De economie in de Gouden eeuw
Handel in Noord-Europa De graanhandel (moedernegotie) bleef doorgaan Ook Spanje bleef handelspartner Ook met Rusland en Noorwegen werd gehandeld: hout, huiden,graan In Zweden investeerden Hollandse kooplieden in ijzer, koper en wapens
Archangelsk Via Archangelsk werden de handelsroutes noordelijker. Nu was heel Europa in het netwerk betrokken
Walvisvaart De walvisvaart leverde veel inkomsten op door de walvistraan, waar bv. lampolie van werd gemaakt
VOC en WIC De intercontinentale handel was te riskant voor de kleine “compagnieën van verre”. VOC en WIC kregen het staatsmonopolie op hun handelsgebieden. De VOC was het meest succesvol.
Modern bankieren en beleggen In Amsterdam kwamen een wisselbank en een koopmansbeurs. Kooplieden konden vertrouwen op de waarde van hun geld en handelen in aandelen VOC en in termijncontracten. Wie hiervan rijk werd kon weer investeren in nieuwe ondernemingen En net als in 2008 ging het ook weleens mis
Kaapvaart Kaapvaart was een wettig middel om de staatskas aan te vullen…als de buit van de vijand kwam En dus is onze school (in Enschede) gevestigd aan de Piet Heinstraat
Driehoekshandel De eerste aanleiding om naar Amerika te varen was zout Al spoedig ontstond er een driehoekshandel, waarvan Afrikaanse slaven een belangrijk aandeel vormden Maar winstgevend werd de WIC steeds minder
Nijverheid De aanvoer van nieuwe producten zorgde voor een bloeiende verwerkingsnijverheid De techniek van wind- en watermolen zorgde voor de nodige energie Houtzaagmolens waren belangrijk voor scheeps bouw
Turf Turf was een goedkope brandstof Voor de turfwinning werden kanalen aangelegd, waar ook de landbouw in het Noorden van profiteerde
Lage-lonenlanden Net als in onze tijd besteedden ondenemers hun werk graag uit naar gebieden met lage lonen. In de 17e eeuw was dat het platteland, waar de gildenbepalingen niet golden Zo ging de scheepsbouw naar de Zaanstreek en de textielnijverheid naar het arme Brabant
Welvarende boeren Boeren in Holland specialiseerden zich in producten die de steden nodig hadden Veehouderij leverde melk,kaas, boter, worst en mest Friese boeren lieten groenten over water naar Holland invoeren
Droogmakerijen De Noord-Hollandse boeren profiteerden van de droogmakerijen Ook hier was de molentechniek van groot belang
Invloed van oorlogen De Tachtigjarige oorlog was nog vooral merkbaar in het oosten en zuiden. Dat gebied bleef economisch achter De Dertigjarige oorlog in Duitsland was juist gunstig voor de Hollandse boeren. Bij hen werd voedsel gekocht voor de soldaten.
Booming business Zo had de Nederlandse economie in de 17e eeuw de wind in de zeilen Maar zou dat op lange termijn zo blijven? Of lag de recessie op de loer?