Voedings-typen Energiebron Koolstof (C) -bron Zuurstof HLO BML Licht fototroof Anorganische verbinding(en) chemolithotroof Organische verbinding(en) chemoorganotroof Koolstof (C) -bron CO2 autotroof Organische verbinding heterotroof Zuurstof Kan alleen leven met O2 obligaat aeroob Gaat dood door O2 obligaat anaeroob Kan zowel met- als zonder O2 facultatief anaeroob HLO BML
Electronen transportketen = cellulaire ademhaling Glucose Glycolyse CYTOSOL e– 2 ATP NAD+ Pyruvaat NADH NADH Electronen transportketen = cellulaire ademhaling Acetyl CoA 34 ATP Citroenzuur cyclus 2 ATP
(drager van electronen uit voeding) Fig. 9-16 Eiwitcomplex Van electron dragers H+ Cyt c Q V FADH2 FAD NAD+ NADH (drager van electronen uit voeding) Electronen transport keten 2 H+ + 1/2O2 H2O ADP + P i ATP synthase ATP 1
Reductie van een ander molecuul dan zuurstof = anaerobe ademhaling Fig. 9-16 Eiwitcomplex Van electron dragers H+ Cyt c Q V FADH2 FAD NAD+ NADH (drager van electronen uit voeding) Electronen transport keten 2 H+ + 1/2O2 H2O ADP + P i ATP synthase ATP 1 Reductie van een ander molecuul dan zuurstof = anaerobe ademhaling
INTERMEMBRANE SPACE H+ Stator Rotor Internal rod Cata- lytic knob ADP Fig. 9-14 INTERMEMBRANE SPACE H+ Stator Rotor Internal rod Cata- lytic knob ADP + P ATP i MITOCHONDRIAL MATRIX
Facultatief anaeroben !!
(a) Alcohol fermentatie Fig. 9-18a 2 ADP + 2 P 2 ATP i Glucose Glycolyse 2 Pyruvaat 2 NAD+ 2 NADH 2 CO2 + 2 H+ 2 Acetaldehyde 2 Ethanol (a) Alcohol fermentatie
(b) Lactaat (melkzuur) fermentatie Fig. 9-18b 2 ADP + 2 P 2 ATP i Glucose Glycolysis 2 NAD+ 2 NADH + 2 H+ 2 Pyruvaat 2 Lactaat (b) Lactaat (melkzuur) fermentatie
EEN Determinatieschema Gram-positieven
Katalase: bescherming tegen zuurstof radicalen Superoxide dismutase 2O2― + 2H+ O2 + H2O2 Katalase 2H2O2 2H2O + O2 Stafylokokken (kat+) Streptokokken (kat−)
Bodemreactie (hemolyse) op bloedagar Streptolysine H2O2
Bodemreactie op bloedagar
EEN Determinatieschema Gram-negatieven
Oxidase Cytochroom-C oxidase is een onderdeel van de electronentransportketen en met name sterk actief bij obligaat aerobe bacteriën. Het oxidase zet tetramethyl-p-phenyleendiamine om tot paarse verbinding
Ademhalingsketen E.coli HLO BML
API: Analytical Profile Index
ONPG: β-galactosidase Splitsing van kleurloos ortho-nitrophenolgalactose geeft geel ortho-nitrophenol Je meet een enzym uit de lactose-afbraak
GLU: Glucose fermentatie Fermentatie geeft zuren Zuren geven pH daling pH daling geeft omslag van de indicator broomthymolblauw (blauw naar geel)
ARA: Arabinose fermentatie Fermentatie geeft zuren Zuren geven pH daling pH daling geeft omslag van de indicator broomthymolblauw (blauw naar geel)
LDC: Lysine decarboxylase activiteit LDC zet lysine om in de basische stof cadaverine. De pH stijging geeft omslag van de indicator phenolrood van geel naar rood Zuurstof geeft oxidatieve deaminering en daarmee vals-positief
ODC: Ornithine decarboxylase activiteit ODC zet ornithine om in de basische primaire amine cadaverine. De pH stijging geeft omslag van de indicator phenolrood van geel naar rood Zuurstof geeft oxidatieve deaminering en daarmee vals-positief
CIT: Citraat als enige C-bron (aeroob)
H2S: Reductie van thiosulfaat (anaeroob) Afdekken met olie houdt het gas vast
URE: Urease (door fac. anaeroob) Urease maakt ammoniak vrij uit ureum. Hierdoor stijgt de pH en slaat de indicator phenolrood om van geel naar rood. Afdekken met olie houdt het gas vast
TDA èn IND: Afbraak tryptofaan Indolpyrodruivenzuur Indol Bruin/rood Roze/Rood Ferrichloride KOVAC’s reagens Tryptofaan deaminase
Nitraatreductie (in Glucose medium) Nitraat reductase Nitriet Rood complex Sulfanylzuur N,N,-dimethyl-alpha-naphtylamine
Nitraatreductie (in Glucose medium) Nitraat reductase Nitriet Nitriet op, dus geen reactie Sulfanylzuur N,N,-dimethyl-alpha-naphtylamine N2
Nitraatreductie (in Glucose medium) Nitraat reductase Zink Nitriet Alsnog rood complex Sulfanylzuur N,N,-dimethyl-alpha-naphtylamine N2
Selectief/electief medium MacConkey: Galzure zouten Lactose pH indicator
Triple Sugar Iron Enten op het oppervlak, èn met een steekent Aeroob op het oppervlak Anaeroob onderin 1 2 3 4 Controle Zonder bacteriën Enten op het oppervlak, èn met een steekent Glucose 0.1% Lactose 1% Saccharose 1% IJzercitraat pH indicator: fenolrood
Triple Sugar Iron Glc Zuur + CO2 Glucose 0.1% Lactose 1% Saccharose 1% IJzercitraat pH indicator: fenolrood Aeroob op het oppervlak Anaeroob onderin 1 2 3 4 Controle Zonder bacteriën Glc + CO2 Zuur
Triple Sugar Iron Glucose 0.1% Lactose 1% Saccharose 1% IJzercitraat pH indicator: fenolrood Aeroob op het oppervlak Anaeroob onderin 1 2 3 4 Controle Zonder bacteriën
Triple Sugar Iron Glucose 0.1% Lactose 1% Saccharose 1% Ijzercitraat/sulfaat pH indicator: fenolrood Aeroob op het oppervlak Anaeroob onderin 1 2 3 4 Controle Zonder bacteriën
Biolog
http://www.vob-ond.be/Biologielexicon/