3. De scheidsrechter
De scheidsrechter
Taken van de scheidsrechter Toepassen van de spelregels. Onderbreekt het spel als, naar zijn oordeel, een speler ernstig gekwetst is en ziet er op toe dat de speler van het veld ge ë vacueerd wordt. De scheidsrechter geeft een teken tot hervatting na een spelonderbreking.
Beslissingen van de scheidsrechter De beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend. Zo lang het spel nog niet is hervat, mag een scheidsrechter op zijn beslissing terugkomen.
De voordeelregel Bij de voordeelregel laat de scheidsrechter het spel doorgaan op het moment dat er een overtreding wordt begaan op een speler van de ploeg die de bal heeft. Zo houdt dit team balbezit en gaat het spel door. De speler die de overtreding maakt, kan bij de eerstvolgende spelstilstand een gele of rode kaart krijgen.
Bevoegdheid De technische bevoegdheden: DVS – IVS. De disciplinaire bevoegdheden: verbale opmerking – gele en rode kaart. Deze bevoegdheid treedt in werking zodra de scheidsrechter het speelveld betreedt en eindigt na het fluitsignaal bij het einde van de wedstrijd zodra hij het speelveld verlaat.
Het staken van de wedstrijd Weersomstandigheden of duisternis Terrein wordt onbespeelbaar Onregelmatigheden op het veld E é n of beide teams beschikken niet meer over 7 spelers. Wangedrag van publiek
Signalen
Signalisaties van de scheidsrechter Het voordeelteken
Directe vrije schop De hand en de arm geven duidelijk de richting aan.
Bij een IVS houdt de scheidsrechter de arm verticaal omhoog tot de bal door een medespeler of tegenstrever geraakt is of zijn uitwerking gehad heeft.
Strafschop De scheidsrechter wijst duidelijk naar het strafschoppunt.
Doelschop
Hoekschop
Het tonen van de gele of rode kaart.