Tijd van steden en staten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Advertisements

Feodalisme en het hofstelsel
Oorspronkelijk werd dit reeds rondgestuurd als een Word document.
Samenleving en cultuur
Paragraaf 4.2 Onafhankelijkheid.
Karel en grote problemen
Het oude Egypte Farao’s en piramides.
I. De setting en aanleiding. Lucas 15: 1 Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de.
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Tijdvak: Steden en Staten
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Paragraaf 1.4 Bouwen en graven..
De steenhouwer Bewerkt door Toon, Brent en Arto Niveau 6.
Burgers regelen het zelf
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
Samen leven langs de Nijl
Leven op een palts Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
De Bataafse Revolutie Paragraaf 2.5.
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.
Gevolgen van de revolutie
Hoofdstuk 2.
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Machtige heren, halfvrije boeren
Leidens ontzet 3 oktober.
dus dat was 'n hele onderneming, maar wel erg leuk.
4.3 Revolutie in Frankrijk
Anne Frank was een joods meisje uit de 2e wereldoorlog.
BRUGGE: STAD IN DE MIDDELEEUWEN
Het verhaal van Pasen.
Vier broers verlieten het ouderlijk huis om te gaan studeren.. Alle vier werden succesvolle, welgestelde dokters en advocaten..
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Paragraaf 5.5 Historisch overzicht
Kerst © wilma. Kerst © wilma Heel lang geleden in een land dat we nu Israël noemen Maar dat vroeger Palestina genoemd werd, waar Koning Herodes, koning.
Hoofdstuk 3.
Het leenstelsel Van orde naar wanorde (8e -15e eeuw)
Staatsinrichting, Paragraaf 2
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Paragraaf 1.4 Leven van de landbouw.
Geisha en samoerai Quiz Japanmuseum SieboldHuis. Vraag 1 Hoe eet men in Japan? A – Met hun handen B – Met stokjes C – Met mes en vork.
Herinneringskamp Westerbork
Paragraaf 1.3 De Hervorming.
De Republiek der zeven verenigde nederlanden
Romeinen, Germanen en Kelten
De strijd om de macht: van feodale naar territoriale koninkrijken
Wetenschappelijke revolutie
Paragraaf 3, trouw aan de heer
Monniken en Ridders Hoofdstuk 3.
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Wat is een Hanze?.
Paragraaf 2 Er komen weer steden.
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
De Opstand in de Nederlanden
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Staatsvorming en centralisatie
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders Middeleeuwen
4.1 de Pruikentijd.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Lucas 15: Een vader had twee zonen..
Thema 1 Geschiedenis als theater
OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM
Steden en kruistochten
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
§2.1 Van stad tot wereldrijk
Transcript van de presentatie:

Tijd van steden en staten

Kon het niet alleen besturen en controleren. Karel de Grote 742-814 Groot machtig rijk Kon het niet alleen besturen en controleren.

Kon het niet alleen besturen en controleren. Karel de Grote 742-814 Groot machtig rijk Kon het niet alleen besturen en controleren. “Karel kon het niet alleen aan, wat zou jij als oplossing bedenken?”

Beste soldaten  Graven en Hertogen Stukken land  graafschappen en hertogdommen

http://www. hetklokhuis http://www.hetklokhuis.nl/tv- uitzending/2544/Het%20Klokhuis%20maakt%20Geschiedenis%3A%2 0Karel%20de%20Grote

Taken van een graaf of hertog Dieven straffen Belasting innen Beschermen (tegen rovers)

814  Karel ging stierf Zoon Lodewijk was vanaf nu koning van het rijk. Wilde eigenlijk niet besturen, maar met het geloof bezighouden.

“Stel, jij bent Lodewijk. Wat zou jij nu doen?” 814  Karel ging stierf Zoon Lodewijk was vanaf nu koning van het rijk. Wilde eigenlijk niet besturen, maar met het geloof bezighouden. “Stel, jij bent Lodewijk. Wat zou jij nu doen?”

Lodewijk kreeg 4 zoons. Zij wilden allemaal graag het rijk besturen! Er was veel ruzie. 1 zoon stierf. Tijdje later… Lodewijk stierf  843.

“Wat moeten de broers nu met het rijk?” Lodewijk kreeg 4 zoons. Zij wilden allemaal graag het rijk besturen! Er was veel ruzie. 1 zoon stierf. Tijdje later… Lodewijk stierf  843. “Wat moeten de broers nu met het rijk?”

Het rijk In 3 stukken verdeeld. Ruzie bleef  bewoners van het rijk hadden geen bescherming. Ondertussen…..

Vikingen (Noormannen) Het rijk Ondertussen….. Vikingen (Noormannen) vielen aan

Vikingen (Noormannen) Het rijk Ondertussen….. Vikingen (Noormannen) vielen aan De mensen zochten bescherming. De graven en hertogen werden belangrijk nu  meer zelf beslissen, zonder koning.

Graven en hertogen Waren niet de hele dag druk met het rijk. Ook weer verdelen  ridders Graven en hertogen waren nu ‘de baas’. Beschermen tegen rovers.

Graven en hertogen “Wanneer de graaf of hertog weg was om te vechten tegen rovers, wie zorgde dan, naast de ridders, voor het land en de mensen?”

Graven en hertogen Zorgden voor rust in het land  veiligheid. Boeren konden nu weer rustig werken  nieuwe ploeg uitgevonden. Werk werd minder zwaar  meer en sneller eten.

Boeren Er kwam teveel eten. De boeren konden het niet op. Ze gingen eten ruilen tegen andere spullen. Aan eten komen? Je hoeft nu niet perse meer op het land te werken.

Boeren “Er was zoveel eten, dat de boeren het zelf niet op konden. Wat moeten ze nu?”

Naar de stad! Mensen naar de stad. Nooit honger, altijd dak boven het hoofd. Ambachten (bakker, schoenmaker, kleermaker)