SHOCK
Wat? Acute stoornis van de circulatie Bevloeiing van de weefsels onvoldoende: zuurstofnood t.h.v. cellen Dynamisch ziektebeeld: evolueert Mag niet te lang aanhouden of leidt tot de dood
Bloedsomloop Circulerend volume (bloed) 2 pompen (linker en rechter hart) Bloedvaten
Ontstaan van shock Voorbeeld: bloeding Bloedverlies → compensatiemechanismen Samentrekken v/d bloedvaten om bloeddruk op peil te houden (vasoconstrictie) Herverdeling: bloed naar hart en hersenen Toename hartfrequentie (tachycardie) om bloed sneller rond te pompen Toename ademhalingsfrequentie Tot verlies van 15% of ± 750 ml: compensatiemechanismen voorzien in voldoende zuurstofvoorziening Preshock
Ontstaan van shock (vervolg) Toenemend bloedverlies (> 15%) Zuurstofvoorziening naar vitale organen te laag Anaërobe stofwisseling met productie van o.a. melkzuur Celstoornissen met uiteindelijk celdood Uiteindelijk hartstilstand en dood SHOCK
Soorten shock Hypovolemische shock Cardiogene shock Obstructieve shock Distributieve shock
Hypovolemische shock Bloedverlies: uitwendig en inwendig Vochtverlies: uitgebreide brandwonden, hevig braken, hevige diarree, zwaar deco-ongeval (interactie bellen-bloed verhogen doorlaatbaarheid vaatwand vochtverlies) Spanningspneumothorax bij longoverdruk (dichtdrukken grote aders)
Cardiogene shock Hartinfarct Ritmestoornissen Beten van giftige zeedieren met stoffen die hartspier verlammen
Obstructieve shock Longembool Chokes (deco-ongeval): massale hoeveelheid bellen in longcirculatie Longoverdruk met veel luchtbellen in het hart en slagaders (Arterial Gas Embolism – AGE)
Distributieve shock Anafyllactische shock: zware allergische reacties (bijen, wespen, medicatie, voedsel) Septische shock: bacteriën in de bloedbaan
Symptomen Onrust, verwardheid, gedaald bewustzijn Klamme, bleke huid (vasoconstrictie) Koude handen en voeten (vasoconstrictie) Snelle pols Snelle ademhaling Geringe urineproductie Bloeddruk: aanvankelijk normaal, soms gestegen, uiteindelijk verlaagd
Behandeling Hulpdiensten verwittigen (112) Bloedingen stelpen Hoogstand onderste ledematen (autotransfusie) Zuurstof Slachtoffer warm houden Niet laten drinken Slachtoffer blijven observeren
Behandeling (vervolg) Indien bewusteloos: stabiele zijligging Indien tekenen van circulatiestilstand: CPR