Luisteren naar ouders Pascal van Schajik p.van.schajik@hro.nl http://med.hro.nl/schpa Week 1
Vandaag Kennismaking Inleiding module “Luisteren naar ouders” Balansmodel Oefenen met vaardigheden “kennismaken met ouders” Casus eigen opvoedsituatie maken Subgroepen maken Leerdoelen en verdiepende leerwens Bijlage doornemen Voorbereiding week 2
Kennismaking: Wie ben je en wat verwacht je te leren van deze module? Heb je voorafgaand al leerdoelen? Denk hierbij aan bv leerdoelen vanuit SLC en/of kijken naar kinderen.
INLEIDING MODULE “LUISTEREN NAAR OUDERS”
Doelen Het bewust worden van eigen communicatievaardigheden Het aanleren van diverse communicatieve vaardigheden: - actief luisteren - probleemverkennend gesprek - ordenen van verhaal - stimuleren van een gesprek Het verwerven van juiste informatie - inschatten van risico’s in de opvoeding/thuissituatie - stimuleren van empowerment van ouders
Organisatie van module (blz.6) Week 1: kennismakingsgesprek Week 2: actief luisteren Week 3: communicatieve vaardigheden Week 4: het reflecteren van gevoel Week 5: leiden van een gesprek Week 6: proeftoets Week 7: voorbereiding voor toetsgesprek Week 8 & 9: Toetsgesprekken in tweetallen Week 10: inleveren van reflectieverslag van communicatieve vaardigheden en toetsgesprek
http://www.youtube.com/user/IKONnachtzoenen#p/u/28/XTMPR-HaxL0 Annemiek Schrijver is de interviewster
Wat valt je op aan Annemiek? Wat zijn sterke punten van haar vragen/houding? Welke aspecten laat ze zien waardoor de geinterviewde doorpraat?
Opvoedingsondersteuning Ouders antwoord (laten) vinden op hun opvoedingsvragen, vertrouwen hebben in zichzelf als opvoeder en moeilijkheden in de opvoeding (weer) zelf kunnen hanteren. Eventuele lichte problemen en knelpunten met ouders bespreken De pedagogische draagkracht van ouders doen toenemen. Inzicht verwerven in specifieke opvoedingssituaties van ouders Hoe is de verhouding tussen draagkracht en draaglast van ouders t.a.v. de opvoeding van hun kind/kinderen?
Aandachtspunten bij opvoedingsondersteuning gesprekstechnieken; actief luisteren, vragen stellen, samenvatten, ordenen, structuur houden en inleven in de ouder ondersteunende houding; naast de ouder kunnen staan om samen naar oplossingen te zoeken
Problemen voorkomen door: Goed te luisteren naar ouders in een gesprek In kaart krijgen hoe ouders hun ‘probleem’ ervaren tov de opvoeding Informatie ordenen en hulpvragen t.a.v. opvoedingsondersteuning belichten en concreet maken
Doel opvoedingsondersteuning http://www.youtube.com/watch?v=EOiZ9syi79w Bevorderen en versterken: competenties vergroten
Vaardigheidstraining: Nadruk ligt op een open gespreksvoering Probleemverkennend gesprek (“wat is er aan de hand?” Aandacht geven aan ouders en stimuleren om verder te praten (verhaal ordenen en doorvragen) Ondersteunend aan de Integrale leerlijn (Advies Opvoedingsondersteuning; het afnemen van interviews in koppels)
De vaardigheden: Doorvragen, samenvatten, parafraseren, concretiseren en gevoelens reflecteren Kennismaken, contact leggen, vertrouwen geven, leiden van het gesprek + structuur aanbrengen en afstemmen van jouw gedrag op de ouder Reflecteren op jezelf en op elkaar is van groot belang bij dit vak
Competenties Legt en onderhoudt relaties met kind en opvoeders en ondersteunende instanties Student signaleert aan de opvoeding gerelateerde vraagstellingen Student analyseert opvoedsituatie in relatie tot het 1e milieu
Organisatie Twee subgroepen A en B (koppels maken!) Je hanteert dezelfde koppels als bij Advies Opvoedingsondersteuning! Wisselingen kunnen niet plaatsvinden aangezien je elke week de vaardigheden met elkaar gaat trainen in de les en/of in een skillslab.
Organisatie: Iedere lesweek: 2x 50 minuten les 1x 50 minuten zelf trainen waarbij je van tevoren meld wat jullie gaan doen en waar. Daarnaast kan je altijd mijn hulp/feedback kan vragen Overige studietaken (casussen maken, reflectieverslag schrijven, bijlagen invullen en literatuur bestuderen)
Verplichte literatuur: Azghan, Y. (2005). Cultuurbepaalde communicatie (H 3, 4 en 5). 1e druk. ISBN 9024417163. Soest: Uitgeverij Nelissen. Meer, K. van, Neijenhof, J. van, & Bouwens, M. (2001). Elementaire sociale vaardigheden (hfd 3, 4, 5, 6, 8 en 9). 2e druk. ISBN 903133538. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Literatuur studiehandleiding + websites
Per week Geef je feedback op het luistergedrag van anderen Reflecteer je op je eigen luistergedrag en krijg je daar feedback op van anderen. Hou je hier wekelijks een verslag van bij en zoek je literatuur bij je eigen vaardigheden en leerdoelen die voortkomen uit de gesprekken (eindverslag)
Toetsing Toetsgesprek (week 8 en week 9) zie bijlage 6 De kritische analyse van het toetsgesprek Het eindverslag
Balansmodel (bijlage 5) Blz. 27 studiehandleiding Er is samenspel op micro-, meso- en macroniveau Risico’s en stress horen bij het leven Problemen ontstaan als risicofactoren beginnen te cumuleren (=op te stapelen) Gaat om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast Zie NJI.nl
Microsysteem: ouder-, kind- en gezinsfactoren Balansmodel Microsysteem: ouder-, kind- en gezinsfactoren Mesosysteem: sociale factoren, gezins- en buurtfactoren Macrosysteem: maatschappelijke positie (culturele achtergrond en sociaal-economische positie die het gezinsleven bepalen)
Risicofactoren en Protectoren (Beschermende factoren)
Draagkracht vs draaglast Protectoren die aanwezig zijn binnen het gezin waardoor de draagkracht toeneemt. Draaglast: Er ontstaan problemen als de risicofactoren zich opstapelen, de draaglast neemt toe
Kennismaken met nieuwe ouders Start van het gesprek (social talk) Sfeer scheppen die ouder op gemak stelt en hun vertrouwen wint Afstemmen op ouder (stem, mimiek en houding) Probeer de houding, stemgebruik etc. van de ouder te spiegelen. Geef elkaar feedback volgens de feedbackregels
Opdracht voor volgende week Literatuur bestuderen: hoofdstuk 9 uit boek Elementaire sociale vaardigheden en hoofdstuk 3 en 4 uit Cultuurbepaalde communicatie Oefenen vaardigheden “kennismaken met ouders” * Feedback geven op vaardigheden medestudenten * breng je eigen opvoedsituatie in beeld in de vorm van een casus. Gebruik hiervoor het balansmodel, zie bijlage 5. * 2 casussen maken (balansmodel kan als uitgangspunt gebruikt worden) Zie de bijlage voor criteria casuïstiek, bijlage 4 * Reflectieverslag 1 maken, formuleer je leerdoelen en verdiepende leerwens