Hoofdstuk 7 De monetaire unie.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Advertisements

Beleids- en Beheerscyclus
Hoofdstuk 11deel 2 handel en marketing
Protectionisme versus Internationale samenwerking
Onderwerpen vandaag Geld en de overheid Geld in een open economie
De Grote Depressie Herman de Jong / Faculteit Economie en Bedrijfskunde.
Havo 5 Economie De Nederlandse Economie H4 “Het Handelsspel”
Gedachtewisseling met de Commissie Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme.
Hoofdstuk 8: Nederland en Europa.
Hoofdstuk 1 Het begin van Europese samenwerking.
Internationale betrekkingen
Presentaties 12 juni 10 minuten per presentatie Powerpoint beschikbaar
Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy.
Kijk op kredietcrisis!
Europese Eenheid Dr. Hein Roelfsema Utrecht University School of Economics.
Internationale handel
De eenwording van Europa
Bestrijding Eurocrisis: Alleen handhaving en geen soevereiniteitsoverdracht? Prof. Johan van de Gronden.
Globalisering H2.
Globalisering H2.
Internationale handel. Wisselkoersen Internationale handel Wisselkoersen Meer handel.
Hoofdstuk 2 Beginselen van de EG. Taken EG: Het instellen van een gemeenschappelijke markt (= interne markt), dat wil zeggen één enkele binnenmarkt. Het.
Hoofdstuk 1 van EGKS tot EU.
Hoofdstuk 11 Vrij kapitaalverkeer. (2/14) Het vrije kapitaalverkeer (inclusief het vrije betalingsverkeer) wordt gewaarborgd door artikel 56 van het Verdrag:
Goederen- en Financiële Markt: IS-LM Model
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Hoofdstuk 2: Wisselkoersen
Hfst 5: De open economie met overheid
Economische integratie en monetair beleid
Begrippen kennen Collectieve sector = publieke sector
W i s s e l k o e r s Wisselkoersen
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
1 Michiel Verbeek November 2014 Waarom gaat de economie niet een beetje beter?
Regionaal beleid EUROPESE COMMISSIE December 2004 NL Verordeningen 1 Het cohesiebeleid ( ) Het voorstel van de Commissie voor nieuwe verordeningen.
Belasting die je moet betalen als je een product invoert.
Deel 4: Het beleid van de Europese Unie Pp
EU Uitbreiding Emeriti Forum Reflecties op presentatie van Minister Dehaene.
8.2 Hebben we baat bij de EU? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Europese interne markt Harmonisatie Monetaire Unie © Noordhoff Uitgevers 2012.
Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 – les 3.
De economische kringloop
Economische en demografische aspecten van vergrijzing Roel Beetsma MN Chair in Pension Economics Vice-decaan FEB Universiteit van Amsterdam.
Hoe Europa meer greep kreeg op de lidstaten door de eurocrisis Steven Engels 26/10/2015.
Beleggen en financiële markten Hoofdstuk 1 Beleggen en de vermogensmarkt 1.1 De vermogensmarkt Financieringssaldi Financiële titels Financiële markten.
PW Wisselkoersen Vraag 1: De uitvoer van Zwitserland naar de EU steeg, maar minder snel dan de invoer uit de EU-landen (= de uitvoer van de EU naar Zwitserland.
Veronderstel dat de eigen munt deprecieert / daalt ten opzichte van een belangrijke vreemde munt (bv. USD) Prijs van de geëxporteerde goederen daalt Prijs.
Hoofdstuk 3 Het Europese budget. Begrotingsprincipes Annaliteit Eenheid Specificiteit Universaliteit Openbaarheid.
Hoofdstuk 4 Inleidende begrippen omtrent integratie.
Televisie en computer H13.3 EUROPESE EENWORDING. 1.Nieuwe wereldoorlog voorkomen 2.Andere economische aanpak (geen protectionisme als in de jaren ‘30)
De Euro In de Eurozone. De EU bestaat momenteel april 2015 uit 28 landen.
1 Algemene Rekenkamer | Postbus | 2500 EA Den Haag Europees economisch bestuur Europese coördinatie van begrotings- en macro-economisch beleid en.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Dollar en Nederlandse economie CPB jan 2007 Betalingsbalansen wereldwijd, de dollar en de Nederlandse economie Klankbordsessie ter voorbereiding.
Bron: DNB. De cijfers %-mutaties DNBCPBDNBCPBDNB Bruto binnenlands product-1,0-0,6-½1,0 Particuliere consumptie-1,5-1½-1,7-1½-1,2 Uitvoer.
De macro-economie van langdurige stagnatie Prof. dr. Bas Jacobs VNO-NCW 16 september, 2016.
International Economics
De Europese eenwording
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland en Europa
NEDERLAND HANDELSLAND
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
H4 Wisselkoers en betalingsbalans
Welkom havo 4..
Welke rol speelt de EU bij de vrijmaking van de internationale handel?
International Economics
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Blok 3 Nooit meer oorlog Deelvraag:
Centrale bank (ecb / dnb)
Nederland en de rest van de wereld
§5.4 Samenwerken in Europa
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 7 De monetaire unie

Economische en monetaire unie: theorie 1. economische unie : geïntegreerde markt 4 vrijheden coördinatie macro-economisch beleid 2. monetaire unie : onherroepelijk vaste wisselkoers evt. : eenheidsmunt met gemeenschappelijke monetaire politiek

Micro-economische voordelen stimulans voor handel, investeringen en arbeidsmigratie verder: besparingen op deviezenreserves, besparingen op institutionele kosten, lagere rente en hogere economische groei eenheidsmunt : besparing op transactiekosten (minder prijsdiscriminatie) psychologische en politieke boodschap betere coördinatie door drie polen bij extern gebruik: prijzen van grondstoffen in euro seignorage

Baten van een MU voordelen Mate van openheid, integratie

Macro-economische nadelen verlies van het wisselkoersinstrument monetair beleid wordt best gecentraliseerd gevolgen van dit verlies zijn afhankelijk van : omstandigheden en frequentie waarin dit instrument kan worden toegepast efficiëntie van het wisselkoersinstrument beschikbaarheid van eventuele alternatieven

Wisselkoersinstrument Land doet het slecht: tekort op lopende rekening Devaluatie (depreciatie): Invoerprijzen worden duurder Exportprijzen goedkoper Resultaat zou verbetering van betalingsbalanspositie moeten zijn

Oorzaken van betalingsbalansonevenwichten asymmetrische schokken: Externe en interne gebeurtenissen Verschillende voorkeuren t.a.v. de Phillipscurve met verschillen in inflatie en verschillen in concurrentiepositie tot gevolg Verschillen in arbeidsmarktinstituties Verschillen in economische structuur

Asymmetrische schokken Gebeurtenis die ene economie treft en andere niet: bv dioxinecrisis treft België, maar Nederland niet een verschillend effect heeft op verschillende economieën: verhoging van de petroleumprijzen is slecht voor België, maar goed voor Nederland Kan zich zowel aan de vraagzijde als aan de aanbodzijde afspelen

Een vraagschok λ = EP/P*, met E de wisselkoers (met vaste waarde in binnenland) en P prijspeil eigen land, P* prijspeil buitenland Door verschuiving van de vraag moet nieuw evenwicht worden gevonden: ofwel moet E dalen ofwel moet P dalen (‘sticky’ wegens band met lonen!) ofwel beide of P* moet stijgen (weinig realistisch)

Symmetrische schok Idem vraagschok in landen met dezelfde munt: geen probleem: depreciatie zodat we van λ0 naar λ1 gaan

Asymmetrische schok Land A moet naar λ1, land B moet op λ0 blijven Als prijzen rigide (‘sticky’) zijn: enkel E Als A en B samen een munt hebben: E deprecieert naar λ2 = Slecht voor A, slecht voor B

Alternatieve schokdempers Optimale muntzone Arbeidsmobiliteit Openheid Diversificatie Rol van de supranationale overheid solidariteitssysteem Loonflexibiliteit: moeilijk, maar indien vorige middelen niet helpen = noodzakelijk

Arbeidsmobiliteit ‘overbodige’ arbeid in A migreert naar B, waar er behoefte is aan extra arbeid

Productdiversificatie Hoe gediversifieerder een economie is hoe minder kans op asymmetrische schokken

Openheid: efficiëntie van wisselkoersinstrument Leiden nominale aanpassingen in de wisselkoers tot reële wisselkoersaanpassingen? KT : ja LT : nee, als gestegen invoerprijzen na verloop van tijd doorwerken in prijspeil (en dus ook in exportprijspeil) Hoe opener hoe sneller devaluatie/depreciatie is uitgewerkt!!

Solidariteit Rijkere regio’s/onderdelen van een muntunie helpen de armere onderdelen financieel: Finanzausgleich Stromen in de sociale zekerheid van Vlaanderen naar Wallonië Cohesiefonds

Kosten van een MU nadelen Mate van openheid, integratie

Voor- en nadelen van een MU Conclusie : - voor relatief gesloten economieën is het minder interessant om toe te treden tot een EMU, - voor open economieën zullen de voordelen de nadelen overtreffen Kosten Baten Mate van openheid, integratie

Europa als OMZ? Schokkensymmetrie: VS > EU Arbeidsmobiliteit: aan de lage kant Diversificatie: relatief goed Openheid: EU ok Budgettaire solidariteit: relatief gering Loonflexibiliteit: aan de lage kant

Wat na de vorming van een EMU? Wat gebeurt er met Asymmetrische schokken? Arbeidsmobiliteit? Openheid? Diversificatie?

Integration, specialization & asymmetric shocks more similar production structure business cycle correlation increases asymmetric shocks less likely tighter trade ties ? EMU asymmetric shocks more likely business cycle correlation decreases increase specialization Source : IMF

Conclusie mbt asymmetrische schokken frequentie is moeilijk in te schatten : intra-industry trade : weinig asymmetrische schokken specialisatie agv eenheidsmarkt : meer regio-specifieke schokken

Monetaire integratie in Europa Rapport Werner : 1970 doel : monetaire unie tegen 1980 probleem : einde van Bretton Woods & oliecrisis alternatief : slang in de tunnel & EMS (1979)

Europees Monetair Stelsel Pariteitenrooster : ERM ECU divergentie-indicator Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking

Evaluatie EMS + - meer wisselkoersstabiliteit economische convergentie (inflatie!) - ECU was niet de spil DM was spil : asymmetrische aanpassingen

Inflatieconvergentie in het EMS

Economische en Monetaire Unie : waarom? Extern politiek signaal : symbool voor streven naar Europese eenheid Intern politiek : economisch-financiële hegemonie van Duitsland afzwakken Economische overwegingen : cf. voor- versus nadelen EMU

Economische en Monetaire Unie Eerste fase : 1/7/90 convergentieprogramma voor elk land Maastrichtnormen 3% overheidstekort 60% overheidsschuld inflatie interestvoet deelname in ERM

Tweede fase : 1/1/94 onafhankelijkheid van de centrale banken opstart van het Europees Monetair Instituut einde van monetaire financiering verdere convergentie mei 98 : wie mag meedoen?

Derde fase : 1/1/99 onherroepelijk vastklinken van de wisselkoersen start van ECB-ESCB Begin 2002 : einde van nationale munten Stabiliteits- en groeipact ERM bis

Interne koopkracht : lage inflatie? Regelgevend kader Monetair beleid ECB-ESCB Inflatie in eurogebied : de feiten

Regels voor ECB-ESCB!! prijsstabiliteit is enige doelstelling ECB probleem van de credibiliteit : op te lossen via onafhankelijkheid van de centrale bank

Onafhankelijkheid ECB-ESCB autonoom personeelsbeleid financiële autonomie beleidsautonomie

Personeel raad van bestuur = gouverneurs centrale banken + directie aangesteld door Europese Raad op voordracht van de Raad van Ministers na consultatie Parlement en raad van bestuur periode van 8 jaar, eenmalig

Financiële autonomie monetaire financiering is uitgesloten dus : ECB kan bijna niet gedwongen worden om overheidstekorten in lidstaten uit te kopen

Beleidsautonomie "Neither the ECB nor a national central bank nor any member of their decision making bodies shall seek or take instructions from community institutions or bodies, from any government of a member state or from any other body.” (art. 7 van het protocol over het statuut van het ESCB en de ECB)

Monetair beleid ECB Doelstelling : HICP < (nu: dichtbij) 2 % per jaar op MLT Instrumentarium ECB : Economische analyse: onderzoek indicatoren zoals prijzen, activiteit, wisselkoersen, arbeidsmarkt, vooruitzichten,… Monetaire analyse (gebaseerd op MxV=PxQ) : o.a. groei M3 (M3 = chartaal geld + KT-tegoeden op MFI’s), is nu minder van belang

Operationele variabelen: Openmarktoperaties Basisherfinanciering (zie figuur) Krediet- en depositofaciliteiten: ‘overnight’ (zie figuur) (Minimumreserves)

Evaluatie Eventueel problemen met transmissiemechanismen van monetair beleid Weinig tekenen van asymmetrische schokken Lage inflatie wenselijk? Doelstelling bereikt? Zie volgende slides

inflatie op LT sterk teruggedrongen !

niet simpel om 2 % te halen !

Begrotingsbeleid Aspect stabilisatiefunctie Stabiliteits- en Groeipact : waarom? Voorkomen van bail-out: cf statuten ECB Tegengaan van neiging om excessieve tekorten te veroorzaken (cf jaren 70 en 80) Vermijden van rente spill overs Voordelen beleidscoördinatie

SGP Art 104 Verdrag van Maastricht: vermijden van ‘buitensporige tekorten’ Details in SGP: Preventief luik Corrigerend luik

Preventief luik begrotingsevenwicht over de conjunctuurcyclus: dus kijken naar structureel saldo van de begroting automatische stabilisatoren moeten hun werk doen lidstaten maken jaarlijks ‘Stabiliteitsprogramma’ over MLT om aan te tonen hoe zij structureel evenwicht zullen houden/bereiken

Corrigerend luik Als Dan tekort > 3 % van het bbp er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn: recessie, investeringen in O&O, aanpak van vergrijzingsproblemen,… (nieuw sinds 2005) Dan Renteloos deposito van 0,2 % van bnp tot max 0,5 % Indien geen correctie na 2 jaar: deposito wordt boete

Begrotingsbeleid Bevoegdheid grotendeels ontnomen aan nationale niveau middels Stabiliteits- en groeipact : Gebeurt evenwel niet zonder slag of stoot zie volgende slide

Problemen met SGP O.a. Duitsland en Frankrijk doken meerdere jaren beneden de 3 % Commissie wilde ze sanctioneren Lukte niet omwille van politieke redenen Het SGP werd dan maar (in 2005) versoepeld

Evaluatie SGP Prodi: SGP = ‘stupid’ Beperking budgettaire flexibiliteit Asymmetrisch: enkel sancties bij tekorten Ontmoediging publieke investeringen Teveel korte termijn (daarom aandacht voor ‘structureel’ tekort)

Externe koopkracht EU 12427 41,6 19 50 33 VS 12278 9,2 44 36 42 Japan Bbp in kkp (mrd $) % in werelduitvoer % internationale valutamarkten % uitgiften % interbancaire vorderingen EU 12427 41,6 19 50 33 VS 12278 9,2 44 36 42 Japan 3911 6,3 10 1,2 5

Verloop van de koers van de euro in dollar