De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse 2015-2016 semester I blok I F.G. Naerebout
augustus-september 2015, Palmyra De oudheid is nog actueel genoeg om sommigen ertoe aan te zetten de herinnering eraan te vernietigen – althans dat te pogen augustus-september 2015, Palmyra IS blaast de torengraven op IS blaast de Bel-tempel op IS blaast de Baal Shamin-tempel op IS onthooft de 82-jarige Khaled al-Asaad, 50 jaar lang de leidend archeoloog ter plekke
Mededelingen WEEK HANDBOEK HOORCOLLEGE WERKCOLLEGE 1 (7 sept) pp. 23-84 HC 1: Inleiding, prehistorie - 10de eeuw --- 2 (14 sept) pp. 87-122 HC 2: 10de-5de eeuw: overzicht WC 1. Handel archaïsche tijd 3 (21 sept) pp. 123-140 HC 3: 10de -5de eeuw: sociaal, econ., politiek DZT 1: p.23-140 4 (28 sept) pp. 165-187 HC 4: 5de-4de eeuw: overzicht WC 2. Kleon 5 (5 okt) pp. 188-201 HC 5: 5de-4de eeuw: sociaal, economisch DZT 2: p.165-206 6 (12 okt) pp. 201-206 HC 6: 5de-4de eeuw: politiek WC 3. Vrouwen 7 (26 okt) pp. 231-248 HC 7: 4de-1ste eeuw: Alexander 8 (2 nov) pp. 264-285 HC 8: 4de-1ste eeuw: de groei van Rome WC 4. Polytheïsme 9 (9 nov) pp. 248-264, 286-316 HC 9: 4de-1ste eeuw: de hellenistische wereld DZT 3: p.231-316 10 (16 nov) pp. 345-357 HC 10: het Principaat WC 5. Nehalennia 11 (23 nov) pp. 369-391 HC 11: sociaal, economisch DZT 4: p. 345-391 12 (30 nov) pp. 358-368, 429-457 HC 12: Christendom en Late Oudheid WC 6. Val Romeinse Rijk 13 (7 dec) HC 13: Materiele cultuur van de antieke wereld Gastcollege door Prof.Dr. Ruurd Halbertsma, RMO
Zie Blackboard voor aanvullingen/wijzigingen en voor studiematerialen: opdrachten voor de werkcolleges /powerpoints van dit hoorcollege Inleverprocedure werkcolleges: Blackboard inleverpunt (eerst registreren bij Groups: met het nummer van je werkcollege-groep) Website: www.oudegeschiedenis.info. Ook daar de powerpoints: volg de menustructuur. Facebook: www.facebook.com/AncientHistoryLeiden
1ste college, maandag 7 september ¶ 1 Big History en prehistorie / historie ¶ 2 Intermezzo : bronnen en periodisering ¶ 3 Het 3de en 2de millennium v.C.
¶ 1 Big History en prehistorie / historie Big history (< David Christian 1988) “geschiedenis in het groot, een historiografische richting waarbij de wereldgeschiedenis vanaf de oerknal tot heden wordt besproken. Hierbij wordt gebruikgemaakt van diverse wetenschappelijke disciplines”
International Commission on Stratigraphy Jaren B.P. (x 1000.000)
13,8 miljard jaar B.P.: The Big Bang (‘Oerknal’) 4,6-4,5 miljard jaar B.P.: vorming van ons zonnestelsel 3,8-3,5 miljard jaar B.P.: ontstaan van aards leven 7-5 miljoen jaar B.P.: ontstaan van mensachtigen (einde Mioceen/begin Plioceen) 2,4-2,3 miljoen jaar B.P.: genus homo: de mens. Verschijnt ongeveer gelijk met het begin van het Kwartair en Pleistoceen. Verspreiding o-o-A van pre-moderne menstypen zoals homo Neanderthalensis 200.000 jaar B.P.: homo sapiens sapiens = AMHs 100.000-60.000 jaar B.P.: de moderne mens verspreidt zich vanuit Afrika (2de migratie o-o-A van het genus homo) 40.000 jaar B.P.: uitsterven van de homo Neanderthalensis 12.000 jaar B.P. (10.000 v.C.): einde van het Pleistoceen, begin Holoceen, einde laatste Pleistocene glaciaal In archeologische termen (gebaseerd op werktuiggebruik) behoort het grootste deel van de mensheidsgeschiedenis tot het Paleolithicum, de Oude Steentijd. Op de overgang naar het Holoceen begint het Mesolithicum, de Midden-Steentijd, die op een gegeven moment (afhankelijk van de plaats) overgaat in het Neolithicum, de Nieuwe Steentijd
36 % 3,5 % oudheid historie prehistorie vanaf opkomst AMHs middeleeuwen, vroeg-modern, modern historie 3,5 %
Van prehistorie naar historie (protohistorie?): Het criterium is schriftgebruik: Dus vanaf het moment dat a) er een symbolisch tekengebruik is, of b) er geschreven wordt, of c) dat in aanmerkelijke mate gebeurt, en ‘historische informatie’ wordt opgeschreven. Maar het gaan schrijven is onderdeel van een veelomvattend proces
Een nieuwe fase in de mensheidsgeschiedenis: het Neolithicum De Neolitische revolutie, en de secondary products revolution [NB: in feite evoluties] Diffusie / zelfstandige ontwikkeling 10.000-3500 v.C. Sedentisme ( nomadisme) proto-urbanisme: Tepe Guran, Çatal Hüyük, Jericho Domesticatie van planten en dieren akkerbouw/tuin- bouw/veeteelt Gepolijste stenen werktuigen (neo-litisch) Aardewerk Zuivelbereiding, textielfabricage, trek-, rij- en lastdieren Eerste metallurgie
Vruchtbare halve maan (Fertile Crescent)
De verspreiding van de landbouw in Europa
Historie (v.C.): ca 3300: Sumerië: cuneïform/spijkerschrift ca 3200: Egypte: hiërogliefen ca 2600: Indusbeschaving: niet ontcijferd schrift [ca 1700: proto-Sinaïtisch: alfabet] [ca 1200: proto-Kanaänitisch / Fenicisch: alfabet] ca 1200: China (Shang oracle bones): hanzi ca 300: Meso-Amerika: Maya-‘hiërogliefen’
‘tokens’: beschouwd als voorlopers van het spijkerschrift
Vroeg voorbeeld van spijkerschrifttablet, late 4de millennium
Links: Shang ‘oracle bone’ met de vroegste voorbeelden van Chinese karakters Rechts: vroegste Chinese karakters in een herkenbare vorm
¶ 2 Intermezzo: bronnen en chronologie Geschreven ALLE taaluitingen in een notatie Overlevering Archeologische context: inscripties, papyri Ongeschreven ALLES anders dan taal Door mensenhand / natuurfenomenen Roerend / onroerend Afbeelding: aparte categorie ongeschreven materiaal: representaties van de (buiten)wereld vergelijkbaar met teksten
bronnen zijn de neerslag van en daarmee het correlaat van gedachten/handelingen/gebeurtenissen, maar zijn nooit de gedachten/handelingen/gebeurtenissen zelf de potentie van een bron wordt pas verwezenlijkt door interpretatie (die op haar beurt bronnenkritiek impliceert) een bron en de inhoud van de bron behoeven datering: relatieve en absolute chronologie veel dateringen betreffende de wereld van de oudheid zijn nog altijd problematisch, ondanks eeuwen arbeid en ondanks de inbreng van de natuurwetenschap
¶ 3 Het 3de en 2de millennium v.C. Vroege staten en steden Vruchtbare Halve Maan Mesopotamië: Soemer Egypte Migraties: Semieten (Akkad); Indo-Europeanen NB: centrum-periferie Brons Bronstijd NB: 3-perioden-systeem: steen, brons, ijzer Opnieuw: diffusie (en autonome ontwikkelingen) Schrift: cuneïform (spijkerschrift) hiërogliefen
Rode pijlen: Indo-Europese migraties; groene pijlen: semitische migraties
Wordt vervolgd