Vakantie Vakantie is een straat waar je vlinders groet, een middagdutje doet omdat het kan. Vakantie is een dreef waarin je trager fietst, Gezellig even nietst omdat het kan. Vakantie is een plek waar vogels vrolijk zijn. Ze zingen een refrein en dat gaat zo: La la la …
Vakantie is die wind die door je haren waait, een poesje dat je aait zacht in de wei. Vakantie is de soep die pruttelt op het vuur, terwijl je denkt “een uur is weer voorbij.” Vakantie is een plek waar vogels vrolijk zijn. Ze zingen een refrein en dat gaat zo: La la la la la …
Ik bouw een zandkasteel voor jou en mij gemaakt van zand en meel en schelpjesbrei Een prachtig woonkasteel, ruim en riant, met zon en zicht op zee, daar op het strand
Onder de grond, onder de grond, daar woont de mol in zijn jasje van bont. 1.Graaft er een gang, tien meter lang, zand op zijn snuitje en zand op zijn wang. 2.Eet er een bol, eet er een knol, molletje eet er zijn buikje wel vol. 3.Draagt nooit een vest, net als de rest. Nee, in zijn bontjas voelt hij zich het best Molletje kan bijna niet zien. Dat is toch gevaarlijk misschien. Molletje, straks stoot je je kop! Zet voortaan altijd je bril maar op.
Handen heb je om te geven en voeten om te gaan en een hart dat uit wil leven, ‘t Is fijn dat wij bestaan. Op mij mag je rekenen daar kun je op aan! Ik zal als dat moet door een vuur voor je gaan. Ik zal als dat moet door een vuur voor je gaan.
Schön und lieblich ist einer Stimme Melodie.
Und die zweite verschönert und verbessert sie.
Aber die dritte gibt erst die richte Harmonie.