Bijeenkomst 2 Ethiek 3, Normatieve professionaliteit Week 2: Het moreel beraad
Maar eerst …….. Terugblik op vorige week Vragen naar aanleiding van de literatuur (verplicht onderdeel) De toets
Vorige week: Toelichting op de module en toets Werkwijze: verplichte aanwezigheid en voorbereiding vragen naar aanleiding van de opgegeven literatuur (zie handleiding) Elke week: moreel beraad aan de hand van casuïstiek Discussie naar aanleiding van kernwaarden van ons beroep en persoonlijke ervaringen
Vragen? Tekst pag. 75 – 93 uit ‘Praktijken van normatieve professionalisering (uit: het moresprudentieproject) Moeilijke tekst? Wat is de kern? Wat houdt dat in ‘moreel beraad’?
De toets Klein foutje in de handleiding: Geen mondelinge toets. Essay is de toets Aanwezigheid is verplicht. Bij onvermijdelijke afwezigheid is een vervangende opdracht onderdeel van de toets
Moreel beraad Overleg over moreel dilemma van professionals vanuit verschillende disciplines of invalshoeken. Verschillende stappen Vandaag oefenen met het moreel beraad
Moreel beraad Inbrenger heeft een moreel dilemma Formuleren van het dilemma – waarbij de morele dimensie onder woorden gebracht moet worden. Welke emoties spelen daarbij een rol en hoe verhouden die zich tot morele overtuigingen? Inbrenger vertelt e.e.a. zo specifiek mogelijk, inclusief emoties
Casus in de tekst Tienermeisje (verstandelijke beperking) is ongewenst zwanger. Ze vraagt aan haar gezinsvoogd of zij voor het kind kan zorgen. Gezinsvoogd, zelf net moeder, denkt dat abortus de beste oplossing is. Collega vindt abortus vanuit haar geloofsovertuiging niet goed Ouders vinden dat de voogdij het moet oplossen
Stap 1 Wat raakt je? Wat is het dilemma precies? Dilemma: keuzes tussen vaak onverenigbare mogelijkheden – tussen zelfbeschikking en toekomst van het kind, tussen zorg en zelfstandigheid, tussen geloof of overtuiging en praktische oplossingen, tussen hoop en ellende
Stap 2 Onderzoeken van eerdere ervaringen met dit thema en het onderzoeken van de perspectieven van alle betrokkenen in deze casus. Wat heeft iedereen aan ervaringen in dit verband? (het moreel geheugen) Wat wil de cliënt, de voogd, de ouders, de …………… Wat zijn ieders opvattingen? Wat zijn waarden en normen in ons beroep?
En nu aan het werk! Groepjes van 5 – 7 studenten: 10 – 15 minuten brainstorm over inbreng: met elkaar nadenken over moreel dilemma, uit je persoonlijke leven, uit je stage, uit de literatuur. Daarna vijf minuten voorbereiding voor de inbrenger Verschillende rollen
De inbrenger: Is de sociale professional die antwoorden zoekt op zijn of haar moreel dilemma
Iemand in het beraad Is belangenbehartiger van de cliënt: je speelt de rol van cliënt of treedt op namens je cliënt. Je leeft je in in de gevoelens, belangen en posities van de cliënt.
Iemand in het beraad Neemt de rol op zich van verwante of betrokkene bij de cliënt. Jij vertegenwoordigt wat jij denkt dat het beste is voor de cliënt, vanuit je eigen waarden en normen, vanuit je eigen overtuigingen. Je bent ouder, voogd, familielid, partner of vriend
Iemand in het beraad Is de bureaucraat: wat zijn de regels, hoe hoort het, wat zegt de wet, wat is het protocol, hoe voorkomen we gedoe, hoe gaan we hier mee om, hoe trekken we één lijn ?????????????
Iemand in het beraad Is gespreksleider: bewaakt de tijd, laat iedereen aan het woord, geeft ruimte en kapt af als dat nodig is.
De overblijvers: Blijven gewoon zichzelf en nemen standpunten in die bij hen passen. Ze spelen geen rol, maar reageren vanuit hun eigen opvattingen, normen en waarden
Daarna: Plenaire nabespreking van de verschillende beraden
Volgende week: Bestuderen: Achterhuis en Milikowski Vragen naar aanleiding van de literatuur meenemen naar het college
Tip: Als je iets niet snapt in de tekst, probeer dan te formuleren wat jij denkt dat er bedoeld wordt. Formuleer dat als vraag voor het volgende college. Voorbeeld: Is wat Milikowski onaangepast gedrag noemt, hetzelfde als asociaal gedrag?
Einde