De Europese Unie ‘Inleiding’ + ‘deel 1: Geografische kenmerken van de EU’ + ‘deel 2: Europese integratie’

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De wereld wordt kleiner
Advertisements

Hoofdstuk 3: Duitsland tussen Oost en West
Hoofdstuk 11deel 2 handel en marketing
Hoofdstuk 8: Nederland en Europa.
Hoofdstuk 1 Het begin van Europese samenwerking.
Internationale organisaties
Paragraaf 4 Europa 4.1 Bloedig Europa.
Internationale betrekkingen
P2.2 Landbouw en platteland in Europa
Hoofdstuk 13 Vrij kapitaalverkeer.
1950-Heden - de tijd van televisie en computer
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Interbellum en Vrede van Versailles.
Personen die gedwongen worden om hun huizen te verlaten  Ten gevolge van: ‐ Politieke ‐ Religieuze ‐ Militaire ‐ Andere problemen.
De eenwording van Europa
6.2: Naar een Verenigde Staten van Europa
Hoofdstuk 3 Instellingen van de EG en hun bevoegdheden.
Hoofdstuk 1 van EGKS tot EU.
Hoofdstuk 11 Vrij kapitaalverkeer. (2/14) Het vrije kapitaalverkeer (inclusief het vrije betalingsverkeer) wordt gewaarborgd door artikel 56 van het Verdrag:
De Verenigde Staten en hun federale overheid
4. De Wereld na Oorlog na de oorlog.
1950-Heden - de tijd van televisie en computer
Europese eenwording.
DE KOUDE OORLOG.
Europese Samenwerking
Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.
Confrontatie Paragraaf 5.2.
Oprichting en optreden van de VN
Les 1 De wereld staat in brand
Hoofdstuk 1 Koude Oorlog en dekolonisatie in Indochina
Wereld H3.2.
Kenmerk 47 Eenwording Europa - Les 1: Eenwording Europa
Europese Samenwerking
Historisch overzicht paragraaf 6.2
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
Hoofdstuk 5 Koude Oorlog.
H5 Koude Oorlog §3 Duitsland verdeeld.
De Europese Unie: 500 miljoen mensen – 28 landen
Wat moet je weten aan het eind van de les?
HISTORISCHE CONTEXT KOUDE OORLOG
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Europese integratie EUROPA (ca …)
Internationalisering kernpunten. internationalisering ► Verbondenheid met de “wereld”.  Via de media  Internet  Satelliet  Via verdragen  Instanties:
De Koude Oorlog ?.
Tijd van televisie en computer, 1950 – 2010
: de media & Europa Nakijken Lang HC Debatspel / begrotingsspel Huiswerk.
Par 3.2 Europa in de greep van de Koude Oorlog
De Schuman-verklaring (pp. 5-6) Robert Schuman ( )
8.2 Hebben we baat bij de EU? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Europese interne markt Harmonisatie Monetaire Unie © Noordhoff Uitgevers 2012.
In 1568 begint Willem van Oranje een opstand tegen Spanje
2VMBO Mens en Maatschappij
DE EUROPESE UNIE.
De Koude Oorlog
Televisie en computer H13.3 EUROPESE EENWORDING. 1.Nieuwe wereldoorlog voorkomen 2.Andere economische aanpak (geen protectionisme als in de jaren ‘30)
Blok 3 Nooit meer oorlog Deelvraag:
De Europese eenwording
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland en Europa
Europese integratie EUROPA (ca …)
De wereld na 1945 samenvatting les 4.
de tijd van burgers en stoommachines
3.2 Duitsland verdeeld tijdens de Koude Oorlog
Blok 3 Nooit meer oorlog Deelvraag:
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
Cursus 6.2 : Koude Oorlog 2 KGT Lesweek 1
Cursus 6.2 : Koude Oorlog 2 KGT Lesweek 1
Na WO2 is er een politieke en economische tegenstelling in de wereld.
inclusief WW PROTECTIONISME Invoerrechten Strenge regels Invoerverbod Contingentering (aantal afspreken)
§5.4 Samenwerken in Europa
§6.1 Conflicten in de wereld
Thema 10 Blok 3: Nooit meer oorlog
Transcript van de presentatie:

De Europese Unie ‘Inleiding’ + ‘deel 1: Geografische kenmerken van de EU’ + ‘deel 2: Europese integratie’

Let op! Voor het examen (26/03), moet je enkel slides nr. 5, 6, 7 en 8 doornemen!

Inleiding: vertrouwen van de Europese bevolking in de EU

Inleiding: vertrouwen van de Europese bevolking in de EU Sinds 2008 (crisis)  merkbare daling van vertrouwen in EU  sterkere daling vanaf 2010 Onvrede was (2013) het grootst in Griekenland Spanningen lopen hoog op: EU in vraag gesteld Nu: Griekse situatie beheerst agenda

Landen van de EU 28 lidstaten + 6 kandidaat-lidstaten Je moet de 28 lidstaten en 6 kandidaten kennen én kunnen situeren op de kaart (p. 2) Andere landen in Europa? Geen kandidaat op dit moment (vnl. Oost-Europese landen)  In de (verre) toekomst? (vb. Oekraïne?) Tout court geen kandidaat (vb. Noorwegen + ministaten  speciale situatie)

Zeeën, zeestraten, belangrijke rivieren Kunnen situeren op blinde kaart (p. 3) !!! Nadruk ligt echter op geschiedenis van de Europese integratie en de instellingen

Deel 2: De Europese Integratie Concept ‘Internationale organisatie’ 19de eeuw (Congres van Wenen, 1814-1815  internationale organisatie?) Vooral vanaf 1945 Verschillende doelen (economisch, militair, cultuur…) Verschillen in grootte en slagkracht (vb. EU – Benelux)

Internationale organisaties: types Verbanden tussen landen NAVO, EU, VN, … Verbanden tussen burgers: Niet-Gouvernementele Organisaties (NGO) Lokaal of internationaal (Artsen Zonder Grenzen, Rode Kruis, Caritas International, Oxfam, …) Onafhankelijk van staatsgezag

Document 1: de Schuman-verklaring Tekst door Robert Schuman (1886-1963), Franse minister van Buitenlandse Zaken (9/05/1950) Opdracht: lees de tekst (p. 4-5) en beantwoord de vragen (p. 6)

Een integratieproces dat al 60 jaar duurt (p. 7 e. v.) De nasleep van twee wereldoorlogen Verdrag van Versailles (krantenartikel 1919) Duitsland wordt zwaar vernederd: de auteur voorspelt het ‘verval van Europa’ WO II (1939-1945) geeft deze auteur gelijk Nasleep WO II: Europese industrie en infrastructuur vernietigd + vele doden + armoede

Het Marshallplan: generaal George Marshall, minister van Buitenlandse Zaken (VSA)

Het Marshallplan: bedoelingen 1. Niet gericht tegen “een land of ideologie”? Wel duidelijk anticommunistisch Vrees voor socialisme en communisme in West-Europa De Sovjetunie zag dit als een bedreiging

Het Marshallplan: bedoelingen 2. Politieke en sociaaleconomische motieven van VSA? Sociaaleconomisch  Normale economische toestand herstellen  Armoede en honger in Europa tegengaan Politiek  Tegen het communisme

Het Marshallplan: bedoelingen 3. Welk voorwaarden stellen de VS?  Het programma moet gemeenschappelijk zijn  Geen hulp aan één land, maar aan een aantal of alle Europese landen samen: Europees programma

Een integratieproces dat al 60 jaar duurt (p. 7 e. v.) De heropbouw van Europa Amerikaanse vrees voor herhaling ‘Versailles’ (nieuwe oorlog in Europa) Amerikaanse angst voor communisme in Europa Amerikanen willen consumptiegoederen verkopen aan Europa  Europeanen moeten rijk genoeg zijn  VSA hebben politiek (oorlog, communisme) en economisch (afzetmarkt) belang bij sterk Europa

Een integratieproces dat al 60 jaar duurt Marshallplan Veel geld naar Europese landen Voorwaarde: Europese landen moeten zelf verdeling regelen Hoe? Stichting OEES Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (OEES, 1948)

Een integratieproces dat al 60 jaar duurt OEES: doelen Coördinatie nationale economieën Onderlinge handel bevorderen Modernisering landbouw + industrie Groot succes in de jaren ‘50

Een integratieproces dat al 60 jaar duurt De dreiging van de Koude Oorlog Na WO II: Oost-Europa onder communisme (Sovjet-Unie)  West-Europa: schrik voor hetzelfde lot Spanning tussen communisme (Sovjet-Unie) en kapitalisme (VSA) Algemene sfeer van angst in VS en West-Europa VSA: naast economische hulp aan Europa, ook militaire bescherming: NAVO (1949)

Jean Monnet (1943) over Europa na WO II “Er zal geen vrede zijn in Europa als de staten zichzelf opnieuw op basis van hun nationale zelfstandigheid opbouwen, met alle implicaties die dat heeft inzake prestigepolitiek en economisch protectionisme. [...] [D]e staten van Europa moeten een federatie vormen of een ‘Europese Entiteit’, die van hen één enkele economische eenheid maakt.” Bron: uitspraak geciteerd in: DINAN (D.). Ever Closer Union. An Introduction to European Integration. Hampshire, Palgrave McMillan, p.13. (Eigen vertaling)

Europese dialoog Europees federalisme: verenigd Europa (vrij verkeer goederen, mensen, kapitaal) Raad van Europa: overkoepelende politieke structuur (eerst 10, nu 47 leden)  vooral bevoegdheden inzake mensenrechten / democratie Twee visies op Raad: Supranationaal: nationale regeringen staan macht af aan Raad (zie: Monnet, Schuman) Intergouvernementeel: samenwerking, maar iedere regering behoudt zijn beslissingsmacht

Belangrijkste Europese federalisten: J. Monnet (links) en R Belangrijkste Europese federalisten: J. Monnet (links) en R. Schuman (rechts)

Comité van Ministers van de Raad van Europa in 1949 (onder andere burggraaf van Zeeland, minister van Buitenlandse Zaken van België)

Europese dialoog Raad van Europa gebaseerd op intergouvernementele samenwerking: gevolg?  Regeringen komen samen, MAAR behouden steeds hun eigen macht Raad van Europa = zwak, omdat het geen eigen macht heeft  Bestaat nog steeds, maar weinig slagkracht

Samenvatting Vragen 1 t.e.m. 5 (p. 8) geven een goede samenvatting van pp. 7-8

VSA Europa Vragen p. 8 1. Waarom gaven de VS hulp aan Europa? Angst voor nieuwe oorlog Angst voor communisme Economische redenen 2. Economische motieven VS? CONSUMPTIEGOEDEREN VSA Europa KAPITAAL

Vragen p. 8 3. Hoe bekwam OEES duurzame economische ontwikkeling? Coördinatie nationale economieën Bevorderen van onderlinge handel Modernisering landbouw + industrie 4. Op welke domeinen was er samenwerking? Economisch (OEES) Militair (NAVO) Politiek (Raad van Europa)

Vragen p. 8 5. Wat is ‘supranationaal’ en wat is ‘intergouvernementeel’? Supranationaal: de overheden staan macht af aan een internationale instelling Intergouvernementeel: overleg (samenwerking) tussen overheden, MAAR iedere overheid behoudt haar beslissingsmacht