Vandaag gaan we werken aan spelling. Goedemiddag 2C! Vandaag gaan we werken aan spelling.
Hoofdletters Aan het begin van een zin Bij namen Bij woorden die van namen zijn afgeleid Let op: geen hoofdletters bij dagen, maanden, seizoenen en windstreken. vroeger wilde henk met kerst altijd winters weer. Vroeger wilde Henk met Kerst altijd winters weer.
Leestekens Punt Aan het einde van een gewone zin. frederique wilde niet mee naar huis Frederique wilde niet mee naar huis.
Leestekens Vraagteken Aan het eind van een vraag. had jij liever witte of bruine bonen gewild Had jij liever witte of bruine bonen gewild?
Leestekens Uitroepteken Aan het eind van de zin om extra nadruk te geven. KIJK UIT!
Leestekens Komma Tussen twee persoonsvormen Tussen de delen van een opsomming - Na een naam of een uitroep aan het begin van een zin of voor een naam aan het einde van een zin - Voor voegwoorden
Leestekens Dubbele punt Voor een toelichting of aankondiging Ze bleef gewoon hier wonen: ze had hier haar kinderen.
Leestekens Aanhalingstekens Voor en na een citaat. ‘I never said that!’ - Einstein
Laatste letter -d of –t? Geen persoonsvrom? Maak het woord dan langer. Hij zat gekniel… op het plein. De geknielde mannen zaten daar. Hij zat geknield op het plein.
Meevroud op -en Land Landen Zee Zeeën Knie Knieën Bacterie Bacteriën Hak Landen Zeeën Knieën Bacteriën Hakken
Meervoud op -s Meestal hoor je het wel als het eindigt op –s. Let op: als het woord een afkorting is, of eindigt op –a, -e, -o, -u, -i of –y, schrijf je ‘s. Pony’s Wc’s
Bijvoeglijk naamwoord Schrijf je zo kort mogelijk Zonder dat de uitspraak verwarrend wordt. De rode soep De geklonken tonen De verbrande kip
Laat maar eens zien! de paarden versnel…. toen zij de (verstoppen) ruiter vonden hij droeg een prachtig groen schild en op zijn knie(e)n had hij twaalf getatoeëer… ridder… staan toen we hem zagen waren we zo bang dat we hard naar huis reden. Klaar? Overleg met je buurman/buurvrouw
Antwoorden De paarden versnelden toen zij de verstopte ruiter vonden. Hij droeg een prachtig groen schild en op zijn knieën had hij twaalf getatoeëerde ridders staan. Toen we hem zagen, waren we zo bang dat we hard naar huis reden.
Maken opdrachten Vwo- opdracht 1 t/m 10 Havo – opdracht 1 t/m 9 Maandag 15 september moet het af zijn. Klaar? Lezen Nakijken