Wat is zwaarder, de hoofdtelefoon of de computer?

De computer is zwaarder dan de hoofdtelefoon.

Wat is zwaarder, de olifant of de muis?

De olifant is zwaarder dan de muis.

Wat is zwaarder, de tas of de koffer?

De koffer is zwaarder dan de tas.

Wat is zwaarder, de motor of de mountainbikefiets?

De motor is zwaarder dan de mountainbikefiets.

Wat is zwaarder, de dartpijl of de biljartbal?

De biljartbal is zwaarder dan de dartpijl.

Wat is zwaarder, de mier of de giraf?

De giraf is zwaarder dan de mier.

Wat is zwaarder, het vliegtuig of het blad?

Het vliegtuig is zwaarder dan het blad.

Wat is zwaarder, het lieveheersbeestje of de auto?

De auto is zwaarder dan het lieveheersbeestje.

Wat is zwaarder, de hamer of de spijker?

De hamer is zwaarder dan de spijker.

Wat is zwaarder, een meetlat of een nietmachine?

De nietmachine is zwaarder dan de meetlat.

Wat is zwaarder, de meloen of de kiwi?

De meloen is zwaarder dan de kiwi.

Wat is zwaarder, de veer of de verftube?

De verftube is zwaarder dan de veer.

Wat is zwaarder, het schrift of de envelop?

Het schrift is zwaarder dan de envelop.

Wat is zwaarder, het bureau of de puntenslijper?

Het bureau is zwaarder dan de puntenslijper.

Wat is lichter, de hoofdtelefoon of de computer?

De hoofdtelefoon is lichter dan de computer.

Wat is lichter, de olifant of de muis?

De muis is lichter dan de olifant.

Wat is lichter, de tas of de koffer?

De tas is lichter dan de koffer.

Wat is lichter, de motor of de mountainbikefiets?

De mountainbike is lichter dan de motor.

Wat is lichter, de dartpijl of de biljartbal?

De dartpijl is lichter dan de biljartbal.

Wat is lichter, de mier of de giraf?

De mier is lichter dan de giraf.

Wat is lichter, het vliegtuig of het blad?

Het blad is lichter dan het vliegtuig.

Wat is lichter, het lieveheersbeestje of de auto?

Het lieveheersbeestje is lichter dan de auto.

Wat is lichter, de hamer of de spijker?

De spijker is lichter dan de hamer.

Wat is lichter, de meetlat of de nietmachine?

De nietmachine is lichter dan de meetlat.

Wat is lichter, de meloen of de kiwi?

De kiwi is lichter dan de meloen.

Wat is lichter, de veer of de verftube?

De veer is lichter dan de verftube.

Wat is lichter, het schrift of de envelop?

De envelop is lichter dan het schrift.

Wat is lichter, het bureau of de puntenslijper?

De puntenslijper is lichter dan het bureau.