III. Quantum Electro Dynamics: QED Particle Physics I Introduction, history & overview (2) Concepts (3): Units (h=c=1) Relativistic kinematics Cross section, lifetime, decay width, … Symmetries (quark model, …) Quantum Electro Dynamics: QED (6-7) Spin 0 electrodynamics (Klein-Gordon) Spin ½ electrodynamics (Dirac) Experimental highlights: “g-2”, ee, … Quantum Chromo Dynamics: QCD (3-4) Colour concept and partons High q2 strong interaction Structure functions Experimental highlights: s, ep, … Particle Physics II Quantum Flavour Dynamics: QFD (5) Low q2 weak interaction High q2 weak interaction Electro-weak interaction Experimental highlights: LEP Origin of mass? (2) Symmetry breaking Higgs particle: in ee and in pp Origin of matter? (5) K0-K0, oscillations B0-B0 oscillations Neutrino oscillations Fantasy land (2) JvdB SB File on “paling”: z66/PowerPoint/ED_Master/QED.ppt III. Quantum Electro Dynamics: QED Particle Physics 2003/2004 Part of the “Particle and Astroparticle Physics” Master’s Curriculum
Spin-0 Elektrodynamika Electromagnetische wisselwerking voor deeltjes die aan de Klein-Gordon vergelijking voldoen “spinloze” electronen of “spinloze” muonen geladen & K (zonder sterke wisselwerking)
Klein-Gordon vergelijking “Vertaling” van p2=m2 naar Q.M. (p i(it,i) dan E=p2/2m Schrödinger vgl.): Problemen: Historisch: drop Klein-Gordon t.g.v. Dirac vgl. Beter: her-interpretatie van j: D.w.z.: Dit is de interpretatie van: Pauli & Weisskopf Stückelberg & Feynman
Deeltje anti-deeltje (+E,+p) emissie tijd +e (E,p) absorptie Dus voor een systeem geen verschil tussen: Emissie: e met p =(+E,+p) Absorptie: e+ met p =(E, p) e e+ In termen van de ladingsstroom(dichtheid): Oftewel: volgende scenario's identiek! (factor 2)
Storingsrekening 1e orde: 2e orde: e tijd e e Intermediair: ee+e Pair annihilation Pair creation D.m.v. anti-deeltjes wordt het vacuüm een complexe omgeving: e+e paren kunnen uit het vacuüm komen of erin opgaan e 2e orde: Intermediair: e
Maxwell vgl. en Lorentz invariantie Stel h/2=c=1 en introduceer potentiaal A=(V,A) en de stroom j=(,j): Dus: Nog kompakter met FAA:
IJk invariantie Vrijheid keuze A Want: Gebruik deze vrijheid om vgl. A te vereenvoudigen (covariant): Lorentz konditie: A nog steeds niet uniek; want: En dus b.v. mogelijk om te voldoen aan (niet covariant): Coulomb konditie
Foton golffunktie In vacuüm geldt j=0 en dus: Met als oplossingen (vlakke golven): IJk keuze: Lorentz konditie: Coulomb konditie: I.p.v. 4 vrijheidsgraden () dus nog maar 2: transversaal circulair Onder rotatie over rond z-as:
Impuls en energie behoud Impuls en energie behoud tijd pi pf pi pf k pi pf k p+ p+ p p+ k p p+ k
Interakties: Klein-Gordon veld en A “minimale substitutie” (of via lokale ijkinvariantie) Dus: Hogere orde (wel essentieel voor ijk-invariantie!) Tfi: partieel integreren gebruikt: =Neipx
Intermezzo: Klassieke benadering pf pi V(x) Interactie van geladen deeltje met statisch elektrisch veld: pf V(x) pi
Coulomb-verstrooiing pf V(x) pi
K K verstrooiing (A) (B) (C) (D) K K verstrooiing Veronderstel: verstrooit aan A t.g.v. de K. Hoe vind je A? Ansatz: Vindt een oplossing van de Maxwell vgl. Met als stroom term de “overgangsstroom” die hoort bij K! eiqx=q2eiqx De overgansamplitude Tfi wordt dus: vgl. college “concepts” Overgangswaarschijnlijkheid per tijds- en volume eenheid:
K K verstrooiing (A) (B) (C) (D) K K verstrooiing De amplitude M wordt (qpD-pB=pA-pC): Plug in standaard uitdrukking voor dA+BC+D/d: A B Notatie: verwaarloos massa’s
‘Feynman regels’ Vertexfactor: voor elke vertex introduceer een factor -ie(4)p . e : koppeling van deeltje aan het e.m. veld, p: som van 4-impulsen voor en na de vertex Propagator: voor elke interne lijn introduceer een factor –ig/q2 q: de 4-impuls van het uitgewisselde quantum B D Houdt rekening met impulsbehoud in elke vertex (uitdrukking voor q in termen van pA, pB, pC, pD) Berekening differentiële werkzame doorsnede identiek aan die voor “ABC” model A C
Elektrodynamika (S=0): Feynman regels p 1 Externe lijnen k in: out: p p’ k p p’ k k’ Vertices: q q Propagatoren:
verstrooiing pB q=pA-pC =pD-pB (a) pD pA pC pB (b) pA q=pA-pD =pC-pB pD pC Gewoon regels volgen geeft: En daarmee de werkzame doorsnede: Let op: faktor ½ identieke deeltjes!
+ + verstrooiing pD pB (a) pB q=pA-pC =pD-pB pD pA pC + (b) q=pA+pB =pC+pD Gewoon regels volgen geeft: Etcetera!
+ K+K verstrooiing pD pB 2. anti-particles time reversed particles Follow the rules: pB q=pA+pB =pC+pD pD pA pC + K K+ 1. Feynman diagram(s): 5. pick frame (c.m.) & make 4-vectors explicit: A B C D 3. amplitude: 4. standard d/d expression: 6. relativistic limit (set particle masses to zero):
verstrooiing (b) (a) (c) k=k’’=0 k=k’’=0 (b) “Exchange interaktie” q=p-k’ =p’-k p k p’ k’ (b) k=k’’=0 (c) “Kontakt interaktie” p p’ k k’ (c) q=p+k =p’+k’ (a) “Direkte interaktie” p k p’ k’ (a) k=k’’=0
IJk-invariantie I Totale amplitude: Lorentz konditie: (al gebruikt) Resterende vrijheid: Uit laatste volgt o.a. invariantie M onder: Algemeen: Toepassen op Nu k en gebruik:
IJk-invariantie II Dus met k en ’k’ wordt –iMa-iMb: Dus niet ijk-invariant! Door –iMc erbij te betrekken (“vergeten” tot nu toe) vind je ijk-invariantie terug! Dit gerealiseerd hebbende kan je ijk-invariantie gebruiken om de te berekenen amplitude te vereenvoudigen! D.w.z. iedere keer als er een A verschijnt kan je polarisatie vector vervangen door een lineaire combinatie van en k! Voor onze berekening manipuleer je het zo dat: p=0 en ’p=0 Daarmee wordt Ma=Mb=0 en blijft slecht Mc over!
Vervolg berekening Amplitude: Kies nu eens het Lab. stelsel: A+BC+D standaard: 4-vektor behoud: En dus:
Slot berekening Daarmee wordt de werkzame doorsnede: De totale werkzame doorsnede na middelen en sommeren foton polarisaties: De essenties: Feynman: handige rekenregels in termen van diagrammen Ijkinvariantie: gebruik alle diagrammen orde n essentieel
+ verstrooiing (a) (b) (c) ,p’ ,p’ (a) “Direkte interaktie” (a) q=p-k =k’-p’ p k’,’ -p’ k, (b) “Exchange interaktie” (b) q=p-k’ =k-p’ p k’,’ -p’ k, (c) “Kontakt interaktie” p -p’ k, k’,’ (c) ,p’ ,p’ particle anti-particle
Vervolg + verstrooiing Ijkinvariant? D.w.z. ? Dus inderdaad ijkinvariant! Standard d/d expression c.m. frame: + Gebruik dit om: p=0 en p’=0 te krijgen Use relativistic limit (kpf=pip); identical particles; sum over foton polarisations! Let op: Polarisatie som kan je doen zoals je wilt; als je maar over alle mogelijke polarisaties sommeert! Ik kies “gewoon” z//-richting en x,y -richting. (faktor 2) e2
Dirac vergelijking
Om aan relativistische uitdrukking E2=p2c2+m2c4 te voldoen: Golf-vergelijkingen Quantummechanica: De golffunctie wordt verkregen m.b.v. de transcriptie Schrödinger vergelijking Klassiek, E=p2/2m Klein Gordon vergelijking Relativistisch, E2=p2c2+m2c4 Vergelijking met 2e afgeleide naar de tijd er bestaan oplossingen met negative energie Dirac vergelijking Relativistisch, lineair in /t Om aan relativistische uitdrukking E2=p2c2+m2c4 te voldoen: en matrices met: 1
Dirac algebra De matrices i en moeten voldoen aan Eigenwaarden i en zijn 1 en dimensie (d) is even Voor d=2 zijn er maximaal 3 anti-commuterende matrices Voor d=4 zijn er inderdaad 4 anti-commuterende matrices (laagste dimensie waarin Dirac algebra in kan worden gerepresenteerd)
Dirac algebra Dirac algebra: Expliciet Lorentz-invariantie notatie (x ): met: Dirac algebra: Je kunt laten zien dat: definitie: Let op: is geen 4-vector, (zie later voor rechtvaardiging gebruik Lorentz index )
Het stroombehoud wordt verkregen via geconjugeerde Dirac vergelijking: Dirac vergelijkingen voor Optellen na multiplicatie met Dus stroom j: Vgl. Klein-Gordon:
Oplossing deeltje in rust: Dirac vgl. voor p=0 eenvoudig: Splits in twee componenten , dan volgt (0(1/c)t) De 4 onafhankelijke oplossingen volledig uitgeschreven: e e+ Oplossingen
Oplossing bewegend deeltje: probeer “ansatz” voor spinor u(p) splits spinor u(p) in twee componenten: Invullen: p B.v. voor uA(p):
(niet erg verbazend: had Dirac er in gestopt!) Wat levert ? En hiermee kan expliciet aangetoond worden dat aan de relativistische vergelijking voor de energie voldaan wordt: (niet erg verbazend: had Dirac er in gestopt!)
Volledige oplossingen Dirac vgl. De 4 onafhankelijke oplossingen worden m.b.v. de Dirac spinoren: Oplossingen E>0 (1 en 2) Normalisatie: Oplossingen E<0 (3 en 4)
Dirac stroom j De stroom j voor pi=0 De stroom j voor pi0 (met standaard normalisatie) De stroom j voor pi0 (met standaard normalisatie) Waarom? Expliciet uitschrijven, b.v. voor de x-component: De waarschijnlijkheidsdichtheid j0 is altijd positief. Dit resulaat was uitgangspunt van Dirac’s werk!
Instrinsieke spin De E>0 en de E<0 oplossingen van de Dirac vergelijking zijn tweevoudig ontaard. Welke observabele kan deze toestanden onderscheiden? Gebruik de Hamiltoniaan voor de Dirac vgl.: Def. Slim combineren:
Wat levert op ? z-component van de spin: ½ 3 voor p=0: deeltjes met spin=1/2 z-component van de spin: ½ 3 voor p0 deeltjes met spin=1/2 [H,2]=0 maar [H,]0 en dus: i.h.a. geen eigenvector van 3 +½: positieve heliciteit ½: negatieve heliciteit Spin component p kan altijd gebruikt worden: De operator heet heliciteit; eigenwaarden zijn 1/2 Want:
Spinors with helicity 1/2 Particle spinors: Which linear combinations are also eigenstates of the helicity: Must solve: for and Therefore:
Measurements of “g-2”
Magnetisch moment Dirac deeltje In volgende college zal blijken dat een Dirac deeltje wisselwerkt via: zijn elektrische lading: (net als een Klein-Gordon deeltje) zijn magnetisch moment: q factor two! Conventies: B sub-structuur vacuüm g=2? Baryonen: p & n gp5.6 gn3.8 Leptonen: e & (a(g-2)/2) quark sub-structuur
Classical precession: spinning top =0 Apply to an electron or muon B y z x
Principle Elektron B Muon “Penning” trap (Ne=1) Storage Ring (N104) E1 meV (T4.2 K) =(g/2)(eB/mc) B Muon Storage Ring (N104) E3 GeV (30) =((g-2)/2)(eB/mc)
Principe meting van “g-2” muon Spin precessie (klassiek) (voor kennisgeving) in rust: in orbit: B
Realiteit “g-2” muon e e Sterke correlatie: muon spin & elektron energie
Het resultaat! N(t)=Ne-t/(1+Acost) E3.096 GeV, 30 Spectrum qualitatief: exponentieel gedrag: muon verval oscillaties: spin precessie Reductie factor 104 over 600 s 2.2 s oscillatie period tijd (s) E3.096 GeV, 30 Bepaal de muon spin richting Als functie van de tijd uit de gemeten elektron energie Spectrum quantitatief: N(t)=Ne-t/(1+Acost)
Wat zegt de theorie? aethe 115965218801013 Bottom line elektron: uitrekenen! aethe 115965218801013 1e orde correctie: enige dimensie loze variabele: aeexp 115965218701013 2e+3e+4e orde correcties athe 1165847061011 Bottom line muon: uitrekenen! 1e orde correctie: enige dimensie loze variabele: 2e+3e+4e orde correcties (groter dan voor electron vanwege m/me40000) aexp 1165916001011
Dirac equation: continued
Lorentz transformaties Let op: dit geldt voor alle Lorentz transformaties! Waarnemer S en S’ (x’=ax) gebruiken dezelfde Dirac vgl. Lineaire relatie tussen en ’ S(a) hangt niet expliciet af van x: S(a) SL Uit volgt Dus:
Infinitesimale transformaties: = (gewoon verifiëren; sorry) Expliciete uitdrukkingen Met: volgt voor SL1 5 is een handige definitie voor de zwakke wisselwerking Specifiek geval: pariteit SP=SP†=SP1 Bedenk:
Spinoren: hoe transformeren ze? Nu kan je volgende belangrijke relatie afleiden: En daarmee: 4x4=16 mogelijkheden hiermee geordend!
Rotatie van een spinor rond z-as z-as rotaties via J3 operator: Voor Dirac spinoren: Vgl. eerder gevonden SL
Boost van een spinor langs z-as Voor Dirac spinoren: Dus: Met ook nog de e-macht zie je dus dat deze boost precies geeft voor p0
Inversie van een spinor in oorsprong Kijk wat dit doet op: fermion toestanden ((1) en (2)) anti-fermion toestanden ((3) en (4)) En hiermee zie je dus: intrinsieke pariteit fermion en anti-fermion toestanden tegengesteld
Dan vind je uit de elektron Dirac vgl. Ladingsconjugatie Dirac vgl. elektron (lading –|e|) in e.m. veld Dirac vgl. positron (lading +|e|) in e.m. veld Er moet een relatie tussen en C bestaan omdat we de “gewone” Dirac vgl. zullen gebruiken voor zowel elektronen als positronen. Deze relatie vind je zo: Vind C die voldoet aan: Dan vind je uit de elektron Dirac vgl. de positron Dirac vgl. Relatie tussen elektron en positron oplossingen:
Elektron & Positron oplossingen Expliciete uitdrukking C0 Dit voor mijn keuze van de matrixes! Relaties elektron-positron oplossingen: Gebruiken: “u” spinoren “v” spinoren: v(1)
Normalisatie, orthogonaliteit en completeness
Spin ½ Electrodynamica
Dirac vergelijking en A Vrije Dirac-veld (electronen) Minimale substitutie (qe=-e): pp+eA S=0 1 S=1/2 ui uf vergelijk nu de vertex factoren: f i V De overgangs amplitude wordt dus (vgl. Klein-Gordon voor spin S=0)
QED: Lading & magnetisch moment M.b.v. de Gordon decompositie wordt de S=1/2 vertex herschreven: Gewoon: stug door rekenen! q De eerste term is identiek aan het Klein-Gordon resultaat; ladings-interactie De tweede term is de magnetische moment interactie, d.w.z. De overgangswaarschijnlijkheid:
Waarom magnetisch moment? In de niet-relativistische limiet geeft deze term, A=(0,A) partieel integreren y z x
ee verstrooiing B A pA pB e C D pC pD Analoog aan K K verstrooiing voor s=0 En de overgangsamplitude wordt dus (q=pA-pC=pD-pB)
Feynman regels voor QED (S=1/2) Externe lijnen Vertices Propagatoren
QED e+ e- Fundamentele interacties: t Bhabha verstrooiing paar annihilatie/creatie Möller verstrooiing Compton verstrooiing
Analyse voorbeeld: normalisatie identifikatie detector
Bhabha verstrooiing: kleine hoeken Voor elk process: = Nevents/Normalisatie Karakteristieken: “back-to-back” energie = Ebeam kleine hoeken Luminositeits detector huiswerk, bereken: eeee e e+
Resultaat = Konstante Nevents/Nluminosity voor ieder ander process: = Konstante Nevents/Nluminosity
Hogere orde correcties A B C D e e+
beschouw dit eens voor een concreet voorbeeld: Werkzame doorsneden Experiment (vaak): spin toestanden van in- en uit-komende deeltjes onbekend Uitgaande deeltjes: spins sommeren Inkomende deeltjes: spins middelen beschouw dit eens voor een concreet voorbeeld: eeee A B C D
Niet relativistische limiet e En de amplitude na sommatie en middelen middelen! sommeren! identieke deeltjes! Niet relativistische limiet Niet relativistische limiet: lim|p|0 De vectoren worden d.w.z. de spins verandert niet. Dus de termen met matrix-element : vgl. weer met Rutherford!
Relativistische spin Relativistische spin is ook niet moeilijk e B C D Relativistische spin is ook niet moeilijk e Relativistische spin Voor |M|2 volgt dus: lepton tensor:
De lepton tensor “Casimir’s trick” k k’ 2 A C Hoewel de uitdrukking op het eerste gezicht verschrikkelijk lijkt, geldt wel: Geen spinoren meer: via completeness relaties De spoorberekening is rechtoe-rechtaan: m.b.v. enkele regels “Casimir’s trick”
Sporen met -matrices Gebruik altijd: producten van matrices sporen van producten van matrices Zwakke wisselwerking
Voorbeeld Toepassen spoor identiteiten geeft: e k p e k’ p’ Voorbeeld Toepassen spoor identiteiten geeft: Voor de muon tensor geldt hetzelfde: relativistische limiet: M2,m2 Zodat: Merk op dat in de extreem relativistische limiet geldt:
1/s Hiermee wordt het matrix element uiteindelijk: En de werkzame doorsnede: Ecm [GeV] totaal 1000 totale werkzame doorsnede 100 10 1/s cos d/dcos 1 +1 hoekverdeling
Voorbeeld (“crossing”) er is een relatie tussen de amplituden voor: e- - q=k’-k =p-p’ k k’ p p’ “t” e- - q=k-k’ =p-p’ k p k’ p’ + q=k+p =k’+p’ k’ e- e+ - k p p’ “s” p-k’ st e+e+ amplitude en daarmee de werkzame doorsnede: gebruik:
Directe berekening Je kunt het proces ook direct uitrekenen: De spin algebra geeft weer een spoor En dit wordt in de extreem relativistische limiet: (gelijk eerdere resultaat)
Werkzame doorsnede ee
Hoekverdelingen: ee and
En nu heb je ook: eeqq gedaan! With three colours u, c, t d, s, b udsc uds udsc no color s
Compton verstrooiing: k k’ p p’ q=p+k q=p-k’ ijk-invariantie geeft: relativistische limiet, d.w.z. verwaarloos rustmassas relabel: kwadraat:
Compton verstrooiing…
Compton verstrooiing……… Converteren naar traces: De trace theorema’s geven je voor |a|2 en |b|2:
Compton verstrooiing…………… En idem voor de twee kruis termen: Hierbij gebruik gemaakt van: De totale amplitude wordt dus:
Compton verstrooiing………………… We hebben voor het matrix element dus: De differentiele werkzame doorsnede is dan: Voor berekening van totale werkzame doorsnede is alleen bijdrage van term –s/u van belang. Om een eindig antwoord te krijgen is het noodzakelijk m2 van electron propagator te behouden: In lab-stelsel (electron in rust, foton energie E, en dus s~2mE)
Amplitude volgt uit de amplitude voor ee via “crossing”: k k’ p’ e+ e Paar annihilatie Amplitude volgt uit de amplitude voor ee via “crossing”: k k’ p p’ q=p+k e b.v. “s” k k’ p p’ e q=p+k p’k st q=pp’ p’ k’ k e+ e p “t” Dus: cos s
After all this: computer program FORM order 2 e+e e+ e e+e 3 1 2 order 3 2 3 1 1 2 3 1 2 3 2 3 1 3 1 2
Coming soon!