DE LIJDENDE VORM LA VOIX PASSIVE. De tegenwoordige tijd Een vorm van être + voltooid deelwoord Actif (= bedrijvend): François prépare le repas. Passif.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Oefenen voor de toets unité 2
Advertisements

Taaloefeningen. Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. zin 1 Zinnen ontleden.
Futur van regelmatige werkwoorden
Havo 3 Grammaire chapitre 4.
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
Grammaire chapitre 4 1 hv.
Le subjonctif De aanvoegende wijs.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
Namen van landen Les noms des pays.
Voltooid tegenwoordige tijd
Taaloefeningen. De grote man liep door de Dennenweg. zin 1 Zinnen ontleden.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
PASSÉ COMPOSÉ ÊTRE APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -RE
PASSÉ COMPOSÉ AVOIR APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
Grammaire thème 5 4 vwo.
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
La voix passive De lijdende vorm.
Grammaire thème 6 4 vwo.
Havo 3 Grammaire chapitre 6.
3 VWO (+) Grammaire chapitre 3. Bijvoeglijke naamwoorden: bijzondere vormen Sommige bijv. nw. veranderen wanneer ze vóór een mannelijk zn. staan dat begint.
Passé composé.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Franse Les Les 17 Vorige les & huiswerk Voyages p. 62
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Grammaire chapitre 1 2 vwo (+).
In en naar (à, au, aux, en) 2 VMBO - Frans.
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Connaitre 3M – week 40 - Frans.
Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11
Franse Les Les 12 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre 7 die/deze hij/zij/het/hen Alma 2 Anne chapitre 5 et 6 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre.
Hallo! Goedendag! Bonjour!
Franse Les Les 4 Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Nous sommes mercredi le 8 avril 2015.
Faire 3 VMBO - Frans.
De ontkenning 2 VMBO - Frans.
De verleden tijd - imparfait
Venir 2 VMBO - Frans.
L’IMPARFAIT, LE PASSÉ COMPOSÉ, LE PASSÉ SIMPLE
HET BIJWOORD L’ADVERBE [Audio p.1] Stem NL: Het bijwoord
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Lire 3 VMBO - Frans. Wat moet je weten om dit onderdeel te begrijpen?: Wat een onregelmatig werkwoord is De tegenwoordige tijd (présent) De verleden tijd.
Faire connaissance dialogues + exercices
Parler de sa région Parler de ses origines Parler de son weeken-end.
Les verbes.
À/de+ bepaald lidwoord àin, naar, van, op, aan devan, uit bepaald lidwoordle, la, l’, les.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
De passé composé Nederlands: voltooid tegenwoordige tijd
Leçon 2 Wat gaan we doen? Voyages unité 9 p. 65/66 4a Uitleg TPRS Devoirs (huiswerk) Wat gaan we doen? Voyages unité 9 p. 65/66 4a Uitleg TPRS Devoirs.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
DE PASSÉ COMPOSÉ de voltooid tegenwoordige tijd.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Le futur proche et le futur
Vergelijkingen Minder dan moins + bijvoeglijk naamwoord + que
HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Ontkenning.
Chapitre 1 Francofolies.
Le passé compose et l’imparfait
Transcript van de presentatie:

DE LIJDENDE VORM LA VOIX PASSIVE

De tegenwoordige tijd Een vorm van être + voltooid deelwoord Actif (= bedrijvend): François prépare le repas. Passif (= lijdend): Le repas est préparé par François. Actif: Ma mère paye la note. Passif: La note est payée par ma mère. Het voltooid deelwoord in een zin met être is veranderlijk! 19.1 !

Andere tijden Een vorm van être + voltooid deelwoord ActifPassif Futur: Ma mère payera la note. La note sera payée par ma mère. Ma mère payera les notes.Les notes seront payées par ma mère. Passé composé: Ma mère a payé la note.La note a été payée par ma mère. Ma mère a payé les notes.Les notes ont été payées par ma mère. La note est payé. = De rekening wordt betaald !

Worden Vaste uitdrukkingen met ‘worden’ Il se fait jour.= Het wordt licht. Je suis tombé(e) malade.= Ik ben ziek geworden. Elle est tombée amoureuse. = Ze is verliefd geworden. Il est devenu professeur. = Hij is leraar geworden. Mon père aura 46 jaar.= Mijn vader wordt 46 jaar. 19.3