H3.2 Europa wordt Christelijk Monniken en ridders
De Christelijke kerk rond 500 Vanaf de 4e eeuw: Germaanse geloven in Europa (alleen Italië en Groot-Brittanië nog christelijk) Germanen bestonden uit verschillende stammen Franken worden het meest succesvol met behulp van de kerk
De Kerstening van Europa Tactiek van het bekeren van de ‘heidenen’: Gebruik maken van professionals: missionarissen Eerst de leider van een stam bekeren Heidense elementen verbinden met het christendom (bijv. kerst) Koning Clovis (Franken) bekeert zich tot het christendom (500) Hij kan gebruik maken van de administratie en het bestuur van de kerk De Franken krijgen de christelijke zegen De kerk krijgt militaire bescherming van de Franken
De Kerstening van Nederland 7e eeuw Willibrord (uit Engeland) Maakt Utrecht tot centrum van de kerstening Bonifatius zet werk van Willibrord voort: in 754 vermoord door Friezen bij Dokkum
Organisatie van de kerk paus Seculiere kerk (kerkelijke hiërarchie) Reguliere kerk (kloosterordes) Gelovige volk
De seculiere en Reguliere kerk Hoog: Kardinalen en (aarts)bisschoppen Laag: pastoors (besturen een parochie) Mogen niet trouwen Bevoegd voor kerkelijke handelingen (bijv. sacramenten): opgeleid tot priester Monniken en nonnen Leven in kloosters en volgens kloosterregels Geleid door abt/abdis Gehoorzaamheid, zuiverheid en armoede ‘Ora et Labora’ Door giften worden ze rijk en invloedrijk
Onderwijs/Boeken overschrijven Bidden Onderwijs/Boeken overschrijven Zieken verzorgen Land bewerken Geloof verspreiden (missionarissen)