Voorstelling van de produkten: ASFALT Bitumen + steenslag, filler,… BESTRIJKING 1. Bitumen-emulsie + steenslag 2. Vloeibitumen + steenslag SLEM 1. Bitumen-emulsie + zand, water,…
1. Bitumen-emulsie Emulsie = mengsel van 2 niet-mengbare vloeistoffen = niet stabiel, + emulgator = stabiel ≠ een oplossing Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Principes van de fabricatie van bitumenemulsie (eventueel) “zeep” Emulgator Water Zuur Bitumen Fluxant 140°C Fase bitumen Fase water 50 à 60°C (zuiver of gemodifieerd) Mechanische energie Turbine Phase bitumen Emulsie Phase water Turbine Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
De breking van een emulsie 1 2 3 Klaring Floculatie Vorming massa 4 5 Afronding scheiding Uitharding Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Factoren die de breking vertragen Factoren die de breking versnellen Gebruik van basisbitumen met een verhoogde viscositeit Gebruik van basisbitumen met een lage viscositeit Kleiner % bitumen Hoger % Bitumen Hoge dosis emulgator Lagere dosis emulgator Gebruik van een Basische emulgator Gebruik van een Cationische emulgator Gebruik van natte, zwak activerende materialen met een klein reactie- oppervlak Gebruik van droge Activerende materialen met een groot reactieoppervlak Lage temperaturen van alle Materialen ( grond, steenslag, Emulsie) Te hoge luchtvochtigheid ! Hoge temperaturen van alle materialen ( grond, steenslag, Emulsie) Droge Lucht Geen of weinig actie tussen Emulsie en steenslag (weinig walsen) Intense menging Emulsie+steenslag (veel walsen Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Klassering van de emulsies voornamelijk Cationisch Anionisch Ionisatie %Bindmiddel (50%-55%-60 %-65%-69%) Type (Polymeerbitumen, …) Klasse volgens NBN EN 13808 Voorbeeld : C 65 BP 2 Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Specificatie van de emulsies volgens Norm EN 13 808 KENMERK C60B1 C60BP1 C60B1(AA) C67B1 C67BP1 C69BP1 Eenheid Emulsie polariteit + - pH, maximum 6 bindmiddelgehalte 58 - 62 65 - 69 67 - 71 % breekindex TBR rest op zeef van 0,5mm ≤ 0,2 uitlooptijd 2mm 40 °C NR s uitlooptijd 4mm 40 °C 10 - 45 Residuaal indringing bij 25 °C, 5 s ≤ 220 ≤ 100 ≤ 150 0,1 mm bindmiddel verwekingspunt R&K ≥ 55 °C elastische herstel bij 25 °C ≥ 50 Toepassing bestrijking X kleeflaag kleeflaag op vers beton slemlaag visceuze kleeflaag scheurremmende tussenlaag Bij de specificatie van een emulsie zal de desbetreffende klasse van elke technische eis punt per punt vermeld moeten zijn. Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
2. Vloeibitumen Een bitumen die minder visceus gemaakt wordt dmv een fluxprodukt (fysische menging) petroleum flux plantaardige flux Nota : De vloeibitumina , gebruik makend van zeer vluchtige petroleumoliën en vroeger « Cut Back » worden niet meer gebruikt voor toepassingen in de wegenbouw. Liants hydrocarbonés Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Vloeibitumen: Hechting-Cohesie Granulaat Hechting Cohesie bindmiddel ondergrond Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Vloeibitumen: hechting bitumen-steenslag Liant Eau Actieve binding= vermogen tot omhulling van de steen Passieve binding= weerstand tegen verwijdering van de bitumenomhulling Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Vloeibitumen: hechting bitumen-steenslag Hechting bitumen-steenslag levensduur van de bestrijking Hechting van water aan de steenslag > dan die van de bitumen Verbeteren van deze hechting: Opwarming/drogen van de steenslag Voorvertinnen van de steenslag Bitumen Laagje water of stof Omhulling met goede hechting Omhulling met slechte hechting Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Klassificatie van de VB Fm : Minerale flux Fv : Plantaardige flux type flux Viscositeitsklasse Type bindmiddel(Polymeerbitumen , …) Klasse aangepast aan de uitharding Voorbeeld : Fm 5 B 2 Fv 5 BP 3 Fm 4 BP 2 Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Vloeibitumen: Klassen Norm EN 15322 Vloeibitumen van normaal basisbitumen KENMERK Klasse Fm 5 B2 Eenheden Vloeibitumen : dynamische viscositeit bij 60 °C 10 - 50 Pa.s oplosbaarheid > 99 % vlampunt > 65 °C totaal destillaat bij 360 °C < 20 destillaat bij 225 °C < 15 bij 315 °C TBR Residuaal bindmiddel (na stabilisatie) : indringing na 5 s en bij 25 °C ≤ 330 0,1 mm Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Vloeibitumen: Klassen Norm EN 15322 Vloeibitumen op basis van polymeerbitumen KENMERK Klasse Fm 4 BP2 Eenheden Klasse Fm 6 BP6 Vloeibitumen : dynamische viscositeit bij 60 °C 10 - 50 Pa.s 30 - 100 totaal destillaat bij 360°C < 20 % Residuaal bindmiddel (na terugwinning) : destillaat bij 225 °C < 15 verwekingspunt > 50 Residuaal bindmiddel (na stabilisatie) : indringing bij 25 °C, na 5 s < 150 0,1 mm < 220 ≥ 50 °C cohesie-energie d.m.v. de pendulumproef TBR J/cm² 1,2 elastische terugvering bij 25 °C Form. Tech. Rout. Noir - V 01/2007 - GIRF
Gevolgen van de eigenschappen van de producten Emulsies te gebruiken met naakte steenslag Vloeibitumen bij voorkeur te gebruiken met voorvertinde steenslag Bestrijking+slem: GEEN vloeibitumen voor de bestrijking Herstelling met gietasfalt : NIET onder bestrijking met vloeibitumen Vloeibitumen in het najaar = gevaar voor zweten in het voorjaar