 Uitleg paragraaf 3.6  Maken opdrachten paragraaf 3.6  (Maken examenbundel)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 3A: Wonen in de stad
Advertisements

Opvoeden in de stad en in een dorp
Samenvatting: Stedelijke gebieden
De Groene Heuvel “Hof van heden en de toekomst”. Schetsen voor de toekomst.
Opvattingen en initiatieven t.a.v. schoon, heel en veilig
5 stedelijke problemen – 5 stedelijke oplossingen
Hoofdstuk 3 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 5 t/m 7
Pathmos Enschede Seminar 6 april 2006 L.F. Timmen F.H.N. de Vries
Is uw gemeente Ouderenproof? Samen werken aan een optimale toekomst voor ouderen.
Hoofdstuk 3 Stedelijke gebieden
Leefbaarheid en Vitaliteit van dorpen: Mythes en Uitdagingen
Maatschappelijke Segregatie
Omgaan met verandering in dorpen Stellingen Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies U NIVERSITEIT VAN A MSTERDAM.
Veghel Transparant (lid VPPG)1 Hoofdlijnenprogramma raadsverkiezingen 3 maart 2010 Veghel Transparant! voor leefbaarheid & gezondheid.
Eerste resultaten onderzoek “Ouderen in Oostelijk Gelderland”
Wat is veiligheid in het algemeen?
§6 Grote steden beleid.
P4.2 Het grotestedenbeleid
P4.3 Het grotestedenbeleid
Planning: Startopdracht Uitleg paragraaf 3.4 Verwerkingsopdracht
Planning: Terugblik paragraaf 3.4 Uitleg paragraaf 3.5.
P3.6 Het grotestedenbeleid
Planning: Startopdracht Uitleg paragraaf 3.4 Verwerkingsopdracht
Leefbaarheid Casus: Kanaleneiland, Utrecht. Eén van de veertig
‘Van wijken en wanten weten’ Paul Schnabel Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht Den Haag,
§ 17: De stad vernieuwen Sociale stadsvernieuwing: de verbetering van verouderde, goedkope huurwoningen Sloop en nieuwbouw: een woonwijk gaat tegen de.
De leefbaarheid van het moderne platteland
5 stedelijke problemen – 5 stedelijke oplossingen
PAR. 3.6 Stad en regio een eenheid Bestuurlijke netwerken Samenwerking Publiek-private samenwerking.
Wat houdt een dorp leefbaar en vitaal?
Leefbaarheid en betrokkenheid: het sociaal kapitaal van dorpen Dr Frans Thissen Universiteit van Amsterdam.
Lokale ontwikkelingen in grensgebieden Dr Frans Thissen Amsterdam institute for Metropolitan and International Development Studies (AMIDSt)
Lokale voorzieningen: voorwaarde of resultaat van leefbare en vitale dorpen? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Wat houdt een dorp leefbaar en vitaal? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Wat houdt een (krimpend) dorp leefbaar en vitaal? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Omgaan met verandering, de rol van dorpsraden Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies U NIVERSITEIT VAN A MSTERDAM.
Ouderen aan zet in de samenleving Gemeentelijke senioren raad Mol
Hoofdstuk 4 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 8 t/m 10
2/9 - Hoe werkt een gemeente ? - Voor- en nadelen van een burgemeestersreferendum - René van Diessen - Jan Waaijer - Uit het nieuws.
4 havo 3 Stedelijke gebieden § 4-5
TEL Veghel (lid VPPG)1 TEL Hoofdlijnenprogramma raadsverkiezingen 3 maart 2010 Transparant, Evenwichtig & Leefbaar Veghel.
De rol van de fysieke en sociale leefomgeving. 1. GLOBE studie (vragenlijst) - Kern : verschillen in gezondheid - Onderzoek in 2 deelpopulaties - Resultaat:
Achtergronden bij de aanpak van de ‘krachtwijken’
Jij hebt ook wat te vertellen!
DEBAT De KRACHT van HAAGSE OUDEREN
2 vmbo-T/havo 2 steden, §6 en 7
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders.
Aardrijkskunde Wijk PowerPoint
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 6-8.
Kennissessie De woonvisie en uw woningcorporatie(s)
Hoofdstuk 4 Bevolkingsontwikkelingen in de wijk.
1 Richting nieuwe Woonvisie Den Helder Raadscommissie S&B 23 november 2015.
Nederland verandert Dhr. S Duivenvoorde Schooljaar
Ontwikkelingen in de Dordtse wijken 15 mei drs Jan Schalk.
Wijkaanpak in Gouda ‘Gebiedsgericht samenwerken aan leefbaarheid en bewonersparticipatie’ 1994 start wijkaanpak 2007 vernieuwde inhoudelijke werkwijze.
De stad verandert Blok 3.
Huurdersraadpleging donderdag 27 oktober 2016
Prestatieafspraken.
De nieuwe woningwet. Wat betekent dat voor u?
Heechterp/Schieringen
Thema 5 “De Stad”.
H5 Wie heb je nodig?.
4 havo 3 Stedelijke gebieden § 4-5
§6 - Leven in twee werelden
Diversiteit en integratie
Profilering van aandachtswijken, kantelwijken en zelfreddende wijken
De inrichting van een wijk
Hoe veilig vinden de bewoners Maasniel?
Transcript van de presentatie:

 Uitleg paragraaf 3.6  Maken opdrachten paragraaf 3.6  (Maken examenbundel)

 Het grotestedenbeleid heeft als doel het wonen, werken en leven in de 36 grote steden te verbeteren. (= LEEFBAARHEID) In het grotestedenbeleid wordt voor een periode van 5 jaar afgesproken welke resultaten op verschillende terreinen gehaald moeten worden. In het beleid wordt aan de steden overgelaten hoe deze resultaten behaald gaan worden.

 Sociale cohesie  Fysieke woonomgeving  Veiligheid

 Traditioneel werd dit gevormd door oa: ◦ Gezin ◦ School ◦ Verenigingen  Waarom nu niet meer? ◦ Individualisering van de samenleving (‘ikke en de rest kan stikken’)  Iedereen internet/privacy etc  Ieder voordeel heb een nadeel Ieder nadeel heb een voordeel  Johan Cruijf

 Als er weinig sociale cohesie is spreek je van segregatie (scheiding)  Door hogere inkomens groepen aan te trekken hopen ze dat de sociale cohesie gestimuleerd word. ◦ Waarom?  Voorbeeldfunctie (jij kunt net zo succesvol worden als ik!) [stijging op de sociaal-economische ladder]  Daarom zie je vaak bij probleemwijken; huizen worden gebouwd voor het duurdere segment.probleemwijkenduurdere segment

 Zoals net gezegd wil de overheid vandaag de dag graag die hogere inkomens aantrekken. Dit was ooit eens anders:  Tot 1970, economische bril: ◦ Cityvorming (centrum van de stad alleen voor kantoren en winkels etc, bewoners worden naar de buitenwijken gejaagd).  In de jaren 70, stadsvernieuwing met belangrijk thema: Verbeteringen woningkwaliteit  Jaren daarna veel sociale woningbouw (Huurwoningen).  Overheid probeert tegenwoordig een mix te vinden tussen hoeveelheid huur/koopwoningen en inkomenssegment (starterswoningen tot villa’s).

 Verschil tussen gevoel van onveiligheid en harde criminaliteitscijfers ◦ Subjectieve en objectieve veiligheid

 Leefbaarheid is toegenomen. ◦ Dit komt oa door te focussen op de probleemwijken. (40 prachtwijken van Vogelaar).  Alle elementen van leefbaarheid scoorde hierbij onvoldoende en in de wijken was er sprake van ontspoorde allochtonen jongeren + witte vlucht. ◦ Wijken verbeterde door extra aandacht, maar ook door initiatieven:  Buurtvaders (ouders van hangjongeren, gaan patrouilleren).  Of trapveldjes aanleggen.

Leefbaarheid Veertig ‘prachtwijken’ (probleemwijken/ vogelaarwijken) Bron: KEI-Centrum

 Uitleg paragraaf 3.6  Maken opdrachten paragraaf 3.6  (Maken examenbundel)

 Maken opdrachten paragraaf 3.5 (gezamenlijk)  Uitleg paragraaf 3.6  Maken examenbundel ◦ (Nog vragen over de leerstof voor de herkansing) Vrijdag:  Bespreken ‘herkansing’ klassikaal  Maken opdrachten paragraaf 3.6  Maken examenbundel

Verdeling van de 40 ‘prachtwijken’ naar bouwperiode. 62,5% van de wijken gebouwd in de periode

Leefbaarheid

Leefbaarheid:  De mate waarin de woningen in een wijk voldoen aan de woonwensen van de bewoners en de woonomgeving als veilig, sociaal, schoon en gezond wordt ervaren.  Verzamelbegrip ◦ Fysieke leefbaarheid  de kwaliteit van de woningen en de woonomgeving aan en de beschikbaarheid van voorzieningen (winkels, wijkcentra). ◦ Sociale leefbaarheid  de mate waarin de bewoners zich betrokken voelen bij een wijk en er contact hebben met andere bewoners. ◦ Veiligheid  de mate waarin de bewoners van een wijk zich beschermd voelen tegen personen of gevaren (bv het verkeer)  Objectieve (statistische gegevens) en subjectieve leefbaarheid. Samen vormen ze het buurtprofiel.