De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse 2014-2015 semester I blok I F.G. Naerebout
1ste college, maandag 8 september ¶ 1 Opzet hoor- en werkcolleges ¶ 2 Oude Geschiedenis: periodisering ¶ 3 Oude Geschiedenis: bronnen ¶ 4 Big History en prehistorie ¶ 5 Van prehistorie naar historie ¶ 6 Het 3de millennium v.C.
¶ 1 Opzet hoor- en werkcolleges Zie de handout voor details van hoor- en werkcolleges en museumbezoek in semesters 1 & 2. Deze informatie staat ook op Blackboard Zie Blackboard voor aanvullingen/ wijzigingen en materialen (powerpoints, werkcollege-syllabus, etc) Zie de powerpoint van het zesde college voor de leerstof van het eerste deeltentamen
¶ 2 Oude Geschiedenis: periodisering Tijdrekening Historie (v.C.): ca 3300: Sumerië: cuneïform/spijkerschrift ca 3200: Egypte: hiërogliefen ca 2600: Indusbeschaving: ?? [ca 1700: proto-Sinaïtisch: alfabet] [ca 1200: proto-Kanaänitisch / Fenicisch: alfabet] ca 1200: China (Shang oracle bones): hanzi ca 300: Maya: ‘hiërogliefen’
‘tokens’: beschouwd als voorlopers van het spijkerschrift
Vroeg voorbeeld van spijkerschrifttabelt, late 4de millennium
Links: Shang ‘oracle bone’ met de vroegste voorbeelden van Chinese karakters Rechts: vroegste Chinese karakters in een herkenbare vorm
¶ 2 Oude Geschiedenis: periodisering, vervolg Griekse wereld Bronstijd 3000-1000 Dark Age 1000-750 Archaïsch 750-500 Klassiek 500-338 Hellenistisch 338-30 Rome/Romeinse rijk Bronstijd 1500-900 Vroegste Rome 900-600 Koningstijd 600-500 [753-510/509] Republiek 500-27 [510/509-27] NB: discipline “Oude Geschiedenis” beperkt zich in hoofdzaak tot de periode 750 v.C – 750 n.C.
¶ 3 Oude Geschiedenis: bronnen Geschreven ALLE taaluitingen in een notatie Overlevering Archeologische context: inscripties, papyri Ongeschreven ALLES anders dan taal Door mensenhand / natuurfenomenen Roerend / onroerend Afbeelding: aparte categorie ongeschreven materiaal: representaties van de (buiten)wereld vergelijkbaar met teksten
NB: bronnen zijn de neerslag van en daarmee het correlaat van gedachten/handelingen/gebeur-tenissen, maar zijn nooit de gedachten/han-delingen/gebeurtenissen zelf. de potentie van een bron wordt pas verwezen-lijkt door interpretatie (die op haar beurt bronnenkritiek impliceert)
¶ 4 Big History en prehistorie Big history (< David Christian 1988) “geschiedenis in het groot, een historiografische richting waarbij de wereldgeschiedenis vanaf de oerknal tot heden wordt besproken. Hierbij wordt gebruikgemaakt van diverse wetenschappelijke disciplines”
International Commission on Stratigraphy Jaren B.P. (x 1000.000)
7-5 miljoen jaar B.P.: ontstaan van mensachtigen (einde Mioceen/begin Plioceen) 2,4-2,3 miljoen jaar B.P.: genus homo: de mens. Verschijnt ongeveer gelijk met het begin van het Kwartair en Pleistoceen. 200.000 jaar B.P.: homo sapiens sapiens = AMHS 100.000-60.000 jaar B.P.: de moderne mens verspreidt zich vanuit Afrika (2de migratie OOA van het genus homo) 40.000 jaar B.P.: uitsterven van de homo Neanderthalensis 12.000 jaar B.P. (10.000 v.C.): einde van het Pleistoceen, begin Holoceen, einde laatste Pleistocene glaciaal In archeologische termen (gebaseerd op werktuiggebruik) behoort het grootste deel van de mensheidsgeschiedenis tot het Paleolithicum, de Oude Steentijd. Op de overgang naar het Holoceen begint het Mesolithicum, de Midden-Steentijd, die op een gegeven moment (afhankelijk van de plaats) overgaat in het Neolithicum, de Nieuwe Steentijd
¶ 5 Van prehistorie naar historie Schrift: Vanaf het moment dat er een symbolisch tekengebruik is (protohistorie?), dat er geschreven wordt, of vanaf het moment dat dat in aanmerkelijke mate gebeurt, en ‘historische informatie’ wordt opgeschreven. Maar het gaan schrijven is onderdeel van een veelomvattend proces
Neolithicum Neolitische revolutie en de secondary products revolution [NB: in feite evoluties] Diffusie / zelfstandige ontwikkeling 10.000-3500 v.C. Sedentisme ( nomadisme) proto-urbanisme: Tepe Guran, Çatal Hüyük, Jericho Domesticatie van planten en dieren akkerbouw/tuin- bouw/veeteelt Gepolijste stenen werktuigen Aardewerk Zuivelbereiding, textielfabricage, trek-, rij- en lastdieren Eerste metallurgie
De verspreiding van de landbouw in Europa
¶ 6 Het 3de en 2de millennium v.C. Vroege staten en steden Vruchtbare Halve Maan Mesopotamië: Soemer Egypte NB: centrum-periferie Migraties: Semieten (Akkad); Indo-Europeanen Brons Bronstijd NB: 3-perioden-systeem: steen, brons, ijzer Opnieuw: diffusie (en autonome ontwikkelingen) Schrift: cuneïform (spijkerschrift) hiërogliefen
Vruchtbare halve maan (Fertile Crescent)