Zoek de schelp!
nonnetje Het is een tweekleppig weekdier. Deze schelpen zijn bol van vorm: de voorzijde van de schelp is rond, de achterzijde is iets spitser. De kleur kan variëren: ze zijn vaak bleekwit, licht oranje, geel of roze gekleurd. De top is vaak wat donkerder.
fuikhoren Dit weekdier heeft maar één schelp. Hij is kegelvormig. Als je met je vinger over de schelp gaat, voel je heel goed zijn lijnen en bobbels. Oorspronkelijk zijn de huisjes grijswit of geelbruin van kleur, afhankelijk van de bodem waarin ze leven.
mesheft Dit weekdier heeft 2 schelpen. Het ontleent zijn naam aan het feit dat ze erg veel op een ouderwets scheermes lijken. Ze kunnen heel lang worden: soms wel 20 cm! De kleur van de schelp is witachtig met bruine en paarse banden en strepen.
wenteltrap Dit weekdier behoort tot de éénkleppigen. Deze schelp lijkt bijzonder veel op een wenteltrap. Het heeft ook zeer opvallende dwarsstrepen. De kleur is glanzend wit met soms vlekjes tussen de ribben. (Als ze op het strand gevonden worden, zijn ze soms blauwgrijs verkleurd.)
zaagje Dit weekdier heeft 2 kleppen. Je herkent het aan de vorm: de ene kant is langgerekt en rond, de andere kant kort en hoekig. Als je met je vingernagel langs de rand van de schelp gaat, voel je tandjes.
oester Deze schelp behoort ook tot de tweekleppigen. De vorm is zeer onregelmatig en ongelijk. Ze zijn zeer geliefd in dure restaurants. De buitenkant van de schelp is wit of bruinpaars, de binnenkant glanzend wit.
kokkel Opnieuw een weekdier met twee kleppen. Hun vorm is opvallend hartvormig. Aan de buitenkant hebben ze 20 tot 24 ribbetjes. Je kunt ze zelfs tellen met je ogen dicht! Ze hebben een witte of geelbruine kleur. (Aangespoelde exemplaren kunnen donkerder verkleurd zijn.)