4. Horen Pg. 49 4.1 Geluid Voorbeeld 1: We horen een luide knal. Na sterkte via verdringingsreeks oefeningen invoegen zoals vorige hoofdstuk. Nieuw concept daarbij : extra vragen rond voorgaande theorie (rechtstreeks daarbij) stellen. Bv. Waarom kleurt bij slide 1 van filmslide bij deze ppt de oplossing paars (via schrijven van reacties = OH- = fenolft. : oef. Beter verder na interpretatie koppels. Ander bv. K, Li, Na sterkte verklaren uit tabel (P.S.E.), vanuit vroegere leerstof. Ook vraagje rond eigenschappen van metalen duidend naar feit dat Mg zwakkere reductor is dan bv. K, … : zie wij en chemie, Vraagje bij slide 3 naar sterkte van zuren en basen (vergelijking) Vraagje bij slide 5 « bijvoorbeeld » in tekst : andere manieren om te weten te komen wat de geconj; oxidatoren zijn ! Misschien niet als oefening maar als denkvraag betreffende het begrijpen van de theorie ! Geluiden ontstaan door trillende voorwerpen. Deze trillingen zetten zich voort door een middenstof. Voorbeeld 1: We horen een luide knal. Voorbeeld 2: Ja, het geluid laat glas zo hard trillen dat het stukspringt. Voorbeeld 3: Vleermuizen maken ultrasone geluiden. (Dit zijn geluiden dat de mens niet kan horen!) Deze trillingen botsen tegen voorwerpen en kaatsen terug. Vleermuizen ‘horen’ waar de voorwerpen zich bevinden.
4. Horen Pg. 49 4.1 Geluid Experiment: Wat is geluid? Wat doet een klankkast onder invloed van geluid? Wat doet een voorwerp onder invloed van geluid? Waarneming: Als je de stemvork in je hand houdt en aanslaat, dan: Hoor je weinig Voel je de stemvork wel trillen Als je de stemvork op de klankkast zet en aanslaat, dan: Hoor je veel Voel je de klankast wel trillen ………… … ………… ……………….…
4. Horen Pg. 50 4.1 Geluid Experiment: Wat is geluid? Wat doet een klankkast onder invloed van geluid? Wat doet een voorwerp onder invloed van geluid? Waarneming: Als je 2 stemvorken op 2 verschillende klankkasten plaatst en één ervan aanslaat, dan: Hoor je de eerste stemvork luid Hoor je de tweede stemvork luid/stil Voel je de eerste stemvork-klankkast wel trillen Voel je de tweede stemvork-klankkast wel trillen Verklaring: Trillingen kunnen zich door de lucht verplaatsen en andere voorwerpen doen meetrillen. Dit noemen we resonantie! ………… ………… … …
4. Horen Pg. 50 4.1 Geluid Wat trillingen verplaatst, noemen we de middenstof. Het meetrillen noemen we resontantie. Geluid wordt veroorzaakt door trillende voorwerpen, hierdoor ontstaan geluidsgolven. Kenmerken geluidsgolven: Frequentie is het aantal trillingen en wordt per seconde uitgedrukt in hertz (Hz) Intensiteit is de geluidssterkte en wordt uitgedrukt in decibel (dB) ………… ………… … ………… …
4. Horen Pg. 50 4.1 Geluid Opmerkingen De gevoeligheid voor geluid neemt af met de leeftijd. Vanaf 90 dB is geluid schadelijk. De ultrasone trillingen die vleermuizen waarnemen, kunnen wij niet waarnemen en zijn voor ons geen geluid. Trillingen moeten zich door een middenstof kunnen verplaatsen: lucht, water of vaste stoffen. In alle vorige voorbeelden is de middenstof: lucht. Voorbeeld van geluid voortgeplant door water: dolfijnen communiceren vaste stof: telefoonlijn
4. Horen Pg. 51 4.1 Geluid Geluiden worden door een trillend voorwerp veroorzaakt. Een trilling is enkel geluid als het door het orgnaisme kan worden waargenomen. Geluid plant zich voort door lucht, water of vaste stoffen.
4. Horen Pg. 51 4.2 Het menselijk oor C) inwendig oor B) middenoor A) uitwendig oor B) middenoor
4.2 Het menselijk oor pg. 51 4.2.1 Het uitwendige oor (lucht) 1 trommelvlies Meetrillen met geluidsbron (= resonantie) 2 gehoorgang 3 oorsmeerkliertje 5 Trommelvlies soepel houden + stof vasthouden 4 4 haartjes 2 Kleine insecten + stofdeeltjes tegenhouden 3 1 5 oorschelp Trillingen opvangen en naar gehoorgang leiden
4.2 Het menselijk oor pg. 52 4.2.2 Het middenoor (vast) 1 hamer 3 gehoorbeentjes 2 aambeeld 3 stijgbeugel 4 buis van Eustachius
4.2 Het menselijk oor pg. 52 4.2.2 Het middenoor (vast) Wat is de functie van de 3 gehoorbeentjes? Hoe kan je oorpijn tijdens het stijgen of dalen in een vliegtuig, voorkomen? Wat doet de buis van Eustachius als je kauwt of slikt? Formuleer de functie van de buis van Eustachius. Trillingen doorgeven + versterken Slikken Ze gaat open. Werkt drukverschillen weg tussen de lucht in het middenoor en de lucht aan de buitenkant van het trommelvlies.
4.2 Het menselijk oor pg. 52 4.2.2 Het middenoor (vast) Opmerking: Volgende delen behoren niet tot het middenoor: TV: OV: RV: trommelvlies Ovaal venster Rond venster
4.2 Het menselijk oor pg. 53 4.2.3 Het binnenoor (vloeistof) 1 Halfcirkelvormig kanaal 2 slakkenhuis 1 3 ovaal blaasje 4 rond blaasje 2 3 5 evenwichtszenuw 5 4 6 gehoorzenuw Functie van het slakkenhuis: Functie van het ovale en ronde blaasje en de drie halfcirkelvormige kanalen: horen evenwicht
Het oor: samengevat Uitwendig oor middenoor binnenoor Evenwichtszenuw gehoorzenuw Uitwendig oor middenoor binnenoor Gasvormige middenstof vaste middenstof vloeibare middenstof oorschelp gehoorgang haartjes smeerklieren hamer aambeeld stijgbeugel 3 halfcirkelvormige kanalen ovale venster ovaal blaasje rond blaasje trommelvlies = evenwichtszintuig slakkenhuis met orgaan Corti = gehoorzintuig Ronde venster buis van Eustachius vangt trillingen op en biedt bescherming geleidt trillingen vangt trillingen op
4.3 Werking pg. 53 4.3.1 Het lichaam van Corti zintuigcellen met wimpers 2 basaal membraan 3 dekmembraan 3 1 2
Trillingen bereiken het trommelvlies dat begint mee te trillen. 4.3 Werking pg. 54 Werking slakkenhuis. Trillingen bereiken het trommelvlies dat begint mee te trillen. Deze trillingen worden door de gehoorbeentjes doorgegeven aan het ovale venster. De vloeistof in het slakkenhuis beweegt mee en het ronde venster trilt mee. Het heen en weer bewegen van de vloeistof doet het basaal membraan meetrillen. De zintuigcellen worden geprikkeld en doen impulsen ontstaan in de gehoorzenuw.
4.3.2 schema werking pg. 55 geluidsbron luchttrillingen Oorschelp (opvangen trillingen) gehoorgang Trommelvlies trilt mee (=resonantie) 3 gehoorbeentjes trillen mee
ovale venster trilt mee vloeistof van slakkenhuis beweegt mee 4.3.2 schema werking pg. 55 Ovale venster ovale venster trilt mee vloeistof van slakkenhuis beweegt mee ronde venster
Vloeistof van slakkenhuis beweegt mee Basaal membraan trilt mee 4.3.2 schema werking pg. 55 Vloeistof van slakkenhuis beweegt mee Basaal membraan trilt mee voorhofstrap Wimpers worden tegen dekmembraan gebogen, daardoor worden zintuigcellen geprikkeld. dekmembraan trommeltrap Basaal membraan
4.3.2 schema werking pg. 55 Er ontstaan impulsen in gehoorzenuw Gehoorzenuw stuurt impulsen naar hersenen De hersenen (het gehoorcentrum) Wij horen Opmerking: Een geluid kan je enkel lokaliseren als je met 2 oren hoort. = stereofonisch horen
4.3.2 schema werking pg. 55 oorschelp Ovaal blaasje rondblaasje trommeltrap gehoorgang middentrap trommelvlies trommeltrap ovale venster ronde venster
Opmerking pg. 56 Waardoor kan het gehoororgaan worden beschadigd? 1. te sterke geluiden te luide muziek machines in de industrie gezond beschadigd 2. oorsmeerproppen te diepe reiniging met wattenstaafjes 3. middenoorontsteking Infectie van luchtwegen breidt zich uit via de buis van Eustachius 4. erfelijke aandoeningen middenoorhardhorendheid verbening (= hard worden) van het ovale venster doofheid
4.4 Menselijk evenwicht pg. 58 4.4.1 Bouw Halfcirkelvormige kanalen evenwichtszenuw 2 gehoorzenuw kanaalverbreding 1 slakkenhuis 1 Ronde en ovale blaasje: statolietorgaan (positiezin) 2 3 halfcirkelvormige kanalen: ampullaorgaan (rotatiezin)
4.4 Menselijk evenwicht pg. 58 4.4.1 Bouw statolietorgaan ampullaorgaan 3 2 1 1 2 3 1 Zintuigcellen met wimpers 1 Gelatineus membraan 2 Gelatineus membraan 2 Zintuigcellen met wimpers 3 kalksteentjes 3 Zenuwvezel
4.4 Menselijk evenwicht pg. 58 4.4.1 Bouw evenwichtsorganen Ronde blaasje Ovale blaasje 3 halfcirkelvormige kanalen Ligt in 3 vlakken loodrecht op elkaar Extra: Naargelang de stand van het hoofd gaan de steentjes op een andere manier aan de zintuigharen trekken of er druk op uitoefenen. De hersenen krijgen op die manier info over de stand van je hoofd.
4.4 Menselijk evenwicht pg. 59 4.4.2 werking A) Inleiding Je hebt wellicht als eens je evenwicht verloren? Je kan je evenwicht verliezen als je: stilstaat: gebeurt in de beweegt: gebeurt in de positiezin blaasjes rotatiezin kanaaltjes
4.4 Menselijk evenwicht pg. 59 4.4.2 werking B) Werking van de blaasjes = statolietorgaan Als je iets omhoog gooit valt het terug naar beneden. Verklaring: Als je rechtop staat Als je een andere stand inneemt: Werkt o.i.v. zwaartekracht De steentjes drukken met gelijke kracht op het gelatineus membraan. De kracht waarmee de steentjes op het gelatineus membraan drukken, neemt af.
4.4 Menselijk evenwicht pg. 59 4.4.2 werking C) Werking van het ampullaorgaan Je zit in een auto en die remt plots. Verklaring: Bij het bewegen: Bij het stoppen: Je beweegt vooruit. Verandering van beweging of rusttoestand beweegt de vloeistof vertraagd mee. stopt de vloeistof vertraagd.
verbreding v/d halfcirkelvormige kanalen In ovaal en rond blaasje Stilstaan Bewegen verbreding v/d halfcirkelvormige kanalen In ovaal en rond blaasje Principe steunt op zwaartekracht: werkt in op kalksteentjes Vertraagde beweging van de vloeistof in de zintuigcellen Kalksteentjes drukken/trekken op het gelatineus membraan De wimpers van de zintuigcellen registreren deze vertraagde beweging Zintuigcellen met wimpers registreren de stand van het lichaam Impulsen in de evenwichtszenuw Impulsen in de evenwichtszenuw Hersenen: evenwichtscentrum Hersenen: evenwichtscentrum Bewaren van evenwicht als je stilstaat Bewaren van evenwicht als je beweegt