Ontwikkeling van genetische invloeden op symptomen van probleemdrinken Forum Alcohol en Drugsonderzoek 17 november 2011 door Jenny van Beek Afdeling Biologische Psychologie Vrije Universiteit Amsterdam
Achtergrond probleemdrinken Rijksoverheid: sneller signaleren van probleemdrinkers → hoe kan beloop van probleemdrinken worden verklaard? Genetische invloeden op problematisch alcoholgebruik –Erfelijkheid in volwassenen rond.50 –Erfelijkheid in adolescenten rond.28 In adolescentie ook gedeelde omgevingsinvloeden (Dick et al., 2009) Verandering in factoren die probleemdrinken verklaren tijdens adolescentie en vroege volwassenheid? → Longitudinale studies nodig
Doel van de studie 1. In kaart brengen van alcoholproblemen in adolescentie en jonge volwassenheid (prevalentie) → alcoholproblemen deelaspect van probleemdrinken 2. Hoe kan het beloop worden verklaard? genetische invloeden omgevingsinvloeden (gedeeld en uniek) Twee hypotheses over ontwikkeling van genetische invloeden: developmentally stable hypothesis developmentally dynamic hypothesis
Deelnemers Tweelingen tussen met ≥ 1 meting van alcoholproblemen (N=8398) 53,5% 1 meting 18,9% 2 metingen 27,6% 3 tot 6 metingen Data verzameld in longitudinaal onderzoek van Nederlands Tweelingen Register (NTR) naar gezondheid, leefgewoonten en persoonlijkheid in (1993), 1995, 1997, 2000, 2002, 2004/2005, 2009 Data geordend in 6 leeftijdscategorieën: jaar (548 MZ/ 660 DZ) jaar (1616 MZ/ 2024 DZ) jaar (1576 MZ/ 1918 DZ) jaar (1412 MZ/ 1627 DZ) jaar (1200 MZ/ 1356 DZ) jaar (1040 MZ/ 1189 DZ)
Maat alcoholproblemen (CAGE) Vier items (ja/ nee) (Ewing, 1984) : Symptomatisch drinken: Hebt u ooit het gevoel gehad dat u eigenlijk minder zou moeten drinken? (cut-down) Problemen met omgeving: Hebben andere mensen u ooit lastig gevallen met kritiek op uw drinkgewoonten? (annoyed) Symptomatisch drinken: Hebt u zich ooit schuldig gevoeld over uw drinkgewoonten? (guilty) Hebt u ooit ‘s ochtends na het opstaan gedronken om uw zenuwen te kalmeren of om van een ‘kater’ af te komen? (eye-opener)
Prevalentie 0, 1, 2+ alcoholproblemen Op jonge leeftijd al rapportage van alcoholproblemen gevoel minder te moeten drinken (cut-down) meest prevalent ‘s ochtends na opstaan gedronken (eye-opener) minst prevalent Sekseverschillen in prevalentie Maar: CAGE meet hetzelfde in mannen en vrouwen en op verschillende leeftijden (= meetinvariantie)
Data-analyse CAGE geanalyseerd als dichotomie (0 vs. 1+ positief antw.) Fitten van tweelingmodellen (in Mx) –Wat zijn de tweelingcorrelaties voor MZ en DZ twins? Samenhang scores binnen tweelingparen Hoe goed voorspelt een alcoholprobleem van twin 1, een mogelijk alcoholprobleem van twin 2? –Hoe wordt het beloop van alcoholproblemen verklaard door genetische en omgevingsinvloeden (gedeeld en uniek)? geschat vanuit MZ en DZ correlaties
100% genetische overeenkomst 100% gedeelde omgeving 0% unieke omgeving Eeneiige tweelingen +/-50% genetische overeenkomst 100% gedeelde omgeving 0% unieke omgeving Twee-eiige tweelingen
1 Y1Y C1C1 C2C2 C3C3 C4C4 C5C5 C6C X1X A1A1 A2A2 A3A3 A4A4 A5A5 A6A6 Resultaten: best-fitting model E3E3 ζ ζζ ζ ζ ζ ζ ζ ζ ζ ζ E1E1 E2E2 E4E4 E5E5 E6E6 Z1Z Z2Z Z3Z Z4Z Z5Z Z6Z E3E3 Ontwikkeling gedeelde omgevingsinvloeden geen nieuwe gedeelde omgevingsinvloeden op latere leeftijd gedeelde omgevingsinvloeden aanwezig op leeftijd nemen steeds meer af → transmissie → Ontwikkeling genetische invloeden geen nieuwe genetische invloeden op latere leeftijd = evidentie voor developmentally stable hypothesis genetische invloed neemt toe van tot jaar (= genetische amplificatie) genetische invloed neemt af vanaf → transmissie → Ontwikkeling unieke omgevingsinvloeden Nieuwe unieke omgevingsinvloeden op en jaar: deels leeftijdsspecifiek deels van invloed op latere leeftijden Vanaf jaar unieke omgevingsinvloeden redelijk stabiel: nauwelijks nieuwe omgevingsinvloeden op en wel toenemende invloed van reeds opgedane unieke omgevingsinvloeden → transmissie → nieuwe unieke omgevingsinvloeden CAGE (0 vs. 1x ja)
Resultaten: Gedeelde omgevingsinvloeden Afname van gedeelde omgevingsinvloeden.77 op leeftijd op leeftijd op leeftijd daarna geen gedeelde omgevingsinvloeden meer
Resultaten: Genetische invloeden Van tot toename van genetische invloeden.21 op leeftijd op leeftijd Vanaf afname van genetische invloeden.49 op leeftijd 30-32
Resultaten: Unieke omgevingsinvloeden Toename van unieke omgevingsinvloeden.01 op leeftijd op leeftijd 30-32
Conclusies: Symptomen van probleemdrinken Doel 1. Hoe vaak komt het voor? (prevalentie) op jonge leeftijd al alcoholproblemen gerapporteerd 16-38% van mannen rapporteert ≥ 1 alcoholprobleem 9-27% van vrouwen ≥ 1 Doel 2. Hoe kan het beloop worden verklaard? gedeelde omgevingsinvloeden: aanwezig op leeftijd jaar; daarna afwezig belangrijkste factor op jaar genetische invloeden: genetisch risico al aanwezig op leeftijd = developmentally stable hypothesis amplificatie tijdens jaar; daarna attenuatie unieke omgevingsinvloeden: worden steeds belangrijker deels leeftijdsspecifiek; deels nieuwe invloeden
Mogelijke interpretatie Genetische invloeden: alcoholmetabolisme gevoeligheid effecten van alcohol (‘level of response’) neurotransmitters betrokken bij beloningssysteem disinhibitie/ externaliserend gedrag opzoeken van omgeving waarin genotype tot expressie gebracht kan worden Gedeelde omgevingsinvloeden: Perceptie opvoedingsstijl (Latendresse et al., 2010) : –‘Parental monitoring’ –Warmte ouder-kindrelatie Invloed drinkende co-twin, (broers/ zussen)/ vrienden (Fowler et al., 2007; Poelen et al., 2007; McGue et al., 1996)
Limitaties Mogelijke non-response probleemdrinkers –Distel et al., 2007: geen effect non-respons op CAGE probleemdrinken –Vink et al., 2004: wel effect Analyses CAGE: 0 vs. 1+ positieve antwoorden –klinische cut-off: 2+ positieve antwoorden –Maar: in sommige studies cut-off 1+ pos. antw. aanbevolen bij lage prevalentie (Aertgeerts et al., 2004) –zelfde resultaten voor 0,1,2+ pos. antw. (leeftijdsgroepen 18-32) Geen maat van alcoholconsumptie meegenomen → vervolgonderzoek
Acknowledgements Heel hartelijk dank aan: alle deelnemers aan het onderzoek van het NTR Prof. dr. Dorret I. Boomsma Prof. dr. Ken S. Kendler Dr. Gonneke Willemsen Dr. Marleen H.M. de Moor Dr. Jacqueline M. Vink Dr. Stephanie M. van den Berg Lot M. Geels
Bedankt voor uw aandacht! Vragen?
Resultaten: best-fitting model genetische invloeden gedeelde omgevingsinvloeden → transmissie → unieke omgevingsinvloeden CAGE (0 vs. 1x ja) nieuwe unieke omgevingsinvloeden
Gevoel minder te moeten drinkenLastiggevallen met kritiek op drinkgewoonten Schuldig gevoeld over drinkgewoonten Prevalentie alcoholproblemen ‘s Ochtends na opstaan gedronken
A1A1 leeftijd leeftijd leeftijd leeftijd leeftijd leeftijd f 11 f 21 f 31 f 41 f 51 f 61 The developmentally stable hypothesis A2A2 The developmentally dynamic hypothesis: Genetische innovatie Maar ook: genetische attenuatie genetische amplificatie
eye- opener cut- down 1 annoyed guilty F1F1 ζ ζζ Resultaten: meetinvariantie CAGE meetinvariant over leeftijd en sekse (RMSEA.03) ζ