ONDERZOEKSVAAR DIGHEDEN 3 Instituut voor Sociale Opleidingen

AGENDA VANDAAG ▸ Overzicht ▸ Opfrissen voorkennis ▸ Dilemma

DOEL ▸ Voorbereiden op afstuderen ▸ Alles één keer doorlopen ▸ Aansluiten op onderzoeksvaardigheden 1 en 2.

OPBOUW Elke week is er hoorcollege van 50 min ( behalve met pasen ). Parallel werk je in de COP aan het onderzoeksverslag wat eindigt met een oplossing / aanbeveling. Kwartaal 3 De hoorcolleges stoppen nu, je hebt wel elke week responsietijd ingeroosterd. Je gebruikt dit kwartaal om je oplossing uit te voeren / te testen. Je schrijft een evaluatie van je oplossing en onderzoek. Kwartaal 4

GEVOLGEN ▸ Voorwaardelijk voor afstuderen net als stage

INHOUD HOORCOLLEGES DIT KWARTAAL ▸ Introductie, opfrissen van onderzoek, aandacht voor keuze dilemma ▸ Uitleg stappen onderzoek doen volgens de creatieve actie methodologie ▸ Onderzoekstechnieken ▸ Vooronderstellingen ▸ Reflecteren op kennis ▸ Tot een oplossing komen ▸ Uitvoering oplossing en evaluatie

OPFRISSEN VOORKENNIS Werkvormendoeleffect/activeringrol docenttijd Mindmap maken: samen op flap de concepten in beeld brengen in hun onderlinge relatie. De gezamenlijke kennis op hoofdpunten in beeld brengen. Studenten benoemen wat ze al weten en zien ook nieuwe dingen die anderen inbrengen; ze ontdekken de structuur van het onderwerp. Voorkennis geordend en correct in beeld brengen; onderwerp structureren aan de hand daarvan (verbindingslijnen, hiërarchie); eventuele misvattingen van leerlingen aan het licht brengen, vragen laten stellen. 10 min. Een situatie geven uit het dagelijks leven waar je de kennis/vaardigheid van onderzoek aantoonbaar bij nodig hebt. Wat moet je weten/kunnen om deze situatie op te lossen? Duidelijk maken dat kennis/kunde nodig is. Samen bedenken: wat is de oplossing? Hoe kom je daar, in welke stappen, wat moet je doen? De studenten situaties laten bedenken; zelf enkele situaties als voorbeeld geven. De studenten uitlokken te benoemen wat ze al wel weten/kunnen en waar ze nog vragen over hebben. 10 min. De “elevator pitch” stel je moet in 1 minuut in de lift aan iemand uitleggen wat onderzoek doen is, en wat belangrijk is om te weten / doen. Leerlingen krijgen 3 minuten de tijd om te bedenken wat ze over het onderwerp weten om dit te kunnen vertellen in 1 minuut. Verheldert wat leerlingen wel en niet weten; docent noteert kern van wat ze weten op een flap of bord. Volgende ronde: wat zou je willen weten. Docent maakt koppeling: wat moet je weten, wat weet je al, wat zou je willen weten. Docent relateert dit aan de leerdoelen. 15 min.

KIES JE DILEMMA ▸ Twee kanten van het dilemma ▸ Allebei voor en nadelen ▸ Wat spreekt je aan? Waar loop je zelf tegen aan? ▸ Wil je er ook op afstuderen?