Hoogbegaafdheid
Inhoud Hoogbegaafdheid Hoofdkenmerken Andere kenmerken Positieve en negatieve kenmerken Onderpresteren Begeleiding Ontwikkelingsmateriaal Eigen onderzoek
Hoogbegaafdheid Iemand is hoogbegaafd als zijn of haar intelligentieniveau hoort bij de 2% hoogste scores op een IQ test. Dit komt overeen met een IQ van 130 of hoger Er zijn circa 300.000 hoogbegaafden in Nederland
Verschil meer en hoogbegaafd Meer begaafdheid wordt bepaald door een IQ dat tussen de 115 en 130 ligt en hoogbegaafdheid bij een IQ vanaf 130. Verschil tussen meer- en hoogbegaafdheid wordt echter niet bepaald door de cijfertjes alleen. Het verschil tussen meer- en hoogbegaafdheid wordt duidelijk in de eigenschappen en het gedrag van kinderen
Hoofdkenmerken Hoge intellectuele capaciteiten: de leerling heeft een intelligentie die bovengemiddeld is. Motivatie: doorzettingsvermogen om een taak te behalen, taakgericht kunnen werken, zelf passende doelen op kunnen stellen en een plan kunnen maken om deze doelen te behalen. Creativiteit: zelfstandig kunnen werken, problemen op een originele manier oplossen en productief denken.
Mönkz
Heller
Meerdere kenmerken Weinig slapen Vraagt eindeloos "waarom" Perfectionistisch Wil als baby al vroeg niet meer liggen (3 mnd) Uitgesproken rechtvaardigheidsgevoel en Vroeg staan, lopen, vaak overslaan van de kruipfase. Kan ook: heel laat lopen verantwoordelijkheidsgevoel Originele ideeën en oplossingen Vroeg brabbelen, vroeg praten in correcte zinnen Apart gevoel voor humor, veel taalgrapjes Laat praten maar meteen grammaticaal correct Vaak buikpijn, hoofdpijn Opvallend taalgebruik Speelt vaak alleen Voelt zich vaak alleen in de klas Vroeg leggen van verbanden: dus- redenering Draagt "andere" onderwerpen aan in de kring op school Grote leergierigheid en nieuwsgierigheid Zelfstandig Opvallend goed geheugen
Positieve eigenschappen Begrijpt en onthoudt moeilijke informatie Leest veel en verzamelt in vrije tijd op andere manieren veel informatie. Presteert beter op mondelinge overhoringen dan op schriftelijke overhoringen, dit kan ook een negatief kenmerk zijn. Kent veel feiten, heeft grote algemene ontwikkeling. Is gevoelig Is creatief met levendige verbeelding. Ontwikkelt thuis op eigen initiatief allerlei activiteiten. Heeft een brede belangstelling en vindt het leuk dingen te onderzoeken.
Negatieve eigenschappen Presteert op school redelijk tot slecht (soms alleen onder eigen niveau). Huiswerk niet af of slecht gemaakt. Is vaak ontevreden over eigen prestatie. Heeft een hekel aan inprenten. Vermijdt nieuwe leeractiviteiten uit angst te mislukken Heeft minderwaardigheidsgevoelens, kan wantrouwend of onverschillig zijn Doet niet graag mee aan groepsactiviteiten, heeft het gevoel dat niemand hem mag Is minder populair bij leeftijdgenootjes. Het zoekt vriendjes onder gelijkgestemden Doelen worden door het kind te hoog gekozen Is snel afgeleid en impulsief Wil niet geholpen worden, wil zelfstandig zijn Voelt zich hulpeloos, neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen daden (wijt mislukken aan anderen of aan de situatie). Verzet zich tegen autoriteit. Staat afwijzend of onverschillig tegenover de school
Onderpresteren Een hoogbegaafd kind is ‘ anders ‘ dan een normaal kind in het reguliere basisonderwijs. Het zit anders in elkaar en het leert anders. Hoogbegaafden zijn gewend om zich aan te passen aan hun omgeving en dit kan een patroon worden, dat je niet zo gemakkelijk doorbreekt. Een belangrijke oorzaak van onderpresteren is het gebrek aan faalervaringen en het lange tijd werken op een te laag niveau. Hierdoor ontwikkelt het kind geen doorzettingsvermogen of raakt in paniek als iets niet in één keer goed gaat.
2 soorten onderpresteerders Absolute onderpresteerders. Zij presteren minder dan de voor de groep geldende norm. Veel jongens behoren tot deze categorie. Relatieve onderpresteerders Zij presteren wel boven de norm maar ver onder wat ze zouden kunnen. Onder hen zijn veel meisjes
Begeleiding hoogbegaafden Hoogbegaafde leerlingen hebben een andere aanpak nodig dan ‘normale’ leerlingen Zij leren het liefst op een ontdekkende manier, stellen zichzelf daarbij een doel en gaan aan de slag om dat te bereiken. Zij werken in een hoog tempo en hebben behoefte aan veel variatie en diepgang. . Voor passende begeleiding van hoogbegaafde kinderen, is het noodzakelijk dat begeleiders de bovenstaande eigenschappen steeds goed in het oog houden. Aanpassingen bieden
De drie belangrijkste onderwijsaanpassingen Versnellen Vervroegd instromen in groep 1, groep overslaan, doorlopen van meerdere groepen in een schooljaar, versnellen voor een bepaald vak. Compacting Minder instructie, minder herhalings- en oefenstof, door leerstof heen werken op eigen tempo, vooraf toetsen en alleen nog onbeheerste stof aanbieden. Verrijking Verrijkingsstof aanbieden die een beroep doet op creativiteit, open opdrachten, hoog abstractieniveau, hoge mate van complexiteit, meerwaarde ten opzichte van reguliere lesstof, onderzoekende houding stimuleren.
Tips voor de begeleiding van hoogbegaafden Hoogbegaafde kinderen moeten de kenmerken in een waarderende en stimulerende omgeving ontwikkelen. Begeleiders moeten individuele accenten leggen. Elk hoogbegaafd kind is anders. Er moet niet alleen ruimte zijn voor de ontwikkeling op cognitief gebied. Ook de begeleiding bij de ontwikkeling van hun fantasie, creativiteit, motoriek en sociale en emotionele mogelijkheden zijn belangrijk. Proberen te zorgen dat het leerproces aansluit bij de kennis die al aanwezig is Hoogbegaafden hebben geen behoefte aan herhalingen Een hoogbegaafde leerling het gevoel geven dat zij normaal zijn en laten merken dat het een veilige omgeving is
Ontwikkelingsmaterialen Het gewone lesprogramma biedt te weinig voor hun capaciteiten. Het is belangrijk materiaal te gebruiken dat een beroep doet op creativiteit, metacognitieve vaardigheden en zelfstandigheid. Ontwikkelingsmateriaal is materiaal dat de ontwikkeling van kinderen stimuleert. Hierdoor kunnen zij materialen gebruiken die boven het niveau van de rest van de leerlingen is. Vaak kunnen zij hier zelfstandig aan werken. Reflectie is heel belangrijk. Insteek: leren leren.
Eisen materiaal Het bevat veel open opdrachten Het daagt uit en doet een beroep op de creativiteit Het heeft een hoog abstractieniveau en een hoge mate van complexiteit Het moet meerwaarde hebben t.o.v. de reguliere lesstof Het stimuleert een onderzoekende houding Het doet een beroep op zelfstandigheid Het nodigt uit tot reflectie Het doet een beroep op metacognitieve vaardigheden Het lokt interactie uit
Eigen onderzoek Literatuuronderzoek Praktijkonderzoek -Onderzoek -Acadin, Plannex, Sterrenwerk, Plustaak, Rekentijger, Pittige plustoren Product -Advies -Kijkwijzer -Mappen Jullie ervaringen
Het einde