Woordenschat groep 5, thema 7, les 3 De woorden die je vandaag leert: bedienen de erfenis hulpvaardig de komkommer het ledikant lijden mals de appelmoes het familielid
Mama is ziek.
Eten en drinken brengen. In restaurants en cafés kun je bediend worden. bedienen
Spullen van iemand die dood is Spullen van iemand die dood is. Deze spullen worden verdeeld onder familieleden. Walter erft speelgoed, papa en mama erven oude foto’s en een vaas. de erfenis
Iemand helpen. hulpvaardig
Lange, dunne, donkergroene groente. de komkommer
Een bed. het ledikant
Pijn hebben, pijn lijden.
Zacht en sappig. mals
Woorddelen: appel + moes Wordt gemaakt van appels. Appels worden fijn gemaakt tot een soort papje. Een ander woord voor papje is moes. Woorddelen: appel + moes de appelmoes
Familielid bestaat uit twee woorden, familie + lid Familielid bestaat uit twee woorden, familie + lid. Ken je deze woorden, dan weet je wat familielid betekent. Als je ergens lid van bent, dan hoor je ergens bij. Je bent een lid van je familie. het familielid