Paragraaf 6.3 Nederland in de 21e eeuw
Paradijs voor iedereen? Na de oliecrisis van 1973 belandde Nederland in een economische crisis. Die duurde tot de jaren ‘90. Dit maakte wel duidelijk dat er grenzen waren aan onze verzorgingsstaat. De staat kan niet in elke crisis uitkeringen blijven betalen. Meer dan 1.000.000 mensen hadden een uitkering nodig. Maar er kwamen minder belastingen en premies binnen. Er moest een oplossing komen
Poldermodel De overheid ging overleggen met werkgevers en werknemers. Er werden maatregelen genomen: Lonen mochten niet teveel stijgen, zodat we goedkope producten aan het buitenland konden verkopen. In ruil daarvoor beloofde de overheid dat zij de belastingen niet zouden verhogen. Dit overleg noemden ze het poldermodel. ( een overlegeconomie) Daarom zijn er in Nederland weinig stakingen.
Het overleg had succes: In de jaren ‘90 ging het weer beter met de economie. De economie van de hele wereld ging ondertussen beter: er was meer handel omdat er meer spullen werden gemaakt en verkocht door computer en internet. Nederland deed mee aan deze automatiseringsgolf. We moderniseerden en er kwamen meer hightechbedrijven.
Maar in 2008 kwam er een nieuwe crisis. Banken hadden teveel hypotheken uitgegeven die mensen niet konden terugbetalen. Mensen werden ontslagen en hadden weer uitkeringen nodig. Maar er was ook vergrijzing: teveel mensen boven de 65 hadden een pensioen nodig, want we worden steeds ouder. Steeds minder werkende mensen betalen voor een groeiende groep gepensioneerden. Oplossing: de pensioenleeftijd omhoog naar 67.
Veelkleurig land Vanaf de jaren ‘50 gaat de bevolking van Nl er anders uitzien: Er komen gastarbeiders, vluchtelingen uit Indonesië en Suriname en mensen uit Oost- Europa. Zo werd NL een multiculturele samenleving. Zo kwam er meer variatie in voedsel, winkels, tradities en geloof.
Sinds de jaren 60 gaan we ook minder naar de kerk. Er kwam ontkerkelijking. Oorzaak: welvaart en individualisering. Kerken lopen leeg, en worden verbouwd tot huizen en musea. Er worden nog wel moskeeën bij gebouwd. Maar ook het aantal moslims dat de moskee bezoekt, is aan het dalen.
Zwart-wit of veelkleurig. In de jaren ‘70 kwamen er veel mensen naar Nederland. Zij hadden alle vrijheid om hun eigen taal en tradities te behouden. Die tolerante houding van de Nederlanders is langzaam verdwenen. Sommige Nederlanders zijn bang dat de Nederlandse cultuur verdwijnt, ook door alle invloed van de EU en Europa. Sinds de moord op Theo van Gogh in 2004 en de aanslagen op WTC is die groep groter geworden.
Doordoor zijn Nederlandse taal en geschiedenis weer belangrijk in het onderwijs. Maar veel nieuwkomers hebben problemen met het leren van de taal. Ook de invloed op onze rechtspraak is belangrijk: in Nederland zijn mannen en vrouwen gelijk en hebben dezelfde rechten. Sommige groepen denken daar anders over.
De meerderheid van Nederland vind dat de groepen elkaar moeten respecteren en moeten begrijpen. Natuurlijk moet de taal geleerd worden, maar we kunnen ook van de andere groepen leren. We eten al erg gevarieerd: Grieks, Turks, Frans, Italiaans, Marokkaans. Zo komen er veel verschillende winkels en tradities bij!
Einde