Prof.Dr.Apr. Dieter Deforce

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Dierproeven en proefdieren in Nederland
Advertisements

Kunnen microben wel nuttig zijn?
Gebruikerscommissie Rebecca Verhofstede
Biotechnologische Wetenschappen
TEST JE KENNIS OVER DE WERKING VAN EEN GENEESMIDDEL
Medicijnen tegen zeldzame erfelijke ziekten:
Planten hebben licht nodig om te groeien en om bladgroen aan te maken.
Biotechnologie, voor iedereen
P R E K L I N I S C H O N D E R Z O E K
Invloed van omgeving (T en pH) op reacties met CO2
Enzymen I Eiwitten maken voor meer dan 50% uit van het gewicht aan drooggewicht van de meeste cellen. Meest belangrijke eiwitten zijn enzymen Enzymen.
de medicinale randen van vergif: farmacodynamiek en -kinetiek
Nieuwe psychoactieve stoffen in België
Kruiden en dranken in combinatie met geneesmiddelen
Diëtaire behandeling van diabetes mellitus
Wetenschappen 2e en 3e graad
Behandeling van doorbraakpijn
B1 Stoffen worden omgezet
Eiwitten structuur en functie
Uncaria Tomentosa Katteklauw
Measuring of Organisation Structures D.S. PUGH Nele Van Dooren 2 de Bachelor Sociologie 28 maart 2006.
Korte Synthese Laleman Angelique.  1. Inleiding  2. Motorische ontwikkeling van kinderen met een gehoorstoornis.  3. Het verband tussen evenwichtsstoornissen.
Verslavingsproblematiek: cannabis
Klinische ontwikkelingsneuropsychologie
Valeriana officinalis L.
Waarom enzymen? Hun werking
Een methode om stoffen te scheiden
KIVI Speurwerkprijs ‘Noodzaak van innovatie in de gezondheidszorg’ Prof.dr.ir. Theo de Vries 16 december 2003 KIVI Speurwerkprijs 2003.
Medicijnen.
Orde scheppen in een verscheidenheid aan soorten
Daniëlle Bastiaansen, Eric Lammertsma, Anneke Sanders
Voorschrift op stofnaam en substitutie
Enzymen Enzymen: Zijn biokatalysatoren Versnellen reacties
Een waardevolle partner in de bestrijding van depressie? De moderne pharmacognosie en degelijke klinische studies lichten een tipje op van de sluier die.
Die ziekte in mijn familie krijg ik die later ook?
Centrale vraag Hoe kunnen inzichten in de moleculaire biologie helpen om ziektes te begrijpen, te voorkomen en te genezen?
Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Nevenwerkingen van plantaardige GM Mutagene eigenschappen: mutaties in DNA => mogelijk gevolg kanker mutageniciteit is niet 100% gelijk aan carcinogeniteit,
Welke psychotherapie is het meest effectief bij een depressie ? Het oordeel van Dodo Pim Cuijpers.
Biotechnologische geneesmiddelen
Aardvark Het nieuw automatisch systeem voor de biologische behandeling van de leidingen en netwerken van het afvalwater NCH Belgium.
Kwaliteitscontrole op (recombinante) proteïnen
Template V Netwerkbijeenkomst Circulaire Economie 7 april 2015 Wageningen 1 Mark Ipema I Confidential.
Gewasbescherming Het etiket.
Hoe werkt deze digitale methode? 1
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
Inleiding in de tumorbiologie (5)
Bioluminescentie Diederik D’Hert Atheneum Veurne
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
DNA-technologie 1 Virus plaatst zijn eigen DNA (of RNA) in het DNA van de gastheercel, waardoor deze de bouwstenen van het virus kan maken.DNAbouwstenen.
13.4. t/m De ruimtelijke vorm van eiwitten Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor.
delvotest® proeftoets
Knutselen met DNA VWO.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Thema 3 Organen en cellen
Stofwisseling Thema 1.
Karakterisering van tannines uit tropische planten door middel van spectrofotometrie Stagegever en stagementor: prof. dr. ir. Geert Janssens & dr. Marta.
Dierproeven. Leg dat maar eens uit!. Inhoud -dierproeven en alternatieven -proefdieren -wetgeving en controle -de mens achter de dierproef -vragen.
Gezondheid en gezond gedrag
Speciale populaties.
Dierproeven. Leg dat maar eens uit!
Genetische modificatie
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Bouw, functie, onderdelen, transport
NHG-PreventieConsult module COPD: van ontwikkeling naar implementatie
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Dierproeven. Leg dat maar eens uit!
Leerfase 1 Periode 1 BOL Docent 1 Bouke Cuperus Les 1
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Transcript van de presentatie:

Prof.Dr.Apr. Dieter Deforce Farmacognosie Prof.Dr.Apr. Dieter Deforce

Farmacognosie toegepaste wetenschap die betrekking heeft op de biologische, biochemische en economische aspecten van natuurlijke geneesmiddelen en hun bestanddelen Farmacognosie = Grieks kennis van het farmacon Klassiek sterk verwant met plantenkunde en fytochemie

Farmacognosie Modern: studie van natuurlijke producten ook andere dan van plantaardige oorsprong vb vaccins, hormonen, antibiotica. Meer aandacht voor biologische, biotechnologische oorspr. En werkingsmechanisme Links naar farmacologie, farmacokinetiek, biotechnologie en medicinale chemie De fytochemische benadering blijft heel belangrijk, kennis van biosynthesewegen (Zie cursus Fytochemie, Prof. De Keukeleire)

Farmacognosie Kennis biosyntheseweg => genetische modificatie => overproductie secundaire metaboliet Kennis scheikundige structuur => basis voor nieuwe synthetische GM De structuur van andere plantaardige GM is te complex voor economisch haalbare synthese

Farmacognosie Belang voor de apotheker en de GM industrie: Apotheker als raadgever: wetenschappelijk verantwoorde informatie verschaffen over de “natuurlijke” GM informatie over interacties van geneesmiddelen, dosissen, nevenwerking, werking. Een degelijke scheikundige, farmacologische en biologische kennis van het geneesmiddel zijn dus in zijn opleiding essentieel.

Farmacognosie Belang voor de apotheker en de GM industrie: Industrie: planten belangrijke bron van GM: vb alkaloiden (morfine, codeine, atropine…) Naast planten ook: bacterien, schimmels (antibiotica: penicillines, cefalosporines, tetracyclines…) organen (vroeger insuline uit pancreas)

Farmacognosie Indeling GM: een natuurlijke grondstof : mengsel van werkzame verbindingen en ballaststoffen; een extract : aangerijkt mengsel van werkzame verbindingen en ballaststoffen; een biogeen geneesmiddel : GM van natuurlijke oorsprong dat hetzij één zuivere of een mengsel van werkzame zuivere chemische verbindingen bevat; een semi-syntheticum : scheikundig bereid product uitgaande van een natuurstof; een syntheticum : GM volledig door middel van scheikundige reacties bereid.

Controle en evaluatie van GM

Evaluatie van GM identificatiereacties, zuiverheidsonderzoek en kwantitatieve gehaltebepaling van het actieve bestanddeel Verschillende methoden organoleptische methoden; microscopische methoden; biologische methoden; chemische methoden; fysische methoden.

Biologische proeven

Biologische proeven Meer en meer vervangen door in-vitro testen Cel lijnen Enzymatische assays ELISA enzyme linked immunosorbent assay

ELISA

Dunne laag chromatografie Rf=afstand afgelegd door de spot afstand afgelegd door het front

Klinische testen Veiligheid en therapeutische effectiviteit van een GM nagaan verloopt in een aantal vastgelegde fasen Vooraleer klinische testen bij de mens kunnen starten EERST vele jaren labowerk: info over ziekteproces en werkingsmechanisme van GM productie testen op celculturen testen op proefdieren

Klinische testen (vervolg) Verschillende fasen FASE I: evaluatie veiligheid bij kleine groep gezonde vrijwilligers, dosis? (soms bij patienten) (tiental) FASE II: evaluatie van effectiviteit in grote groep patienten (honderdtal), dubbel blind met placebo groep, soms is placebo ethisch niet verantwoord FASE III: vergelijking van de nieuwe behandeling met bestaande standaard behandeling (duizenden patienten) indien voorhanden FASE IV: na commercialistie (bewaking)

Klinische testen (vervolg) Inclusie- exclusiecriteria voor patienten Indien dit dure proces succesvol doorlopen wordt kan een GM-registratie aangevraagd worden om op de markt te brengen

Classificatie van GM in de farmacognosie Kan gebeuren aan de hand van: de morfologie de taxonomie de farmacologische of therapeutische activiteit de chemische structuur De morfologische indeling deelt in onder: bladeren, bloemen, vruchten, zaden, … extracten, harsen, olien, wassen, … (zie practicum)

Taxonomische classificatie, volgens familie Vb. Umbelliferen (schermbloemigen) anijs, venkel, coriander

Taxonomische classificatie, volgens familie Solanaceeën: planten met alternerende bladeren, vruchten zijn bessen, vb Belladonna, Hyoscyamus, Stramonium

Taxonomische classificatie, volgens familie Labiaten: planten met tegenoverstaande bladeren, vierkante stengels, bilabiate bloemen, vb pepermunt en thijm

Therapeutische classificatie De farmacologische of therapeutische classificatie volgens de werking vb werken op spijsverteringsstelsel: vb cascara, senna, lijnzaad werken op het hart: vb. Digitalis, strofantus Chemische classificatie: alkaloiden: morfine, kinine, atropine, scopolamine vluchtige oliën = etherische oliën: muntolie (zie cursus Prof. De Keukeleire)

Biosynthesewegen Biosyntheseweg is heel dikwijls niet volledig gekend Plant maakt aan de hand van eenvoudige moleculen (CO2, suikers en organische zuren) dmv enzymatische reacties primaire en secundaire metabolieten aan (zie fig)

Biosynthesewegen

Belang van biosynthesewegen DNA transcriptie DNA translatie =Proteïne synthese

Belang van biosynthesewegen Indien de biosyntheseweg gekend is kan men ingrijpen in de productie van gewenste componenten overproductie door regulerend enzyme tot overexpressie te brengen bepaalde pathways blokkeren door anti-sense

Secundaire metabolieten plantenbestanddelen indelen in: actieve bestanddelen (therapeutisch effect, dit zijn de secundaire metabolieten) functie voor de plant van deze secundaire metabolieten zijn niet altijd duidelijk: vb. afweer tegen insecten, aantrekking van insecten, afweer tegen microorganismen… niet-actieve of inerte bestanddelen. Vb: zetmeel, cellulose, lignine, suberine en cutine. Zeer dikwijls zullen deze inerte bestanddelen de opname van de actieve bestanddelen wijzigen of eventueel zelfs verhinderen. Daarom opzuivering actieve componenten

Factoren die productie van sec met beïnvloeden Erfelijkheid Ontwikkelingsstadium Omgeving

Factoren die productie van sec met beïnvloeden Genetische variatie geeft aanleiding tot kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen vb Claviceps purpurea, sommige soorten grote hoeveelheden ergotamines, andere soorten enkel onbelangrijke alkaloïden Omgevingsfactoren zullen enkel kwantitatieve veranderingen veroorzaken: grond (stikstofrijke grond => meer alkaloiden), klimaat, methode van cultiveren

Factoren die productie van sec. met. beïnvloeden Ontwikkelingsstadium concentratie van een actief bestanddeel, en variabiliteit van verschillende bestanddelen. Zo zal het cannabidiol gehalte in Cannabis sativa een piek vertonen vroeg in het begin van het groeiseizoen, waarna de concentratie afneemt. Op dat ogenblik stijgt de concentratie van tetrahydrocannabinol. In Papaver somniferum is het morfinegehalte in de bollen het hoogst 2 tot 3 weken na de bloei.

Research ivm plantaardige GM Farmaceutische industrie verhoogde interesse voor plantaardige GM enkele successen: vinblastine-vincristine taxol artemisinine

Research ivm plantaardige GM Oudere reeds ingeburgerde plantaardige extracten: Valeriaan onder diverse vormen als sedativum. Crataegus wordt gebruikt als cardiotonicum. (Meidoorn) Viscum album is cytotoxisch. (Maretak) Melissa officinalis werkt antiviraal.

Research ivm plantaardige GM NIH in 1980 grote screening naar plant GM uit oerwouden. Nieuwe kruisingen Problemen bij uittesten farmacologische werking, oplossing: dure dierproeven vervangen door bioassays.

Farmacokinetiek de wiskunde en het tijdsverloop van: absorptie, distributie, metabolisme en excretie van een geneesmiddel in het lichaam. In veel gevallen is het therapeutisch effect evenals het toxisch effect gerelateerd aan de plasma concentratie van een geneesmiddel.

Farmacokinetiek Cmax C1/2 Tmax T1/2

Nevenwerkingen van plantaardige GM Acute toxiciteit = gevolg van éénmalige toediening chronische toxiciteit = na herhaalde toediening (moeilijk te evalueren) Acute toxiciteit: LD50 waarde, afhankelijk van toedieningsvorm (normaal parenteraal toxischer dan peroraal, uitz prunasine = cyanogeenglycoside, metabolisatie door darmbacterien)

LD50

LD50 4 3 % dode dieren 2 1 -DOSIS mg/kg LD50