Fase 2 Tijdelijke presentatie bouwen Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Controleren van de voorraad en bestellen Par: 4.3 Blz. 136 tm 137
4.3 Bestellen in inkopen Inkopen: kopen van nieuwe artikelen (die je nog niet eerder in je assortiment te koop heb aangeboden) Bestellen: opnieuw kopen van artikelen die je al in je assortiment te koop hebt aangeboden
Inkopen Wordt vaak gedaan door de winkelier of de inkopers van het hoofdkantoor.
Bestellen Wordt gedaan door het winkelpersoneel, zij bestellen vaak bij een centraal magazijn of distributiecentrum.
4.4 Bestelproces Bestelproces bestaat uit 3 fases: - Voorbereiding - Bestelling plaatsen - Afhandeling (administratief)
4.4.1 Fase 1: de voorbereiding Vraag: Wanneer, hoeveel en hoe vaak? Wanneer? (bestelmoment) Tijdstip (hangt af van het bestelsysteem) Nee-verkoop moet voorkomen zien te worden Houd je aan de minimumvoorraad (dit punt is het bestelpunt of bestelniveau of bij het inkopen het orderpunt)
Wanneer? Berekening bestelpunt (moment) Bestelpunt = (Levertijd x afzet) + veiligheidsvoorraad Berekening bestelpunt Berekening veiligheidsvoorraad Berekening levertijd levertijd: tijd die een leverancier nodig heeft om de goederen af te leveren. Afzet: aantal stuk die verkocht worden Veiligheidsvoorraad: is de extra voorraad die aangehouden wordt om onverwachte schommelingen in de afzet op te vangen
Berekening servicegraad Om nee-verkoop zo veel mogelijk te voorkomen moet je de servicegraad uitrekenen. Servicegraad: de mate waarin een winkel in staat is om op elk moment artikelen uit het gevoerde assortiment te verkopen. Aantal aanwezige art. (per art. groep) ------------------------------------------------------------------ = servicegraad Normale voorraad artikelen (per art. groep) Berekening servicegraad Norm: tussen de 95 en de 98%
Hoeveel? Bestelgrootte: is de hoeveelheid te bestellen artikelen. Houd rekening met de besteleenheid. Dit is de hoeveelheid artikelen in 1 verpakkingseenheid tijdens het transport naar de winkel. Verpakkingseenheid: 1 collo, 1 container of een pallet. Collo: doos, kist, container, pallet. Meervoud is colli
--------------------------------------= bestelfrequentie Hoe vaak? Bestelfrequentie: het aantal keer dat je in een bepaalde periode kunt/mag/wilt bestellen. Afzet --------------------------------------= bestelfrequentie Bestelgrootte Leveringsfrequentie: het aantal keren dat een leverancier in een bepaalde periode de goederen kan leveren! Of: Besteleenheid berekening
4.4.2: Fase 2: het bestellen zelf Bestelling plaatsen: - per telefoon - per fax - per post - per e-mail - via vertegenwoordiger - elektronisch
Via vertegenwoordiger Veel in detailhandelsbedrijven Ook wel salesmanager of winkelaccountmanager genoemd Bij het voor ordenen bestel je de artikelen 4 of 5 maanden van te voren. Daarna volgt de levering. Vaak van toepassing in de modebranche!
Elektronisch bestellen 2 manieren - handterminal (order-entry- bestelsysteem) - Volledig geautomatiseerd bestellen via een voorraadinformatie- en bestelsysteem (VIB)
Order-entry-systeem 2 fases: - Vastleggen in het geheugen van de handterminal (handmatig, streepjescode of leespen) - Doorgeven van het geheugen van de handterminal
Voorraadinformatie- en bestelsysteem (VIB) Kassa is gekoppeld aan bestelsysteem. Wanneer kassa signaleert dat van een bepaald artikelen de minimumvoorraad word overschreden dan gaat het product bestelt worden
Fase 3: de administratieve afhandeling Bestelformulier (nodig om te controleren of dat wat binnen is gekomen ook dat gene is wat je hebt besteld). Andere woorden zijn: - inkooporder - orderbon - bestelbon - bestellijst - order Bestelboek (handmatig bijhouden wat er besteld is of moet gaan worden) Andere woorden zijn: - Inkoopbestelboek - Orderboek - Winkelaanvraagboek
Belangrijk te weten om de optimale bestelgrootte te bepalen zijn de volgende: - De opslagruimte - Het beschikbare vermogen (geld) - De bestelkosten per bestelling (moeten constant zijn) - De afzet (moet gelijkmatig zijn) - De inkoopprijs (moet constant zijn) - Het artikel moet op elk moment geleverd kunnen worden.
4.4.4: Optimale bestelgrootte De optimale bestelgrootte is de per keer te bestellen hoeveelheid artikelen waarbij de optelsom van de totale voorraadkosten (de 3 r’s) en bestelkosten minimaal is. De optimale bestelgrootte is te berekenen wanneer de voorraadkosten en de bestelkosten bekent zijn.
Just-in-time (JIT-principe) Op het moment dat de klant er om vraagt moet het artikel in het schap liggen. Doel; minimaliseren van de voorraad, dus kosten verlagend! Gevolg: besteleenheden worden kleiner, de leverancier moet nu wel vaker leveren. Vaak alleen geschikt voor de grootschalige winkels, die aan rand van het centrum zijn gevestigd. Voor de detailhandel moeilijk toepasbaar!