De Griekse wereld.  Griekenland was niet één centraal geregeerd rijk maar bestond uit verschillende stadstaten (poleis); zelfstandige staten bestaand.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Blok 2 Grieken en Romeinen
Advertisements

Feodalisme en het hofstelsel
Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd Prehistorie Oudheid
Paragraaf 1: Het ontstaan van de polis, Athene als voorbeeld.
4.3 De cultuur van het Rijk.
Samenleving en cultuur
Middeleeuwse steden H5 par. 5.3.
Het Romeinse Rijk.
DE olympische spelen..
Hoofdstuk 5 Werelden van verschil
De ondergang van het West-Romeinse rijk
Vrij en onvrij Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
Pax Romana 30v.Chr tot 192 na Chr..
3.2 Het bestuur van de polis
Hoofdstuk 3 De grieken.
Machtige heren, halfvrije boeren
Hierdoor kon er efficiënter gewerkt worden en groeide de opbrengst
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr- 500 n Chr
Bijzondere positie in de Republiek
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 2: Van.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland,
Kenmerk 5 (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 14: Van Republiek naar Keizerrijk.
De Peloponnesische oorlogen
Griekse geschiedenis.
Hoofdstuk 2.
2. VAN POLIS TOT KEIZERRIJK.
Paragraaf 1 In Athene wordt de democratie ingevoerd.
Machtige heren, halfvrije boeren
Griekenland.
Oudheid ( ca. 800 v.C. tot ca. 500 n.C. )
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
1AutarkieAgrarisch-urbane samenlevingDomein 2Hiërarchische samenlevingJagers en verzamelaarsPaleolithicum 3ChristendomDiocletianusConstantijn 4LimesVolksverhuizingenPax.
Hoofdstuk 3.
Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving
Hoofdstuk V: Rome Les 6: Romanisering
Wat gaan we vandaag doen
De tijd van Grieken en Romeinen
Thomas Schonkeren 2.4.  Weinig vruchtbare grond  Verschil en  EMIGREREN = uitwijken/verhuizen uit moederland grootgrondbezitters kleine boeren.
de tijd van burgers en stoommachines
Het Oude Egypte Door Emma en Jolien.
Tijd van burgers en stoommachines,
De Romeinen (500 v. C. – 476 n. C.) Deel 1: de invloed van de Romeinse beschaving op onze cultuur (pp. 2-3)
Wat is een Hanze?.
Paragraaf 2 Er komen weer steden.
Van polis tot keizerrijk
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok I F.G. Naerebout.
Hoe komen Grieken en Romeinen met elkaar in aanraking?
HOOFDSTUK 3 Dorp  spookdorp. DOELEN HOOFDSTUK 3 Aan het einde van dit hoofdstuk weet je: - dat er grote verschillen zijn in Europa tussen plattelandsgebieden.
3.1 De Grieken Hoofdstuk 3.
Naar buiten toe trad de Republiek op als een eenheid Op binnenlands gebied gedroegen de gewesten zich als zelfstandige staatjes Het bestuur was in handen.
3.1 De Griekse wereld Hoofdstuk 3.
H2.1 De Griekse Democratie
Jagers verzamelaars Jagers-verzamelaars trekken Europa in
Griekse geschiedenis.
Tijd van Grieken en Romeinen 4.2 De Romeinse samenleving.
De Atheense Democratie
H6 Imperialisme §6.5 Gevolgen van het imperialisme Wat moet je weten aan het eind van de les? Wat de politieke gevolgen voor Europa waren Wat de economische.
De Grieks-Romeinse wereld
Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Blok 2 Grieken en Romeinen
Hoofdstuk 3 De Grieken.
De Grieks-Romeinse wereld
Hoofdstuk 3 De Grieken.
Woord weg Omdat (argumenten) 1 Autarkie Agrarisch-urbane samenleving
Blok 2 Koffie en suiker Deelvraag:
Blok 2 Grieken en Romeinen
§2.2 Werken en leven in het Romeinse rijk
Transcript van de presentatie:

De Griekse wereld

 Griekenland was niet één centraal geregeerd rijk maar bestond uit verschillende stadstaten (poleis); zelfstandige staten bestaand uit een stad met het omliggende gebied.  Alle stadstaten hadden een eigen leger, eigen munten en werden op verschillende manieren bestuurd

 Athene was de grootste stadsstaat met ongeveer inwoners

 Weinig vruchtbare grond  Verschil en  EMIGREREN = uitwijken/verhuizen uit moederland grootgrondbezitters kleine boeren

 Zie bron 5 Moederpolis Dochter- polis Dochter- polis Dochter- polis Dochter- polis

 Twee soorten kolonies: bekijk bron 5 p Exploitatiekolonies (=ontginning, gebruiken van plaatselijke grondstoffen) 2. Handelskolonies Zij die kunnen handelen verdienen geld, nieuwe sociale groep: Handelaars- ondernemers.