De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Geschiedenis 1° jaar Historia 1.
Advertisements

HET HISTORISCH REFERENTIEKADER
De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor
Bij H2 §4.1 en § 4.3 landschappen NL.
Ontstaan van leven op aarde
1. Epigrafie van de oudheid
GESCHIEDENIS TELECOMMUNICATIE
Hoofdstuk 2 de tijd van jagers en boeren
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
Jagen & verzamelen Hoofdstuk 1.1.
De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor
Hoofdstuk 1 De grote lijn..
Omgaan met geschiedenis
De grafische cultuur De symbolische visuele representatie en de opkomst van de theoretische cultuur.
De eerste fasen van de semiotische evolutie van cultuur
Neanderthaler in de kou
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 2: Het Ontstaan.
Bewoning tot aan het eind van de IJstijd
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 3: Mesopotamië:
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 1: De Romeinen en hun imperium.
Het ontstaan van de bijbel
Introductie in de Geschiedenis van de Oudheid
Introductie in de Geschiedenis van de Oudheid
1.2 Mesopotamie.
Geschiedenis = het doen en denken van mensen in het verleden.
De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor
De argrarische revolutie
Geschiedenis.
Hiërogliefen.
Bronnen Wat is een bron? Een bron vertelt ons iets over het verleden.
1 Jongerenwerkgroep voor Sterrenkunde OK t/m 29 juli 2005 Niet-Egyptische pyramides.
H1 Prehistorie Jagers en boeren.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
Situering in tijd en ruimte
EVOLUTIE.
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
VRIJHEID, GELIJKHEID, BURGERSCHAP POLITIEK IN DE GRIEKSE POLIS vakcode 5772IOW11 studiejaar Docent: Dr F.G. Naerebout
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
De ontwikkeling van de landbouw (vanaf 8500 v.C)
Geschiedenis Mevr. Liefting
Uitvindingen Leonardo da Vinci was een groot kunstenaar en uitvinder. Veel van de door hem ontworpen machines werden pas honderden jaren na zijn dood werkelijkheid.
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
HET ONTSTAAN VAN LANDBOUW EN LANDBOUWSAMENLEVINGEN
Leerdoel: je kunt herkennen wat bij geschiedenis hoort.
H1 De tijd van jagers en boeren
Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok I F.G. Naerebout.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok II F.G. Naerebout.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok II F.G. Naerebout.
H1.1 De agrarische revolutie
(Pre-) Historie Wat is wat? Een gelijktijdig begin?
> Begin geschiedenis + wereldzones Drempel8 Modern
Tijdvak 1 Jagers en boeren de levenswijze van jagers-verzamelaars
< landbouwrevolutie 7.1 < toets > Begin geschiedenis 7.2
Pre-historie: tot 3000 v. Chr.
Tijd van jagers en boeren
Geschiedenis 3de jaar.
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 6: Het Ontstaan.
Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
TIJD VAN JAGERS EN BOEREN. FILM: BC BC is een film over het leven van een jager verzamelaar, hij is zeer onrealistisch maar dat neemt niet.
Transcript van de presentatie:

De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse 2014-2015 semester I blok I F.G. Naerebout

1ste college, maandag 8 september ¶ 1 Opzet hoor- en werkcolleges ¶ 2 Oude Geschiedenis: periodisering ¶ 3 Oude Geschiedenis: bronnen ¶ 4 Big History en prehistorie ¶ 5 Van prehistorie naar historie ¶ 6 Het 3de millennium v.C.

¶ 1 Opzet hoor- en werkcolleges Zie de handout voor details van hoor- en werkcolleges en museumbezoek in semesters 1 & 2. Deze informatie staat ook op Blackboard Zie Blackboard voor aanvullingen/ wijzigingen en materialen (powerpoints, werkcollege-syllabus, etc) Zie de powerpoint van het zesde college voor de leerstof van het eerste deeltentamen

¶ 2 Oude Geschiedenis: periodisering Tijdrekening Historie (v.C.): ca 3300: Sumerië: cuneïform/spijkerschrift ca 3200: Egypte: hiërogliefen ca 2600: Indusbeschaving: ?? [ca 1700: proto-Sinaïtisch: alfabet] [ca 1200: proto-Kanaänitisch / Fenicisch: alfabet] ca 1200: China (Shang oracle bones): hanzi ca 300: Maya: ‘hiërogliefen’

‘tokens’: beschouwd als voorlopers van het spijkerschrift

Vroeg voorbeeld van spijkerschrifttabelt, late 4de millennium

Links: Shang ‘oracle bone’ met de vroegste voorbeelden van Chinese karakters Rechts: vroegste Chinese karakters in een herkenbare vorm

¶ 2 Oude Geschiedenis: periodisering, vervolg Griekse wereld Bronstijd 3000-1000 Dark Age 1000-750 Archaïsch 750-500 Klassiek 500-338 Hellenistisch 338-30 Rome/Romeinse rijk Bronstijd 1500-900 Vroegste Rome 900-600 Koningstijd 600-500 [753-510/509] Republiek 500-27 [510/509-27] NB: discipline “Oude Geschiedenis” beperkt zich in hoofdzaak tot de periode 750 v.C – 750 n.C.

¶ 3 Oude Geschiedenis: bronnen Geschreven  ALLE taaluitingen in een notatie Overlevering Archeologische context: inscripties, papyri Ongeschreven  ALLES anders dan taal Door mensenhand / natuurfenomenen Roerend / onroerend Afbeelding: aparte categorie ongeschreven materiaal: representaties van de (buiten)wereld vergelijkbaar met teksten

NB: bronnen zijn de neerslag van en daarmee het correlaat van gedachten/handelingen/gebeur-tenissen, maar zijn nooit de gedachten/han-delingen/gebeurtenissen zelf. de potentie van een bron wordt pas verwezen-lijkt door interpretatie (die op haar beurt bronnenkritiek impliceert)

¶ 4 Big History en prehistorie Big history (< David Christian 1988) “geschiedenis in het groot, een historiografische richting waarbij de wereldgeschiedenis vanaf de oerknal tot heden wordt besproken. Hierbij wordt gebruikgemaakt van diverse wetenschappelijke disciplines”

International Commission on Stratigraphy Jaren B.P. (x 1000.000)

7-5 miljoen jaar B.P.: ontstaan van mensachtigen (einde Mioceen/begin Plioceen) 2,4-2,3 miljoen jaar B.P.: genus homo: de mens. Verschijnt ongeveer gelijk met het begin van het Kwartair en Pleistoceen. 200.000 jaar B.P.: homo sapiens sapiens = AMHS 100.000-60.000 jaar B.P.: de moderne mens verspreidt zich vanuit Afrika (2de migratie OOA van het genus homo) 40.000 jaar B.P.: uitsterven van de homo Neanderthalensis 12.000 jaar B.P. (10.000 v.C.): einde van het Pleistoceen, begin Holoceen, einde laatste Pleistocene glaciaal In archeologische termen (gebaseerd op werktuiggebruik) behoort het grootste deel van de mensheidsgeschiedenis tot het Paleolithicum, de Oude Steentijd. Op de overgang naar het Holoceen begint het Mesolithicum, de Midden-Steentijd, die op een gegeven moment (afhankelijk van de plaats) overgaat in het Neolithicum, de Nieuwe Steentijd

¶ 5 Van prehistorie naar historie Schrift: Vanaf het moment dat er een symbolisch tekengebruik is (protohistorie?), dat er geschreven wordt, of vanaf het moment dat dat in aanmerkelijke mate gebeurt, en ‘historische informatie’ wordt opgeschreven. Maar het gaan schrijven is onderdeel van een veelomvattend proces 

Neolithicum Neolitische revolutie en de secondary products revolution [NB: in feite evoluties] Diffusie / zelfstandige ontwikkeling 10.000-3500 v.C. Sedentisme ( nomadisme) proto-urbanisme: Tepe Guran, Çatal Hüyük, Jericho Domesticatie van planten en dieren  akkerbouw/tuin- bouw/veeteelt Gepolijste stenen werktuigen Aardewerk Zuivelbereiding, textielfabricage, trek-, rij- en lastdieren Eerste metallurgie

De verspreiding van de landbouw in Europa

¶ 6 Het 3de en 2de millennium v.C. Vroege staten en steden Vruchtbare Halve Maan Mesopotamië: Soemer Egypte NB: centrum-periferie Migraties: Semieten (Akkad); Indo-Europeanen Brons  Bronstijd NB: 3-perioden-systeem: steen, brons, ijzer Opnieuw: diffusie (en autonome ontwikkelingen) Schrift: cuneïform (spijkerschrift) hiërogliefen

Vruchtbare halve maan (Fertile Crescent)