PSYCHIATRIE Hechtingsstoornissen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zeer Intensieve Behandeling
Advertisements

alles wat we geleerd hadden, moesten we vergeten. We moesten alles
OPPOSTIONEEL OPSTANDGE GEDRAGSSTOORNIS, EXTERNALISEREND GEDRAG
Screeningsprotocol psychosociale veerkracht
Effectieve interventies tegen jeugddelinquentie
JONGEREN en DRUGS van kennismaking tot verslaving
Ouderen en relaties, hechten en onthechten
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Hechting bij kinderen met een autistisch stoornis en een verstandelijke handicap Wijnroks, L. (2003). Hechting bij kinderen met een autistische stoornis.
ASS: wanneer zichtbaar?
Marieke Bossuyt en Barber Declerck
Belang van gehechtheid
Stemmingsstoornissen
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
Effectieve interventies tegen jeugddelinquentie
Focus op motivatie en communicatie
Kindermishandeling & (v)echtscheiding
Marja Rexwinkel OuderKindLijn
Kwetsbare groepen jeugdigen en (problematisch) middelengebruik: visie en interventiematrix Dike van de Mheen, Anke Snoek, Elske Wits, Jaap van der Stel.
Effectieve interventies tegen jeugddelinquentie Geen tucht en discipline, maar oudertraining en therapie Door Leonieke Boendermaker en Deniz Ince.
Inleiding Hechtingsproblematiek
Bouwstenen van de persoonlijkheid - temperament - hechting
Opvoedrelaties onder spanning B
Week 1: professioneel pedagogisch handelen Docent: Irina Nojoredjo Opvoedrelaties onder spanning B.
Moeders in Detentie Richting aan Re-integratie Amersfoort, 12 november 2014.
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Les 7 Kind en omgeving Het individu in de context Kind en omgeving Het individu in de context.
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Angststoornissen 1.
Psychiatrie Eetstoornissen en voedings- en eetstoornissen bij het jonge kind Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
De domeinen & Niveau bij ABB.
Bouwstenen van de persoonlijkheid - temperament - hechting
PSYCHIATRIE ANGSTSTOORNISSEN
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Hoofdstuk 13: Angst en angststoornissen
Week 6 GGZ Preventie en psycho-educatie
Hfst 8 Hechting Hechting is evenals temperament een bouwsteen van de persoonlijkheid. Temperament is nature, hechting heeft alles te maken met de interactie.
PSYCHIATRIE Hechtingsstoornissen
Opvoedrelaties onder spanning Bijeenkomst 4. Debat passend onderwijs Lees §1.1 Sipman goed door. In de maatschappij lijkt het aantal kinderen met gedragsproblemen.
Bouwstenen van de persoonlijkheid - temperament - hechting
Hoofdstuk 7: Gehechtheid en hechtingsstoornissen
Psychiatrie : Lesweek 3 Voedings- en eetstoornissen bij jonge kinderen
Keuzevak Psychiatrie Les 2. Hechtingsstoornissen
Levenslooppsychologie werkcollege 2 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Levenslooppsychologie werkcollege 3 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
CHRONISCHE ZIEKTE EN LICHAMELIJKE HANDICAP. INHOUDSTAFEL Inleiding Inleiding Chronische ziekte en handicaps Chronische ziekte en handicaps Psychosociale.
OPVOEDRELATIES ONDER SPANNING B Bijeenkomst 2. PROGRAMMA Restje dinsdag Film Casus maken Debatteren Checklist maken Professioneel pedagogisch handelen.
Levenslooppsychologie Werkcollege 1 Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije.
Opvoeden praktisch bekeken Bieke Van Severen 1BaO C SADAN-Opdracht.
Staessen Justine 1BaTP B1 Boek : Een patiënt met Autisme Auteur : Martine Delfos.
STEMMINGSSTOORNISSEN
Sofie Vantornhout 1BaTPb1.   Inleiding  Hechting bij normaal begaafde en niet-autistische kinderen  Hechting bij kinderen met autistische stoornis.
Hechtingsproblemen bij kinderen. Inleiding “zoals de biologische moeder haar lichaam aanbiedt om er de menselijke vrucht in te laten gedijen, zo biedt.
Koffieochtend 3 november 2016 REGELS EN GRENZEN IN DE OPVOEDING
BOSK Landelijke dag Cerebrale parese
Merel, Kikki en Sarah.
Gedragsproblemen en stoornissen
Gedragsproblemen en stoornissen
Ontwikkelingspsychologie
Gewoon pubergedrag? Over Relaties
Congres ‘Nare jeugdervaringen’
HECHTING Wat is hechting Hoe ontwikkelt het zich Gedragsrichtingen
NEJA Actualiteitencollege Risicovol Ouderschap en Verstoord Gehechtheidsgedrag Door: F.Y.Scheper, kinder- en jeugdpsychiater MOC ‘t Kabouterhuis,
Samen uit, samen thuis?! Ouderparticipatieve opvoedingsondersteuning in de ambulante werking van centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning te Willebroek.
Het opvolgen van (een vermoeden van) kindermishandeling
Ontwikkelingspsychologie
Transcript van de presentatie:

PSYCHIATRIE Hechtingsstoornissen Naam: Martine Bink E-mail: m.d.bink@hr.nl med.hro.nl/binmd Kamer: L 03.324

Vandaag            Presentatie: Maatschappelijke, culturele en/of historische aspecten van psychiatrie Theorie: Hechting en hechtingstoornissen Documentaire Koppeling theorie - praktijk

Psychosociale veerkracht Risicofactoren Protectieve factoren Draagkracht Draaglast

Biologisch georiënteerde therapieën Medicatie - Angstremmers Antipsychotica Antidepressiva Stemmingsstabilisatoren Andere biologische interventies ECT Lichttherapie Film ECT Angstremmers = bezodiazepinen (Valium): Medicijnen tegen angst en hoge spierspanning. De Activiteit in het centrale zenuwstelsel vermindert. Leidt tot verslaving! Abrupt stoppen: epilepische aanvallen, onttrekkingsangst. Verdere bijwerkingen: vermoeidheid, slaperigheid, verslechterde motorische coördinatie. Antipsychotica = neuroleptica. Medicijnen tegen schizofrenie en andere psychotische stoornissen: wanen, hallucinaties, verwarring, gedragsproblemen. Hierdoor was het niet langer nodig voor een groot aantal patienten om in psychiatrische ziekenhuizen te verblijven. Bijwerkingen: spierstijfheid en tremors. Mogelijk onomkeerbaar bij langdurig gebruik: tardivie dyskinesie: knipperen, grimassen, smakken, onwillekeurige bewegingen. Antidepressiva: behandeling van depressie. Prozac, Soloft. Meer dan de helft van de mensen reageert positief. Oudere middelen hebben meer bijwerkingen zoals gewichtstoename en dodelijke overdosis. Helpt ook bij: paniekstoornis, sociale fobie, obsessief-compulsieve stoornissen en eetstoornissen. Stemmingsstabilisatoren: bij een bipolaire stoornis. Lithium (giftig!). Lichttherapie: voor patienten met een depressie (evt. seizoensgebonden). ECT: electro convulsie therapie: shocken. Controversieel. Effectief bij mensen met een ernstige depressie die anders niet te behandelen is. Laatste redmiddel. Psychochirurgie: lobotomie. Zenuwen worden vernietigd die verantwoordelijk zijn voor emoties.

Overzicht belangrijkste soorten psychotherapieën Psycho-analytisch: klassiek ↔ modern Gedragstherapie Cliëntgerichte therapie Cognitieve therapie + RET Cognitieve gedragstherapie tabel 4.1 blz. 95 Oefening helpende gedachten

“Veilige hechting is een bron van leven; onveilige hechting leidt tot overleven”.  (Rien Verdult ,ontwikkelingspsycholoog)          Reactieve hechtingsstoornis Een reactieve hechtingsstoornis is een psychische aandoening die in het DSM-IV is ingedeeld bij de ontwikkelingsstoornissen. De aandoening ontwikkelt zich in de eerste vijf levensjaren. Het DSM-IV onderscheidt het geremde (waakzaam, terughoudend) en het ongeremde type (gebrek aan onderscheid). Kinderen die aan deze stoornis lijden, slagen er niet in om zich op een gepaste wijze emotioneel te hechten aan hun ouders of anderen die voor hun zorgen. De oorzaak kan liggen in verwaarlozing of mishandeling (geestelijk of lichamelijk), maar kan ook ontstaan als het kind niet voldoende gelegenheid krijgt om emotionele banden te vormen, bijvoorbeeld als het regelmatig andere verzorgers krijgt. Emotioneel zijn de relaties van het kind korter en oppervlakkiger dan normaal. Het reageert op jongere leeftijd teruggetrokken of overdreven waakzaam. Ook zijn de reacties vaak onvoorspelbaar: het kind wijst soms toenadering van verzorgers af, is vaak overdreven waakzaam of verzet zich tegen troosten, gedraagt zich teruggetrokken en kan sociaal geïsoleerd raken (geremde type). Op wat oudere leeftijd maakt het kind vaak te weinig onderscheid tussen vertrouwde en onbekende personen (ontremde type). Soms slaat het gedrag om in een korte, maar zeer sterke aanhankelijkheid, ook bij relatief onbekenden. Het kind is verminderd gevoelig voor straf of pogingen het gedrag te corrigeren. De reactieve hechtingsstoornis is gevoelig voor comorbiditeit, dat wil zeggen dat deze gepaard kan gaan met of oorzaak kan zijn van andere stoornissen. Zo kunnen groei-, leer- en eetstoornissen (bv. pica) optreden.

Hechtingsgedrag Dit is gedrag dat gericht is op het aangaan en onderhouden van een band met een ander persoon. Doel: verkrijgen van veiligheid om te overleven én om de wereld te verkennen (exploratie).

Vijf voorwaarden voor de ontwikkeling van hechtingsgedrag Ieder mens beschikt in aanleg over gedragingen die bedoeld zijn om de opvoeder naar zich toe te halen en/of bij zich te houden. We zien een toename van dit gedrag als de ouders nabij zijn. Aanwezigheid van sensitiviteit en responsiviteit bij ouders: emotionele beschikbaarheid. Continuiteit en regelmaat, dit leidt tot voorspelbaarheid Na 2 jaar: Cognitieve vermogens belangrijk

Hechtingsprocessen eerste levensjaren voor de geboorte direct na de geboorte eerste levensmaanden matching attunement / afstemming of mismatchment na eerste halve levensjaar na 2 jaar

Bowlby and Ainsworth Filmpje: Hechting ‘Still face experiment’ http://www.youtube.com/watch?v=apzXGEbZht0 Filmpje: Hechting ‘Still face experiment’

Vormen van gehechtheid Vermijdend gehecht Veilig gehecht: 60%! Ambivalent / Afwerend gehecht Gedesorganiseerd gehecht Bijna 2/3 van de kinderen is veilig gehecht. 15% vermijdend 9% afwerend 15% gedesorganiseerd

A. Vermijdend gehecht Het kind Exploreert veel. Zoekt geen steun bij de ouder, maar bijv. bij speelgoed / activiteit: sprake van negeren, vermijden. Wordt vaak door de omgeving als zeer zelfstandig gezien. De ouder Reageert consequent NIET responsief en sensitief. Nadruk op zelfstandigheid. Weinig / geen lichamelijk contact. 20%. Te veel exploratie. Intensief en ongestoord verkennen. Vermijdt de volwassene bij terugkomst actief. Dit wijst op emotioneel uit evenwicht zijn.

B. Veilig gehecht Het kind Evenwichtige balans tussen exploratie en hechting. De ouder Reageert consequent, responsief en sensitief. Strange Situation 70% Kind zoekt steun en hulp bij de volwassenen in geval van toegenomen spanning en / of onveilig gevoel terwijl hij aan het exploreren is. De ouder reageert hier adequaat op.

C. Afwerend gehecht (ambivalent) Het kind Veel hechtingsgedrag, weinig exploratie. Aan de ene kant klampt het zich vast aan zijn opvoeder, maar aan de andere kant toont het zijn woede en teleurstelling door te huilen, te schreeuwen en af te weren. De ouder De ouder is de ene keer wel sensitief en responsief. De andere keer niet. veilig / vermijdend / ambivalent gehecht 10%: Aantrekken en afstoten: aandacht claimen en nabijheid zoeken tegenover wegduwen en initiatieven afweren. Ze klampen zich aan de ouder vast. Als de ouder toenadering zoekt, wenden ze zich af. Ze exploreren te weinig. Ze laten zich moeilijk troosten.

D. Gedesorganiseerd gehecht Het kind Geen duidelijke strategie. Bizar, tegenstrijdig en angstig gedrag. De ouder Vaak sprake geweest van mishandeling, misbruik, verwaarlozing, drugsmisbruik/psychische problematiek bij ouders. Later aan de indeling van Ainsworth toegevoegd. Zeer ernstige verstoring van de hechting. Huilen, roepen, paniek als de ouder weg is. Sterke vermijding als de ouder terugkomt. Achteruit naar de verzorger terugkruipen; nabijheid zoeken en vermijden. Verstarring (freezing). Veilig gehecht gedrag zowel bij de verzorger als bij de vreemde. Angst van een kind zonder oplossing. Het kind weet zich geen raad met zijn angst omdat het gedrag van de ouder zélf beangstigend is.

Hechtingsstoornis Belangrijk bij hechting is niet alleen de rol van de primaire verzorger, maar ook die van het kind. Dit betekent dat het moeilijk te voorspellen is welke kinderen een hechtingsstoornis zullen ontwikkelen.

Reactieve Hechtingsstoornis (DSM-5) Oorzaak: opvoedingssituatie 2 varianten: (Buitensporig) Geremd: Laat vaak een auti-indruk zien, vraagt geen contact of aandacht, niet gepaste reactie sociale reaties, incidentele gedragsproblemen, overmatig waakzaam of sterke, ambivalente of tegenstrijdige reacties. Mogelijke oorzaak: mishandeling of misbruik Ontremd: zoekt het contact juist op, te heftig, niet selectief gedrag, oppervlakkig gedrag, ‘allemansvriend,’ laat meer extreme vormen van gedragsproblemen zien. Mogelijke oorzaak: ontbreken vaste verzorger A en C worden niet als stoornis gezien: ‘gewone’ onveilige gehechtheid. Stoornis: verband met type D: gedesorienteerde of gedesorganiseerde gehechtheid. Geremd: gestoord gedrag in sociale relaties. Agressief tegenover zichzelf en/of anderen. Moeilijk voorspelbaar gedrag. Afwisseling tussen boosheid en verdriet met overdreven vriendelijkheid. Ontremd: klampen zich aan iedereen vast. Onveilige hechting gaat samen met persoonlijkheidsstoornissen: borderline en antisociale persoonlijkheidsstoornis.

Risicofactoren hechtingsstoornis Risicofactoren op het niveau van het kind - Opvallende lichamelijke gebreken - Ongewenst kind - Prematuriteit - Moeilijk temperament - Aangeboren stoornissen

Risicofactoren hechtingsstoornis Risicofactoren op niveau van de ouders, gezin en omgeving: Eigen geschiedenis onveilige gehechtheid Psychische problematiek ouders of onverwerkt verdriet Veel wisselende opvoeders Slechte woonomgeving en huisvesting Tienermoeders huwelijksproblemen SES

Hechtingsstoornis Tot 9 jaar: Volgens de Lange (1991) is er dan nog een weg terug, in die zin dat het kind opnieuw met ouders een hechtingsproces door kan maken. Terug naar de vroegkinderlijke tijd. Oudere leeftijd moeilijk: omdat dan leeftijdgenoten belangrijker worden en dus de directe opvoedrelatie minder. Afstand nemen vanuit betrokkenheid. Wat stel je je daarbij voor? Wat is een valkuil voor hulpverleners? Verlatingsangst. Bindingsangst. Angst voor intimiteit. Onredelijke jaloezie: de eigenwaarde en het vertrouwen wordt ontleend aan aandacht, krijgt een ander die, bijvoorbeeld van de partner, dan kan jaloezie optreden. Veel verschillende partners of in een relatie overspel: zo hoef je je niet te binden. Communicatie valkuilen: het overal zien van afwijzing, het negatief interpreteren / etiketteren van gedrag van de ander.. Seksuele problemen. Emotionele verwijdering.

Geen-bodem-syndroom (niet in DSM-5) http://www.een.be/programmas/koppen/hechtingsstoornissen-niet-knuffelen-papa

Link naar opvoedingsstijlen Veilige gehecht: B-Type: sensitieve en responsieve ouders  betrokkenheid Vermijdend gehecht: A-type: consequent insensitief  koud Afwerend gehecht: C-type: inconsequent responsief  betrokken en intolerant (warm en koelheid wisselt) Gedesorganiseerd gehecht: D-type: paradoxaal onverschillig (mishandeling, misbruik)

Link naar opvoedingsstijlen B-Type: sensitieve en responsieve ouders A-type: consequent intensitief C-type: inconsequent responsief D-type: paradoxaal

Documentaire: Ik neem gewoon mijn speelgoed mee! Betrek de theorie op deze documentaire: Welke (kind)kenmerken zie je terug bij Remy? Welke ouderkenmerken zie je terug bij ouders/opvoeders? Welke protectieve en risicofactoren zie je terug? Wat is de prognose van Remy? daarna in drietallen

Samenhang met.. Slaapstoornissen Eetstoornissen Angststoornissen Stemmingsstoornissen Gedragsstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen

Behandeling Opvoedingsondersteuning Kinderopvang Residentiele jeugdzorg Afstand nemen vanuit betrokkenheid. Wat stel je je daarbij voor? Wat is een valkuil voor hulpverleners? Doorbreken van intergenerationele overdracht van onveiligheid. Afstand vanuit betrokkenheid: aandacht en uitnodigend gedrag. Niet te dicht op de huid van het kind zitten. Geen emotionele claims. Geen te grote bemoeienis: wat voel je? Wat denk je? Vind je mij lief? Vind je het leuk hier? Geen verwachtingen ten aanzien van wederkerigheid van investering in de relatie. Valkuil voor hulpverleners.

Documentaire: Schatjes, tienermoeders aan het werk 27

Volgende week Presentatie: Hechting Autisme spectrum stoornissen Voorbereiding: Hoofdstuk 8, Rigter Autismespectrumstoornissen N@tschool: Egan M. (2005), Students with Asperger’s Syndrome in the CS Classroom.