H3.3 Nederland tijdens de Duitse bezetting
10 Mei 1940 Brandend Rotterdam 10 Mei 1940: aanval op Nederland als onderdeel van de Blitzkrieg op West-Europa 14 mei 1940: bombardement op Rotterdam 15 mei 1940: Nederland capituleert Koningin en regering vluchten naar Engeland Achtergebleven bestuurders hebben opdracht ‘in belang van volk’ met de ‘nieuwe gezagsdragers’ samen te werken’.
Regering in ballingschap (Londen) Koningin Wilhelmina symbool van het verzet in Nederland, mede dankzij toespraken voor Radio Oranje
Verloop Duitse bezetting van Nederland Eerste fase: 1940-1942 Duits bestuur (o.l.v. Seyss-Inquart) behandelt Nederlanders ‘met fluwelen handschoen’: Reden: Nazi’s proberen ‘Germaans broedervolk’ aan Duitse kant te krijgen daarom ook geen militair bestuur zoals in België en Frankrijk Houding meeste Nederlanders: Aanpassen aan nieuwe situatie (accommodatie) Sommigen collaboreren (werken samen): NSB o.l.v. Mussert groeit Nauwelijks verzet In 1941: strenger Duits optreden NSB enige politiek partij Duitsers controleren vakbonden, kunst, pers, onderwijs en jeugdorganisaties NSB-leider Anton Mussert Seyss-Inquart spreekt NSB-bijeenkomst toe
Vroeg verzet: februaristaking 1941 Solidariteit arbeiders met Joden Bijzonder: enige grootschalige demonstratie door niet-joden in West-Europa Duitsers onderdrukken staking met geweld
Jodenvervolging in Nederland 1940-1941: burgerrechten joden ontnomen en steeds meer geïsoleerd Bv. Beroeps- en uitgaansverboden / dragen jodenster / oprichting jodenwijken 1942-1943:vrijwel alle joden via kamp Westerbork en Vught naar Auschwitz en Sobibor getransporteerd en vermoord Slechts enkelen weten door onderduik (met steun van Nederlands verzet) de oorlog te overleven
2e fase 1943-1944 Duitsers treden harder op: Verplichte tewerkstelling mannen in Duitsland Steeds meer schaarste aan goederen wegens leveringen aan Duitsland Gevolg: (Lichte) groei verzet
Laatste fase: 1944-1945 Na invasie in Normandië (juni 1944) en slag bij Arnhem (september 1944) komt Nederland in de frontlinie te liggen: Gevolg: grote delen Zeeland, Limburg en rivierengebied lijden onder oorlogsgeweld Noord-Nederland blijft bezet: Wegens spoorwegstaking (uitgeroepen door regering in Londen) grote schaarste aan voedsel en brandstof Gevolg: Hongerwinter: tienduizenden slachtoffers, vooral in de steden
Mei 1945 Bevrijding van Noorden en Westen van Nederland door Canadezen en Engelsen 5 mei 1945: capitulatie Duitse leger in Nederland