Het Zeemaneffect 1896 : P. Zeeman opsplitsing van spectraallijnen in een magnetisch veld Verklaring : atoom heeft magnetisch moment ten gevolge van L (normaal Zeemaneffect) Maar ook anomaal Zeemaneffect ! Verklaring : atoom heeft ook magnetisch moment ten gevolge van S (Goudsmit en Uhlenbeck hypothese 1925) Basis van spectroscopische technieken : EPR, NMR
Vectormodel v/h atoom
Kwantummechanisch Extra term in de Hamiltoniaan als B van 0 verschilt : Energiecorrectie :
Effect op spectrum : voorbeeld Selectieregels voor magnetische-dipoolovergangen : Bijvoorbeeld : h 2/3 B B
Practicum : Hg 0 3 S 1 3 P 2 = nm
Experimentele opstelling (1)Kleinbeeldcamera (2)Optische bank (3)Fabry Pérot (4)Matglas (5)Interferentiefilter (6) Telescoop (7) Kwiklamp (8) Elektromagneet (9) Voeding lamp (10) Voeding magneet
Het Fabry-Pérot etalon Concentrische ringen : “breedte” of “scherpte” van de ringen (~ scheidend vermogen) wordt bepaald door aantal bundels dat interfereert, of door reflectiecoëfficiënt van de spiegels
Eén ringenpatroon met j = “ringnummer” en p orde v/d eerste ring In het centrum van het ringenpatroon geldt : met “breukdelige rest” *
Twee ringenpatronen :
Wie, wanneer, waar ? Waar : aan de studenteningang S1 Wanneer Wie 14/03Verstichel, Rampelberg,Vanpoucke, Kuyken, Wauters, Thyssen, Verschueren 16/03Boydens, De Cruz, Dierynck, Dubernard, Feusels, Hulstaert 20/04Joosten, Meersschaut, Seys, Vandersickel, Vanelderen, Vanhoucke