Laboratorium voor Experimentele Psychologie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Laurens van der Maaten IKAT / ROB
Advertisements

Visual Knowledge Building
WAT-App: een tool voor het testen van de productie en het begrip van Werkwoorden en Acties bij afasiepatiënten Dörte de Kok, Nienke Wolthuis & Roelien.
WELKOM Informatie FTD PPA SD Film semantische dementie Gesprek
Video-observatie in het kader van integrale zorg
Patiënten demonstratie N.M. Gosens
Lecture 5 (Prof. A. Kok, ) Topics:
TRACELINK: A model of consolidation and amnesia
Beroerte/Hersenbloeding /CVA
Methoden Weber, Fechner, Stevens SDT, d’ .
Het geheugen “Een dag om niet (meer) te vergeten. Over het lerend vermogen van mensen met dementie” Leuven, 15/6/2012 Janssens Anneleen, Expertisecentrum.
INFORMATIEVERWERKING
Lotte F. Van Dillen Universiteit Leiden
Leren B. Reitsma & C.N. Tromp
Autisme en intelligentie
De rol van aandachtsfocus in blootstelling aan bedreigende informatie
Cognitieve neurowetenschappen Neurale basis van cognitieve functies Theoretische integratie van bevindingen uit -Gedragsonderzoek -Neuraal onderzoek (fMRI,
Arousal, angst & stress Definities
Prof. Dr. M. Lenoir 2° kan Lichamelijke Opvoeding
Sturen en bijsturen van handelingen
Ecologische benadering van motorische controle
Bewegen en Sport: nu en later
Modellen voor beschrijving en interpretatie
CURSUS NEUROBIOFYSICA
NEUROFYSIOLOGIE VAN VISUELE PERCEPTIE
MOTORISCH SYSTEEM NEUROBIOFYSICA Dr. J.A.M. van Gisbergen.
VISUEEL SYSTEEM CORTEX
Het Spiegelende Brein Over spiegelneuronen en de betekenis ervan voor de psychiatrie Dr. P. Naarding – GGNet febr 2010.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Structuur en functies van het zenuwstelsel
AFASIE na CVA.
Het syndroom van Foix-Chavany-Marie
Taalstoornissen bij Fronto-temporale dementie
HSR Human speech recognition / Speech processing.
Brein & Cognitie Hoe onderzoek je het brein
ASS in de levensloop: onderzoek
Martijn van den Heuvel CAI
Dyslexie als temporeel informatiever-werkingsdeficit!?
Psychologische Test.
Afwijkende visuele waarneming bij mensen met Autisme Spectrum Stoornis
SCIENTIFIC INSTITUTE OF PUBLIC HEALTH CLINICAL BIOLOGY DEPARTMENTDr. ANNE VAN NEROM Classificatie van IVD’s: ‘borderline’ producten MEDDEV 2.14/1 rev.1.
Perceptie en Actie in Beweging
Docentencongres 2014 Programma: 10:00 – 12:30 Mindset
Model-leren.
Netwerkmodellen van psychose
Effectief communiceren
Impliciete en expliciete druggerelateerde cognities in een Ecological Momentary Assessment setting Reshmi Marhe 1 Ingmar Franken 1 Andrew Waters 2 1 Erasmus.
<Typ titel via Beeld, Koptekst en voettekst, Koptekst>
Kind in ontwikkeling A Gedrag vs. Gedachten Dagindeling:
Kind in ontwikkeling B Gedrag vs. Gedachten Dagindeling:
Modellen en Stromingen
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5
Kind in ontwikkeling B Gedrag vs. Gedachten Dagindeling:
Zien doe je met je ogen? Joost Heutink Rijksuniversiteit Groningen
1 Leefstijl en gedrag Hoe verander ik? Drs. Marloes Hogenelst GZ psycholoog Medische Psychologie
“ A thrilling story “ Dr. Narender van Orshoven, Neuroloog
Daar had ik niet op gerekend! -over de relatie tussen motorische en rekenproblemen- Stefanie Pieters Promotoren: Prof. dr. Annemie Desoete, Prof. dr. Herbert.
Thema 3 hoofdstuk 2 Verplegen van zorgvragers met beperkingen door visus stoornissen.
ZORGVRAGER MET VAATAANDOENINGEN. CEREBRAAL VASCULAIR ACCIDENT/ CVA Wat is het? = Hersenbeschadiging tgv een probleem in de bloedvaten die het hersenweefsel.
Wetenschappelijke Gedragsbeïnvloeding Jorn Horstman
College Zorg Gedrag. De psychogeriatrische zorgvrager  Dementie is een syndroom  Een syndroom is een aantal verschijnselen die zich tegelijkertijd voordoen.
Marianne Littel FADO Instituut voor psychologie Erasmus Universiteit Rotterdam Impliciete en expliciete selectieve aandacht voor rookgerelateerde.
Optische illusies. Draait het rad naar links of rechts? 
Psychopathologie v0or 1e jaars BBL 2017
We lichten er twee aspecten uit:
DEMENTIE.
MODULE 07 GERIATRIE EN DEMENTIE PPt dementie 1
Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs
Psychopathologie v0or 1e jaars BBL 2017
DE ONZICHTBARE GEVOLGEN VAN HERSENLETSEL
Transcript van de presentatie:

Laboratorium voor Experimentele Psychologie Stoornissen van visuele waarneming en visueel bewustzijn ten gevolge van hersenstoornissen Johan Wagemans K.U. Leuven Laboratorium voor Experimentele Psychologie

Bespreking van enkele visuele stoornissen (review: Farah, 2001) blindsight + neglect, extinction, simultaan-agnosie (Balint) apperceptieve agnosie (o.a. integratieve agnosie) + optische ataxie (3) associatieve agnosie + optische afasie, selectieve semantische deficits (4) prosopagnosie

(1) Blindsight voorbeeld: zie video reviews: Weiskrantz (1996, 1997) Stoerig & Cowey (1997) Lamme (2001) definitie: V1 lesie waardoor er geen visueel bewustzijn meer is van stimuli in het overeenkomstig visueel veld (bv. rechter V1  linker hemianopie) maar wel significante residuele visuele mogelijkheden

(1) Blindsight residuele mogelijkheden via “forced choice”: Poppel et al. (1973) Weiskrantz et al. (1974) residuele mogelijkheden via indirecte metingen: Rafal et al. (1990): inhibitie van saccade door 2de stimulus in temporaal deel van hemianoop veld (met projectie naar superior colliculus) (automatisch) visueel gestuurd gedrag completie priming, bv. Marcel (1998): woord-betekenis (“money” of “river”  “bank”) herkenning van emotionele gelaatsuitdrukkingen (de Gelder et al., 1999)

(1) Blindsight diermodel (Cowey & Stoerig, 1997): mechanisme? unilaterale V1 lesie verstoorde detectie, intact reik-gedrag dissociatie (cf. Milner & Goodale, 1995): V2, V4, IT (ventraal) = stil MT (dorsaal) = actief mechanisme? residuele verwerking in V1 (artefact) subcorticaal visueel systeem: retina  superior colliculus  pulvinar  cortex corticaal systeem: LGN  extrastriate areas (bv. MT)

(1) Blindsight verwant, maar onderscheiden: unilateraal visueel/spatiaal neglect reviews: Driver & Mattingley (1998), Halligan et al. (2003) meestal: rechter-hemisfeer letsels in de inferieure pariëtale lob extinctie simultaan-agnosie (Balint’s syndroom)

Driver et al. (1998): neglect

McGlinchey-Berroth et al. (1993): neglect

Volpe et al. (1979): extinctie

Mattingley et al. (1997): extinctie

Agnosie (reviews: Farah, 1990, 1999) definitie: verstoorde objectherkenning met normale “low-level” perceptie 2 grote categorieën (Lissauer, 1890/1988): apperceptieve: verstoorde visuele vormverwerking associatieve: verstoord contact met visueel geheugen klassiek diagnostisch criterium: natekenen van niet-herkend voorwerp

teken-resultaat van patiënt met apperceptieve agnosie

teken-resultaat van patiënt met associatieve agnosie

teken-resultaat van patiënt H.J.A. met integratieve agnosie

(2) Apperceptieve agnosie klassieke gevallen: groepsstudie: Warrington & Taylor (1973) 3 gevalsstudies: Warrington & James (1988) speciaal geval: integratieve agnosie (Humphreys & Riddoch, 1987; Riddoch & Humphreys, 1987a) geval H.J.A. (“John”): zie video bilaterale schade aan occipito-temporale cortex, incl. linguale en fusiforme gyri

typisch matching-probleem van patiënt met apperceptieve agnosie

(2) Apperceptieve agnosie speciaal geval: dissociatie tussen perceptie en actie (Goodale et al., 1991) geval D.F. schade in de ventrolaterale regio van de occipitale cortex geen bewuste vormperceptie, wel aangepaste visuomotorische actie (bv. grijpen) formeel getest voor oriëntatie-perceptie

(2) Apperceptieve agnosie implicaties van deze dissociatie tussen perceptie en actie (Milner & Goodale, 1995) herinterpretatie van dissociatie tussen ventrale en dorsale stroom (zie ook Creem & Proffitt, 2001): Ungerleider & Mishkin (1982): wat – waar Milner & Goodale (1995): wat – hoe - ventraal = bewuste visuele waarneming - dorsaal = visueel-gestuurde actie - ventraal = object- of omgevingsgecentreerd - dorsaal = kijker-gecentreerd

(2) Apperceptieve agnosie implicaties van deze dissociatie tussen perceptie en actie (Milner & Goodale, 1995) gelijkaardige dissociaties bij normale personen: acties niet onderhevig aan visuele illusies (bv. Ebbinghaus illusie; review: Bruno, 2001) - perceptuele schatting - visuomotorische taak - Haffenden & Goodale (1998) - maar: Franz et al. (2000)

(2) Apperceptieve agnosie implicaties van deze dissociatie tussen perceptie en actie (Milner & Goodale, 1995) omgekeerde dissociatie eveneens mogelijk: optische ataxie: deficits in reiken en grijpen, zonder moeilijkheden bij herkenning (review: Perenin & Vighetto, 1988) in geval van posterieure/superieure pariëtale schade (incl. intrapariëtale sulcus)

(2) Apperceptieve agnosie en wat met perceptie van actie? “mirror neurons” in premotor cortex bij apen (bv. Gallese et al., 1996; review: Rizzolatti et al., 1997) neuroimaging bij mensen (bv. Decety et al., 1997; review: Decety & Grezes, 1999) perceptie voor imitatie: netwerk voor actie-planning (superieur pariëtaal, prefrontaal motorisch) perceptie voor herkenning: rechter parahippocampus (object geheugen en representatie)

(3) Associatieve agnosie klassiek geval: - Rubens & Benson (1971) kopiëren: resultaat = goed, manier = anders erg gevoelig voor aard van de stimuli soms impliciete herkenning: - Taylor & Warrington (1971): in juiste oriëntatie plaatsen van niet-herkende voorwerpen Feinberg et al. (1995): redelijke performantie in beeld-associatie taak

Feinberg et al. (1995)

(3) Associatieve agnosie verwant, maar onderscheiden: optische afasie (bv. Riddoch & Humphreys, 1987b): benoemingsdeficit specifiek voor visuele stimuli, met normale herkenning (bv. juiste bewegingen) semantische kennis (bv. sorteertaken) benoeming van stimuli via andere modaliteiten

(3) Associatieve agnosie verwant, maar onderscheiden: categorie-specifieke deficits in semantisch geheugen (review: Forde, 1999) - Warrington & Shallice (1984): geval J.B.R. (bilaterale schade aan temporale lobben): herkenning: 90% non-living, 6% living definities: 79% non-living, 8% living interpretatie: sensorieel versus functioneel alternatief: structurele verwarbaarheid (Humphreys et al., 1988); ook met apen (bv. Gaffan & Heywood, 1993)

(3) Associatieve agnosie implicatie van selectieve semantische deficits: sensorieel/motorisch model van semantische kennis: informatie over objectkenmerken is opgeslagen in sensorieel/motorisch systeem dat actief was tijdens objectleren neuroimaging evidentie (review: Martin, Ungerleider, & Haxby, 2000): Martin et al. (1995): object-geassocieerde actie vs kleur Martin et al. (1996): benoemen van dieren vs ‘tools’ Tranel et al. (1997): verstoorde herkenning van ‘tools’

Martin et al. (1995)

Martin et al. (2000)

Tranel et al. (1997)

Martin et al. (2000)

(4) Prosopagnosie definitie: selectieve agnosie voor gezichten (niet voor andere objecten) voorbeeld: zie video (“Larry”) soms: “coverte” herkenning (bv. Bauer, 1984; De Haan et al., 1987; review: De Haan, 1999) - “guilty knowledge test” minder leerbeurten voor gezicht – naam associaties snellere reactietijden bij gekende gezichten semantische interferentie bij classificatie (acteur – politicus)