdoor 1.Waar moet je op letten? We gaan hier rechtdoor 1.Waar moet je op letten?

27 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

28 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

29 We gaan hier bij de tweede afslag naar links. 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? 3.Mag je ook bij de eerste afslag naar links? We gaan hier bij de tweede afslag naar links. 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? 3.Mag je ook bij de eerste afslag naar links? 1 e afslag 2 e afslag

30 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

31 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang?

32 We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtdoor 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

33 We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier rechtsaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren?

34 We gaan hier linksaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? We gaan hier linksaf 1.Wie heeft er voorrang? 2.Welke handelingen moet je uitvoeren? BA

35 Einde van de examenroute