B. Stof 2 Zelf cellen bekijken B

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Van cel tot DNA Interactieve quiz.
Advertisements

Wat zijn microben?.
8. Virussen.
de cel als bouwsteen van levende wezens
de submicroscopische bouw van een cel
Ecosystemen Hoofdstuk 3.
Organismen microscopisch bekeken
VERSCHIL TUSSEN VIRUS EN BACTERIE.
Systematiek De eerste die probeerde een systematische indeling te maken was Aristoteles ( voor Christus). Bijna alle wetenschappers uit zijn tijd.
Orde scheppen in een verscheidenheid aan soorten
De wondere wereld van de cel
Inleiding. inleiding weefsels worden gevormd door cellen met hun intercellulaire materie worden opgebouwd door één of meer celtypen, waarbij de cellen.
Vijfrijkensysteem volgens Whittaker.
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
Bacteriën Bouw en indeling.
Keuze-opdracht 1-5 hoe werken fagocyten
Hoe ontstaat een nieuw virusdeeltje?
Cellen Een organisme bestaat uit orgaanstelsels die bestaan uit organen die bestaan uit weefsels die bestaan uit cellen.
Thema 5: Erfelijkheid en evolutie
Thema 1. Vier rijken vergelijken
Par. 25 t/m 25.2 Ordening: het 2-rijkensysteem
Par Planten Planten zijn: AUTOTROFE EUKARYOTEN
Vier rijken vergelijken
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Bouw, functie, onderdelen, transport
THEMA 2 CELLEN Basisstof 1: Weefselonderzoek
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Organen en Cellen 1.
Bouwstenen van het leven
B. Stof 5 De celorganellen Plantencellen en hun organellen 1
HAVO 4 Thema 1: Inleiding in de biologie Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO A.
Hoofdstuk 2 De cel.
Thema 3 Organen en cellen
Basisstof 1: Organen en weefsels
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Basisstof 6: Niveaus in de biologie
Thema 3 Organen en cellen
Thema 1: Ordening Boek: biologie voor jou Vwo B2 deel 1
12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces:
Voortgezette assimilatie 1
ANW thema LEVEN 3. Wat is leven?.
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Virussen NW 2015 Hygiene en Gezondheid.
Voortgezette assimilatie 1
Weefselonderzoek, weefsels en organen
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Welkom.
Welkom.
Practicum cellen bekijken
Weefsels en organen 1 Meercellige organismen zijn opgebouwd uit een groot aantal cellen. Afhankelijk van de functie hebben cellen een specifieke vorm.
Organen en cellen Thema 1.
Bouw, functie, onderdelen, transport
Cellen Bouwstenen van het leven
H10 Gezondheid.
Thema 1 Cellen en Organen
Ecologie Hoofdstuk 6.
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Thema 1: Onderzoeken 1 HV.
Ordening Hoofdstuk 4.
12.2 Stofwisselingsprocessen
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Voortgezette assimilatie 1
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Transcript van de presentatie:

B. Stof 2 Zelf cellen bekijken B B. Stof 2 Zelf cellen bekijken B. Stof 3 Plantaardige en dierlijke cellen Algemeen: Cellen - Cellen kennen vele vormen - In de mens komen meer dan 200 verschillende typen cellen voor - De vorm is afhankelijk van de functie die cellen hebben in je lichaam

Submicroscopische delen van de cel Submicroscopisch betekent: kleiner dan met de lichtmicroscoop te zien is Dan heb je nodig: elektronenmicroscoop De kleinste celonderdelen (organellen genoemd) zijn alleen met elektronenmicroscopen te zien In de volgende dia’s worden deze organellen besproken en zijn er afbeeldingen van

Optisch bereik van de lichtmicroscoop en de elektronenmicroscoop

Opdrachten maken Maak opdracht 2 blz. 56 boek

Bouw dierlijke cel: algemeen

Verschillen en overeenkomsten bacteriën links plantaardige en dierlijke cellen rechts

PLANTAARDIGE CELLEN rechtsonder: dierlijke cel

Organismen worden opgedeeld in 4 RIJKEN zie afbeelding De leefwijze (autotroof of heterotroof) is voor de indeling in de vier groepen eveneens van belang. Heterotrofe organismen voeden zich met andere organismen of de resten daarvan. Autotrofe organismen hebben geen organische stoffen nodig als voeding. In het hoofdstuk Stofwisseling vind je de verdere uitleg van de begrippen autotroof en heterotroof In de rest van dit hoofdstuk houden we ons alleen bezig met plantaardige en dierlijke cellen.

Virussen 1 Virussen kunnen niet worden ondergebracht bij een van de genoemde groepen organismen. Ze zijn ontzettend klein, hebben een hele eenvoudige bouw en geen eigen stofwisseling. Zonder een cel van een ander organisme zijn ze tot niets in staat. Ze kunnen alleen een gastheercel vinden, zich daaraan hechten en erin binnendringen. Als een virus zo'n gastheercel binnengedrongen is, laat hij zich vermenigvuldigen door het mechanisme van die cel Virussen: Hebben een eiwitmantel in plaats van een celmembraan Hebben géén eigen stofwisseling en dus een gastheercel nodig om zich voort te planten Ze hebben DNA óf RNA (nooit beiden tegelijk )

Virussen 2 Hoe het virus jouw cel dwingt het virus te vermenigvuldigen

Practica: Je krijgt diverse practica met de microscoop Cellen waterpest (chloroplasten) Cellen wangslijmvlies (binnenkant van je wang = dekweefselcellen) Cellen beenweefsel (beencellen met celuitlopers en tussencelstof voor lijmgevende stof en kalk) Cellen kraakbeenweefsel (elastisch weefsel met tusssencelstof) MAAK OPDRACHT 9 BLZ. 62 BOEK