EASBFZ01K => Modulewijzer + ppt per week op med.hro.nl/kesmh/EASBFZ01K Les 1 Inleiding: Functies van bloed Les 2 Anemie / Hemoglobinopathie Les 3 Trombose Les 4 Trombotische Trombocytopenische Purpura LESWEEK 5 VRIJ Les 5 LESWEEK 6 Leukemie Les 6 LESWEEK 7 Gastcollege Dr. P. Valk: Moleculaire Diagnostiek Tentamen LESWEEK 8 27 oktober 2015 Hertentamen LESWEEK 10 10 november 2015
Hemostase & Trombose
Wat is trombose? Afsluiting van bloedvat bij geen wond → stolsel op verkeerd moment en op verkeerde plaats
Hemostase : stolling Vasoconstrictie a.g.v. locale neurologische reactie Vorming van primaire hemostatische prop a.g.v. thrombocyten adhesie, activatie en aantrekken andere thrombocyten aggregatie Secundaire hemostase a.g.v. activatie van stollingscascade => stolsel (fibrinenetwerk + cellen) Remming bloedstolling door stollingsremmers Afbraak stolsel => fibrinolyse
Aggregatie van bloedplaatjes
Activatie van de stollingscascade vorming fibrine http://www.youtube.com/watch?v=9QVTHDM90io http://www.hopkinsmedicine.org/hematology/Coagulation.swf http://www.youtube.com/watch?v=HFNWGCx_Eu4&feature=related
Trombose
Soorten trombose Diep veneuze trombose: trombose in aderen In slagader: arteriële trombose Embolie
Trombose door stolsel in ader in het been Kenmerken: Zwelling van been Been warm, rood-paars van kleur Pijnlijk been, problemen met lopen
Embolie Stukje stolsel van een trombus laat los → komt elders in orgaan vast te zitten Vooral longembolie en hersenembolie zijn berucht en gevaarlijk De afsluiting van een vat door trombose of embolie leidt tot een infarct: weefsel achter de afsluiting kan afsterven
Longembolie Mogelijke symptomen: Plotseling gevoel van benauwdheid Pijn in borst Zwak voelen Bloedhoesten Snelle hartslag
Embolie Diagnose stellen: Bloedonderzoek Echografie Perfusiescan Angiografie
Embolie Diagnose stellen: Bloedonderzoek Echografie Perfusiescan Angiografie thrombus in atrium
Behandeling van trombose Diep veneuze trombose → in acute fase: heparine → starten met antistollingsmedicijnen: coumarines → juiste antistollingsniveau d.m.v. coumarines → stoppen met heparine (doorgaans na 3 – 4 maanden) Controle op antistollingstherapie door trombosedienst Arteriële trombose: antistollingstherapie wordt direct gestart en levenslang voortgezet Embolie: dotteren, bypass, kunststofvat
Aangrijpingspunten behandeling trombose (coumarines) (acetylsalicylzuur = aspirine)
Werking coumarines
Werking heparine heparine
Werking acetylsalicylzuur → aspirine (=acetylsalicylzuur) remt activatie van bloedplaatje
Trombolytica Stimulatie van afbraak fibrine (fibrinolyse). Werking: breken fibrine enzymatisch af Indicatie: bv. acuut myocardinfarct, uitgebreide diepe veneuze trombose
Werking trombolytica trombolyticum omzetting plasminogeen in plasmine wordt gestimuleerd +
Antitrombotische therapie Voorkomen van meer of nog een trombose • Acetylsalicylzuur (aspirine) • Heparine • Coumarines
Trombofilie Afwijking met verhoogde tromboseneiging, aangeboren of verworven Redenen: Te veel stollingsfactoren Te veel bloedplaatjes Tekort aan natuurlijke antistollingsmiddelen
Vragen 1. In welke organen vindt de aanmaak van trombocyten en stollingsfactoren plaats? 2. Wat is het eindresultaat van de stollingscascade? 3. Hoe remmen heparine en coumarine de stolling, en waarom heeft welk middel direct effect, en is van het andere middel pas later effect waarneembaar? 4. Wat voor type antistollingsmiddel is acetylsalicylzuur, en bij wat voor type trombose is dit een nuttig medicijn? 5. Noem enkele kenmerken van een trombosebeen. 6A. Wat verstaan we onder trombose? 6B. Noem 3 vormen van trombose. 7. Wat is fibrinolyse? 8. Wat zijn trombolytica? 9. Wat verstaat men onder aangeboren trombofilie?