Welkom Voorganger: Ds. J. de Kok Ouderling van dienst: W. Verkerk Organist: E. Hofstede Schriftlezing: Marcus 25: 31 t/m 45 Zach. 14: 1 t/m 20 * *
Liedboek 868: 1,2 en 4
Liedboek 868
Liedboek 868
Welkom Voorganger: Ds. J. de Kok Ouderling van dienst: W. Verkerk Organist: E. Hofstede Schriftlezing: Marcus 25: 31 t/m 45 Zach. 14: 1 t/m 20 * *
Mededelingen
Psalm 122: 1 en 3
Psalm 122: 1 en 3
Stilte, bemoediging en groet
Lied 913: Wat de toekomst brengen moge Melodie: The Rose 1. Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des heren hand: moedig sla ik dus de ogen naar het ongekende land. Leer mij volgen zonder vragen Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalme moed!
2. Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet 2. Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het ook niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al uw luister, als ik in uw hemel kom!
3. Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht ik durfde niet 3. Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet! Wil mij als een kind behandelen, dat alleen de weg niet vindt. Neem mijn hand in uwe handen en geleid mij als een kind.
4. Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land.
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 31 Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. 32 Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt;
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 33 De schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. 34 Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: "Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 35 Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 36 Ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe."
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 37 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: "Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed?
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 39 Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?" 40 En de koning zal hun antwoorden: "Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan."
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 41 Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: "Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. 42 Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken.
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 43 Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet."
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 44 Dan zullen ook zij antwoorden: "Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?"
Schriftlezing Mat. 25: 31 t/m 45 45 En hij zal hun antwoorden: "Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan."
© Joh. de Heer & zn. (met toestemming van CCLicentie)
Gebed
Opstap
Kinderen naar de nevendienst
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 1 Er komt een dag dat de HEER zal ingrijpen, Jeruzalem, dat de buit binnen je muren wordt verdeeld.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 2 Ik zal alle volken samenbrengen – zegt de HEER – om tegen Jeruzalem ten strijde te trekken. De stad zal worden ingenomen, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen verkracht. De helft van de inwoners wordt in ballingschap weggevoerd, maar het deel dat overblijft zal niet worden uitgeroeid.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 3 Daarna zal de HEER uittrekken en de strijd tegen die volken aanbinden, net als weleer.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 4 Die dag zal hij zijn voeten op de Olijfberg planten, ten oosten van Jeruzalem. De Olijfberg zal in tweeën splijten: de ene helft glijdt weg naar het noorden en de andere naar het zuiden, zodat er een breed dal ontstaat van oost naar west.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 5 Jullie zullen wegvluchten, het dal in tussen die twee bergketens die zullen reiken tot aan Asel, zoals jullie ook gevlucht zijn bij de aardbeving in de tijd dat koning Uzzia regeerde over Juda. En de HEER, mijn God, zal verschijnen met al de zijnen.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 6 Op die dag zal er geen licht zijn; de hemellichamen verliezen hun glans. 7 Op die ene dag, die alleen de HEER kent, zal er geen onderscheid zijn tussen dag en nacht. Pas tegen het vallen van de avond zal er weer licht gloren.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 8 Als die tijd aanbreekt, zal er in Jeruzalem zuiver water ontspringen: de ene helft zal in het oosten in zee uitmonden en de andere helft in het westen, zowel in de zomer als in de winter. 9 En de HEER zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de HEER de enige God zijn en zijn naam de enige naam.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 10 Het hele land wordt zo vlak als de Jordaanvallei, van Geba in het noorden tot aan Rimmon in het zuiden. Maar Jeruzalem zal zijn hoogverheven plaats behouden. Van de Benjaminpoort tot aan de oude poort, de Hoekpoort, en van de Chananeltoren tot aan de koninklijke perskuipen
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 11 Zal de stad bewoond zijn. Jeruzalem zal weer een veilige woonplaats zijn, want er zal nooit meer vernietiging over worden afgeroepen.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 12 De volken die tegen Jeruzalem ten strijde zijn getrokken, zullen door de HEER worden getroffen met een afgrijselijke plaag: terwijl ze nog levend rondlopen zal hij hun vlees laten wegteren van hun botten, hun ogen laten wegrotten in hun kassen en hun tong laten wegrotten in hun mond.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 13 3 De HEER zal op die dag zo'n paniek onder hen zaaien dat ze elkaar beetgrijpen en slaags raken. 14 4 Ook Juda zal zich mengen in de slag om Jeruzalem. De rijkdommen van de belagers zullen als buit bijeen worden gebracht: grote hoeveelheden goud, zilver en kostbare gewaden.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 15 5 En alle dieren in het vijandelijke kamp, paarden, muildieren, kamelen en ezels, zullen door dezelfde plaag worden getroffen als de mensen.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 16 6 De overlevenden van de volken die Jeruzalem hebben belaagd, zullen dan jaarlijks naar de stad komen om de HEER van de hemelse machten als koning te vereren en het Loofhuttenfeest te vieren.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 17 7 En is er op aarde een volk dat niet naar Jeruzalem komt om de HEER van de hemelse machten als koning te vereren, dan zal er in dat land geen regen vallen.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 18 8 Ook Egypte zal, wanneer zijn volk niet naar Jeruzalem komt, stellig worden getroffen door deze plaag, waarmee de HEER de volken straft die het Loofhuttenfeest niet komen vieren. 19 9 Dat zal de straf zijn voor Egypte en de andere volken die niet deelnemen aan het Loofhuttenfeest.
Schriftlezing Zach. 14: 1 t/m 20 20 0 Als die tijd aanbreekt, zal zelfs op de bellen van de paarden gegraveerd staan: 'Aan de HEER gewijd'. De kookpotten in de tempel zullen dienen als offerschalen voor het altaar.
Er is een stad voor vriend en vreemde (EL 194) t. & m. onbekend
Er is een stad voor vriend en vreemde (EL 194) t. & m. onbekend
Er is een stad voor vriend en vreemde (EL 194) t. & m. onbekend
Er is een stad voor vriend en vreemde (EL 194) t. & m. onbekend
Er is een stad voor vriend en vreemde (EL 194) t. & m. onbekend
Er is een stad voor vriend en vreemde (EL 194) t. & m. onbekend
Er is een stad voor vriend en vreemde (EL 194) t. & m. onbekend
Er is een stad voor vriend en vreemde (EL 194) t. & m. onbekend
Verkondiging
NLB 769: 1 en 6
NLB 769: 1 en 6
Kinderlied
Liedboek 162
Liedboek 162
Liedboek 162
Liedboek 162
Liedboek 162
Gebeden
Collecte
allen: Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Zegen