Vraag 1: 5x6x9= 270 260 280 Vraag 2: De meester koopt 5 schriften. 1 schrift kost 1,20 euro. Hoeveel moet de meester betalen? 6,00 euro 5,80 euro 6,20.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Leerlingenenquête •91% van de uitgedeelde enquêtes zijn terug binnengekomen. •Het 1 ste leerjaar heeft niet deelgenomen aan de enquête.
Advertisements

Kinderen op De Schouw maken ook hun eigen keuze
2.3 Vreemde valuta.
Weetjesquiz over geld Grote Rekendag Dag In welk jaar is de euro ingevoerd? Vraag 1.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Kassabon controleren en tellen
Wat kost 1 hamer?.
Wij oefenen voor Cito Rekenen-Wiskunde E5 Deel 2
Wij oefenen voor Cito Rekenen-Wiskunde E5 Deel 1
6,50 euro In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen.
Cito oefen examen.
Vraagstuk: korting ( type 1)
§ 2.1 Hoe betaal jij? Als je naar het buitenland gaat, kun je soms met euro’s betalen, soms niet. Voor landen waar vreemde valuta gebruikt worden, moet.
Wat zijn helpfuncties? Deze vraag beantwoord je samen met je groepje. Je moet deze vraag in één zin beantwoorden.
Vraagstuk: ongelijke verdeling ( type 1)
Kerstkaartje Picmonkey.com. Stap 1: Ga naar picmonkey.com Klik op: EDIT.
van het vierde leerjaar
Toepassingen 5L week 7: ‘Herhaling’ 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL.
Toepassingen 5L week 13: ‘Herhaling’ 5L week 13: ‘Herhaling’
Promo! Type 2 Per twee: 13,20 euro legplanken per twee kasten: 12,48 m Type 1 Per twee: 12,50 euro legplanken per twee kasten: 10,60 m 5 legplanken 4 legplanken.
Hoe maak ik van een verhaal een formule:. Formules Isonne wilt op paardrijles: Het abonnement kost 40 euro. Hierbij moet ze €15,50 per les betalen. Dus:
Invullen van de tevredenheidspeiling door leerlingen via het Ouderportaal (uitleg aan de ouders)
Quiz!. Voorbeeldvraag Hoeveel is 5 x 6? Vraag 1 Ik heb 20 euro. Ik koop stiften van 5 euro. Hoeveel krijg ik terug?
Uitleg  In dit spel is het de bedoeling dat je zoveel mogelijk punten verzamelt door vragen goed te beantwoorden.  In ronde 2, 3 en 4 staat er ook een.
Toets Introductie Made by: Jasper Luuk en lan. Opdracht 1 hoofdrekenen 1= 5 = 9 = 13 = 2= 6= 10 = 14 = 3= 7 = 11 = 15= 4 = 8 = 12 =
Constante kosten / variabele kosten. Ondernemer zijn Waarom ben je ondernemer? Om geld te kunnen verdienen. Voordat je kunt beginnen: Ga je:
Wouter heeft 96 voetbalplaatjes. Hij wil deze in een album plakken. Er passen 10 plaatjes op een bladzijde. Hoeveel bladzijden kan hij volmaken?
Manon koopt een paar laarsjes van €93,45. Zij betaalt met een biljet van 100 euro. Hoeveel geld krijgt zij terug?
Jeroen zaagt de plank precies doormidden. Hoeveel centimeter wordt elk stuk? 70 cm.
Rekenen!!! cito.
Lenen.
Kaartjes kopen 1 kaartje voor de dierentuin kost € 7 ,-. Moeder koopt 4 kaartjes. Hoeveel euro moet ze betalen?
Op een kasteel wonen vier broers, wie is de oudste broer?
Rekenen.
Oefenen CITO rekenen M6.
Woordformules 172-.
twee kinderen maken n sneeuwpop. als er nu zes kinderen zijn?
Toepassingen 5L week 26: ‘In het tuincenter’
Meester Jaap is jarig.
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Beste Havo 4..
Kerstspel Spelregels Start.
Beste Havo 4..
Puntentelling Teams Geschat
Beste ath 4..
Samenvatting inkomsten-uitgaven
Rekenen Verhoudingen 2f
Terugrekenen met procenten
Welkom Havo/vwo 3..
Op sneeuwklas in Zwitserland
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
Jeroen zaagt de plank precies doormidden.
Het aantal inwoners in Nederland is 16,8 miljoen.
Vreemde valuta Economie : Buitenland.
Hoofdstuk 15 geld. Hoofdstuk 15 geld Paragraaf 15.1 Euro’s.
“Verpleegkundige, mag ik eens iets vragen…”
Het contactmoment in het 4de leerjaar :
Hoofdstuk 32 PROBLEEM OPLOSSEN. Hoofdstuk 32 PROBLEEM OPLOSSEN.
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Rekenen met kommagetallen
Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1. Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1.
Financieel 2.
twee kinderen maken n sneeuwpop. als er nu zes kinderen zijn?
waar / niet waar HET IS BELANGRIJK OM VEEL GELD TE VERDIENEN
Blokkenbouwsels.
Hoeveel weet jij van onderzoekers?
Basis 8 geld. Basis 8 geld Paragraaf B8.1 Euro’s.
Handig rekenen & rekenregels
Transcript van de presentatie:

Vraag 1: 5x6x9=

Vraag 2: De meester koopt 5 schriften. 1 schrift kost 1,20 euro. Hoeveel moet de meester betalen? 6,00 euro 5,80 euro 6,20 euro

Vraag 3: 9x65 ( je mag kladschrift gebruiken)

Vraag 4:540:

Vraag 5: Juf koopt twee wijnglazen. een wijnglas kost 3,65 euro. Hoeveel moet ze totaal betalen voor de wijnglazen? 7,30 euro 365 euro 7,65 euro

Vraag 6: 10x12x

Vraag 7 : = ???

Vraag 8: = ???

Vraag 9 : = ???

Vraag 10: 5x75=??? ,5

FOUT Ga terug

Ga verder GOED ZO