Samenvatting CONCEPT.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Inhoud Wat kun je zien in de atmosfeer ?
Advertisements

2 Materie in 3 toestanden: vaste stof, vloeistof en gas
Noorderlicht Door: Vera, Eva en Lucy.
2.3 Kaart van het heelal, of waar komt de kosmische straling vandaan?
het heelal en waar komt de kosmische straling vandaan?
Bevestiging golfkarakter van licht
Deeltjestheorie en straling
Spectra en fotonen Buiging en interferentie Tralie Emissiespectra.
Elektrische en magnetische velden H16 Newton 5HAVO Na2
ROTATIONELE RAMAN-VERSTROOIING IN DE AARDATMOSFEER
J.W. van Holten Metius, Structuur en evolutie van de kosmos.
Hoe zit het zonnestelsel in elkaar ?
FLUO IN DE DISCO WAT IS LICHT ? LICHT = elektromagnetische golven
Large-scale structure
Het Uitdijend Heelal Prof.dr. Paul Groot Afdeling Sterrenkunde, IMAPP
Zwarte Gaten Prof.dr. Paul Groot Afdeling Sterrenkunde
Het Scholierenproject “Kosmische Straling”:
Gijs Verdoes Kleijn Kapteyn Instituut Universiteit Groningen
Kosmische straling Hisparc Project
Transport van warmte-energie
Deeltjes en straling uit de ruimte
Spectrum We gaan kijken naar het spectrum van de straling uit de ruimte. HiSPARC CROP.
Mens en aarde Deel 3: de atmosfeer.
Newton - VWO Ioniserende straling Samenvatting.
Deeltjestheorie en straling
Samenvatting H 8 Materie
Deeltjestheorie en straling
Newton - HAVO Ioniserende straling Samenvatting.
Kosmische straling.
4) De Relatie Zon - Aarde De Zon heeft een continue en sterk variabele invloed op onze planeet, de Aarde. Deze invloed gebeurt via 3 kanalen: electromagnetisch.
Straling en het elektromagnetisch spectrum
De aarde De zon in de rug De maan staat op de achtergrond: het is dus volle maan.
Deeltjes- of golftheorie
A high stellar velocity dispersion for a compact massive galaxy at redshift z = Joris Hanse
primaire & secundaire kosmische straling
Meting van de lichtsnelheid
HONDERDEN JONGE STERRENSTELSELS AAN DE ‘RAND’ VAN HET HEELAL ONTDEKT. DOOR: EISE EN MAURITS.
Licht en Intensiteit Kwadratenwet
Polar Lights.
Stof om over na te denken…
2.3 Kaart van het heelal, of waar komt de kosmische straling vandaan?
Door Simone, Ivo en Sivanne V2A
Sterrenlicht paragraaf 3.3 Stevin deel 3.
Samenvatting Conceptversie.
Het Scholierenproject “Kosmische Straling”: Een speurtocht naar bijzondere signalen uit het heelal Johan Messchendorp, KVI 2003.
newton_havo_09.7 afsluiting | samenvatting
Samenvatting CONCEPT.
De grens van het waarneembare heelal Space Class Sonnenborgh 5 oct 2010 John Heise, Universiteit Utrecht SRON-Ruimteonderzoek Nederland.
Straling van Sterren Hoofdstuk 3 Stevin deel 3.
Het atoommodel van Rutherford-Bohr (1913)
Mark Bentum Het leven van een ster Slide 1 Het Leven van een Ster.
PPT ASO 5 4 Ontstaan van het heelal p.57.
Wat is licht? deeltje, want licht gaat in een rechte lijn (Newton) golf (Huygens), want er komen dingen voor die ook je ook bij watergolven ziet (buiging.
1 Straling Inleiding Atmosfeer College 6 Inleiding Atmosfeer College 6.
Elektromagnetische golven
Natuurkunde Overal Hoofdstuk 11: Bouw van ons zonnestelsel.
Hoofdstuk 2 Licht en kleur.
Paragraaf 3. Temperatuurverschillen op aarde Een deken over de aarde
Relativiteitstheorie
§11.3: Spectraalanalyse In de wereld om ons heen treffen we twee soorten objecten aan: straling materie Straling is opgebouwd uit stralingsdeeltjes: fotonen.
vandaag Vorige: big history? Big bang Heelal Wanneer, Daarvoor, Wat, Waarom en ... Waar Heelal Bestandddelen Volgende: Big Bang - Heelal als geheel.
I Big History? Wat? origin story vd ws Waarom? Wie?
II Drempels: complexiteitsprongen
Vorige keer: Hoe weten we dit allemaal? Wordt alles steeds complexer?
In het nieuws. In het nieuws Herhaling vorige les: Hubble kijkt mbv roodverschuiving buiten de Melkweg en ziet expanderend heelal met meerdere andere.
K1 Optica Lichtbeelden Begripsontwikkeling Conceptversie.
Basiscursus Sterrenkunde
Basiscursus Sterrenkunde
Natuurkunde Overal: hoofdstuk 11
LES 1: STERRENSTELSELS QUIZ.
Transcript van de presentatie:

Samenvatting CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Straling uit het heelal Vanuit het heelal nemen we op aarde alle soorten straling uit het elektromagnetisch spectrum waar. De door een ster uitgezonden straling hangt af van zijn temperatuur: hoe hoger de temperatuur is, des te kleiner is de golflengte waarbij de uitgezonden elektromagnetische straling zijn maximum heeft. Elektromagnetische straling: Verband golflengte en frequentie: 𝝀∙𝒇=𝒄 Verband fotonenergie en frequentie: 𝑬 𝐟 =𝒉∙𝒇 supernova hete sterren zon jonge sterren Absorptie in de aard-atmosfeer Zichtbaar licht en radio-golven zijn te detecteren vanaf het aardoppervlak. De andere soorten straling worden geheel of gedeeltelijk geabsorbeerd door de aardatmosfeer, en zijn alleen te detecteren vanaf grote hoogte of met een satelliet Figuur 1 Elektromagnetisch spectrum CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Stralingskromme In de door een ster uitgezonden straling hangt de stralingsintensiteit af van de golflengte. Het verband tussen stralingsintensiteit 𝐼 en golflengte 𝜆 wordt gegeven door de stralingskromme. De stralingskromme is een goede benadering van een planckkromme. Figuur 2 Planckkromme bij verschillende waarden van de temperatuur CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Stralingskromme Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 eff en de golflengte 𝜆 max van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝝀 𝐦𝐚𝐱 ∙𝑻= 𝒌 𝐖 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Figuur 4 Stralingskromme van de zon Stralingskromme en temperatuur De stralingskromme hangt af van de oppervlakte- temperatuur 𝑇 eff : hoe hoger de temperatuur is, des te kleiner is de golflengte 𝜆 max van het stralingsmaximum (de top van de kromme). Figuur 3 Planckkromme bij verschillende waarden van de temperatuur CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Stralingsvermogen De per seconde in alle richtingen door een ster uitgezonden stralingsenergie is het stralingsvermogen (of de lichtsterkte) van de ster. Het stralingsvermogen 𝑃 (in W) van een ster hangt volgens de wet van Stefan-Boltzmann af van de steroppervlakte 𝐴 en de oppervlaktetemperatuur 𝑇 eff : 𝑷=𝝈∙𝑨∙ 𝑻 𝟒 In deze formule is 𝜎 de constante van Stefan-Boltzmann. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Stralingsintensiteit Het per m2 door een steroppervlak uitgezonden of op aarde gemeten stralingsvermogen is de stralingsintensiteit. Het stralingsvermogen van een ster verspreidt zich over een boloppervlak in de ruimte. De op aarde gemeten stralingsintensiteit 𝐼 ( in W/m2) van een ster hangt af van het stralingsvermogen 𝑃 van en de afstand 𝑟 tot de ster: 𝑰= 𝑷 𝑨 = 𝑷 𝟒∙ 𝒓 𝟐 De op aarde gemeten stralingsintensiteit van de zon is de zonneconstante. Figuur 5 De stralingsintensiteit 𝐼 neemt kwadratisch af met de afstand 𝑟 tot de ster CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Hertzsprung-Russel-diagram Het Hertzsprung-Russell-diagram (HRD) geeft alle sterren weer waarvan het stralingsvermogen 𝑃 en de oppervlaktetemperatuur 𝑇 eff bekend zijn. Van deze sterren is het stralingsvermogen berekend uit de op aarde gemeten stralingsintensiteit 𝐼 en de bekende afstand 𝑟 van de ster tot de aarde. Van deze sterren is de oppervlaktetemperatuur berekend uit de golflengte 𝜆 max van het maximum in de op aarde gemeten stralingskromme van de ster. Van een ster op onbekende afstand is met het HRD een schatting van de afstand te maken als de oppervlaktetemperatuur van de ster bekend is, onder de aanname dat de ster op de hoofdreeks ligt. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Figuur 6 Hertzsprung-Russell-diagram CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Spectrum Het spectrum van een ster is een continu emissiespectrum waarin absorptielijnen (of fraunhoferlijnen) voorkomen. Uit de golflengtes van de absorptielijnen is af te leiden welke gassen zich in de oppervlaktelaag van de ster bevinden. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Figuur 7 Absorptiespectrum CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Spectrum en dopplereffect Bij een van de aarde af of naar de aarde toe bewegende ster (of sterrenstelsel) veroorzaakt het dopplereffect een rood- of blauwverschuiving van de absorptielijnen in het spectrum. De relatieve golflengteverschuiving Δ𝜆/𝜆 als gevolg van het dopplereffect hangt af van de radiale snelheid 𝑣 𝑟 van de ster of het sterrenstelsel: 𝚫𝝀 𝝀 = 𝒗 𝐫 𝒄 In deze formule is 𝑐 de lichtsnelheid De dopplerformule geldt voor een radiale snelheid 𝑣 r <0,1∙𝑐 Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Figuur 8 Het dopplereffect bij een bewegende lichtbron Figuur 9 Roodverschuiving van de absorptielijnen in het spectrum van een ster Figuur 10 De golflengte- verschuiving hangt af van de radiale snelheid 𝑣 r van de ster of het sterrenstelsel CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Emissie- en absorptiespectrum In het atoommodel van Bohr kan het elektron in het waterstofatoom slechts in een beperkt aantal banen rond de kern bewegen. Daardoor heeft het atoom een beperkt aantal energieniveaus. Bij absorptie van energie springt het elektron in het atoom naar een hoger energieniveau. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Figuur 11 Model van het absorberen en uitzenden van energie door het waterstofatoom bij de botsing met een elektron CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Emissie- en absorptiespectrum Bij terugval van het elektron naar een lager energieniveau zendt het atoom energie uit in de vorm van een foton. De fotonenergie 𝐸 f van de uitgezonden straling wordt bepaald door het energieverschil tussen de twee energieniveaus 𝐸 m en 𝐸 n : 𝑬 𝐟 =𝒉∙𝒇= 𝒉∙𝒄 𝝀 = 𝑬 𝐦 − 𝑬 𝐧 In deze formule is ℎ de constante van Planck, 𝑓 de frequentie en 𝜆 de golflengte van de uitgezonden straling. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Figuur 12 Energieniveauschema Figuur 13 Met het atoommodel van Bohr is het emissiespectrum van een ‘heet’ gas en het absorptiespectrum van een ‘koud’ gas te verklaren CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Heelal Een sterrenstelsel bestaat uit een groot aantal sterren. Sterrenstelsels bestaan uit zichtbare materie (de sterren), heet gas en donkere materie. De meeste sterrenstelsels bewegen zich met grote snelheid van ons af: we bevinden ons in een uitdijend heelal. De verwijderingssnelheid van deze sterrenstelsels is evenredig met hun afstand: het lijkt alsof de sterrenstelsels op hetzelfde moment bij een ‘explosie’ vanuit één punt ‘vertrokken’ zijn. Dat moment is de oerknal. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Figuur 14 Sterrenstelsel Figuur 15 De verwijderings-snelheid van sterrenstelsels is evenredig met hun afstand Wet van Hubble CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Heelal De restanten van deze oerknal zijn waar te nemen als de kosmische achtergrondstraling. Als gevolg van de gravitatiekracht zou de beweging van sterrenstelsels vertraagd moeten zijn. Waarnemingen wijzen op een versnelde uitdijing, met donkere energie als (mogelijke) oorzaak. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Lichtjaar Een lichtjaar is de afstand die het licht (met de lichtsnelheid) in een jaar aflegt. CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Kosmische afstandsladder De afstand van dichtbij staande sterren (tot 103 lj) is te bepalen met de parallaxmethode. De afstand van verder weg staande sterren (tot 105 lj) is te schatten met de HRD-methode: uit de golflengte 𝜆 max van het stralingsmaximum volgt met de wet van Wien de oppervlaktetemperatuur 𝑇 eff , uit 𝑇 eff volgt met het HRD het stralingsvermogen 𝑃 (onder de aanname dat de ster op de hoofdreeks ligt), uit 𝑃 en de stralingsintensiteit 𝐼 volgt de afstand 𝑟. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Parallax Figuur 16 De parallax 𝑝 (in radialen) van een ster is omgekeerd evenredig met zijn afstand 𝑟: 𝒑= 𝒓 𝐳𝐚 𝒓 In deze formule is 𝑟 za de afstand zon-aarde. p CONCEPT

Zonnestelsel en heelal 13 Astrofysica | vwo | Samenvatting Kosmische afstandsladder De afstand van sterrenstelsels (tot 108 resp. 109 lj) is te schatten met de Cepheïde- respectievelijk de supernova-methode: het stralingsvermogen 𝑃 van dit soort sterren is bekend, uit 𝑃 en de stralingsintensiteit 𝐼 volgt de afstand 𝑟. De afstand van zeer ver weg staande sterrenstelsels is te schatten met de Hubble-methode: uit de dopplerverschuiving Δ𝜆 volgt de radiale snelheid 𝑣 r , uit 𝑣 r volgt met de wet van Hubble de afstand 𝑑. Voor het verband tussen de oppervlaktetemperatuur 𝑇 𝑒𝑓𝑓 en de golflengte 𝜆 𝑚𝑎𝑥 van het stralingsmaximum geldt de wet van Wien: 𝜆 𝑚𝑎𝑥 ∙𝑇= 𝑘 𝑊 In deze formule is 𝑘 𝑊 de constante van Wien Wet van Hubble De vluchtsnelheid 𝑣 r van sterrenstelsels is evenredig met hun afstand 𝑑: 𝒗 𝐫 =𝑯∙𝒅 In deze formule is 𝐻 de constante van Hubble CONCEPT